Voornaamwoorden Havo 3

Oefenen met voornaamwoorden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met voornaamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Woordsoorten die je moet kennen:
  • lidwoorden: bepaald en onbepaald
  • werkwoorden: zelfstandig, hulp- en koppelwerkwoord
  • zelfstandige naamwoorden: abstract, concreet en eigennaam
  • voorzetsel
  • bijvoeglijk naamwoord
  • bijwoord
  • voornaamwoorden: aanwijzend, vragend, persoonlijk, bezittelijk, onbepaald, wederkerend en wederkerig.

Slide 2 - Tekstslide

Elkaar is altijd een wederkerend voornaamwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag


A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
wederkerend vnw
D
wederkerig vnw

Slide 4 - Quizvraag


A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
wederkerend vnw
D
wederkerig vnw

Slide 5 - Quizvraag


A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
wederkerend vnw
D
wederkerig vnw

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het vragend voornaamwoord?
A
het
B
is
C
wat
D
vragend

Slide 7 - Quizvraag


A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 8 - Quizvraag


A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 9 - Quizvraag


A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 10 - Quizvraag

Wat is géén vragend voornaamwoord?
A
Wie
B
Hoe
C
Wat
D
Welk

Slide 11 - Quizvraag

De leerlingen die klaar zijn met nakijken, mogen naar huis.
'die' is een...
A
aanwijzend vnw
B
betrekkelijk vnw
C
vragend vnw

Slide 12 - Quizvraag

Heb je enig idee wie de ramen open heeft laten staan?
'wie' is een ...
A
aanwijzend vnw
B
betrekkelijk vnw
C
vragend vnw

Slide 13 - Quizvraag

Mensen aan wie je je verhaal vertelt, zullen verbaasd zijn.
'wie' is een...
A
aanwijzend vnw
B
betrekkelijk vnw
C
vragend vnw

Slide 14 - Quizvraag

Ik wil de hamburger van de Burger King niet, ik wil die van de McDonald's.
'die' is een...
A
aanwijzend vnw
B
betrekkelijk vnw
C
vragend vnw

Slide 15 - Quizvraag

Deze tafeltjes staan wel heel slordig naast elkaar.
'Deze' is een...
A
aanwijzend vnw
B
betrekkelijk vnw
C
vragend vnw

Slide 16 - Quizvraag

Welke films heb je in de vakantie gekeken?
'Welke' is een...
A
aanwijzend vnw
B
betrekkelijk vnw
C
vragend vnw

Slide 17 - Quizvraag

Morgen hebben we het eerste uur vrij, wat ik erg fijn vind.
'wat' is een...
A
aanwijzend vnw
B
betrekkelijk vnw
C
vragend vnw

Slide 18 - Quizvraag

Het drankje met bubbels is het sterkste wat je daar kunt kopen.
'wat' is een...
A
aanwijzend vnw
B
betrekkelijk vnw
C
vragend vnw

Slide 19 - Quizvraag

Die laptop van jou doet het niet meer.
'jou' =
A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
betrekkelijk vnw

Slide 20 - Quizvraag

Ik wil wel wat voor je doen.
'wat' =
A
persoonlijk vnw
B
betrekkelijk vnw
C
onbepaald vnw

Slide 21 - Quizvraag