les 2hd 11-6

Bonjour!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
  • Contrôle des devoirs
  • Grammaire I
  • Les devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Exercice 26e
Remplissez la forme correcte de prendre

1.  On (p.c.) a pris une glace
2. Je ne (présent) prends jamais
3. Tu (présent) prends souvent du chocolat
4. Nous (p.c.) avons pris des escargots
5. Maxence (présent) prend parfois un café

Slide 3 - Tekstslide

Het delend lidwoord
Grammaire I
Livre de textes --> page quatre-vingt-six

Slide 4 - Tekstslide

Het delend lidw bestaat niet in NL
In het Nederlands zeggen we:
ik koop broeken
in het frans:
 j'achète des pantalons

Slide 5 - Tekstslide

Aantekening: Partie 1
staan de volgende werkwoorden [adorer, préférer, aimer, détester] in de zin? Dan gebruik je : le / la / l' / les

Bijvoorbeeld: J'adore les pommes

Slide 6 - Tekstslide

Partie 2
Staat er voor het zelfstandig naamwoord een getal in de zin?
Dus bijvoorbeeld: Je mange 3 pommes.

Dan vul je niks in.

Slide 7 - Tekstslide

Partie 3
Staat er een hoeveelheidswoord of ontkenning in de zin?
Dan gebruik je: de / d'
Dus: Je ne mange pas de pommes
Je mange beaucoup de pommes

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van hoeveelheidswoorden
  • un peu                         
  • beaucoup
  • une bouteille
  • une boîte
  • une tasse
  • un verre
  • un litre
  • un kilo
  • assez
  • plus
  • moins
  • trop
  • groupe

Slide 9 - Tekstslide

Partie 4
Als er geen sprake is van partie 1 t/m 3, dan controleer je het volgende:

Slide 10 - Tekstslide

Bij partie 4 gebruik je pas het delend lidw.
meervoud [eindigt op x / s]
des 
enkelvoud maar begint met aeiou/h
de l'  
vrouwelijk enk
de la   
mannelijk enk
du  

Slide 11 - Tekstslide

Andere weergave
de + les = des
de + l’ = de l’
de + la = de la
de + le = du

Slide 12 - Tekstslide

Stelling: als je in het NE geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deux kilos ....... pommes.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
des
B
de la
C
de
D
du

Slide 14 - Quizvraag

Je ne bois pas ..... coca.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
du
B
des
C
de la
D
de

Slide 15 - Quizvraag

Geef het juiste delend lidwoord.
Elle prend ..... lait.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Tu ne mange pas __ viande (v)?
A
de la
B
de

Slide 17 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
'Ma mère achète......pain
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 18 - Quizvraag

Je prends ..... poisson.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 19 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ poivrons (m mv).
A
du
B
des

Slide 20 - Quizvraag

Welk delend lidwoord hoort in deze zin: " je n'ai pas ...... argent"
A
d'
B
du
C
de la
D
de l'

Slide 21 - Quizvraag

Een delend lidwoord gebruik je
A
zowel in het Nederlands als in het Frans
B
alleen in het Nederlands
C
alleen in het Frans.
D
bij uitzonderingen in het Frans

Slide 22 - Quizvraag

Na een ontkenning of een hoeveelheidswoord gebruik je altijd
A
de of d'
B
hetzelfde delend lidwoord
C
je ne sais pas
D
des, d'

Slide 23 - Quizvraag

Les devoirs
Faire: exercices 31, 32, 33
Apprendre: Voca ABEF + phrases-clés D + grammaire CGI

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide