V3B grammatica 1

Programma vandaag
  • Huiswerk bespreken
  • Korte uitleg bijvoeglijke bijzin
  •  Zelfstandig werken
  • Gezamenlijke check

Lesdoel: Je kunt een bijvoeglijke bijzin herkennen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma vandaag
  • Huiswerk bespreken
  • Korte uitleg bijvoeglijke bijzin
  •  Zelfstandig werken
  • Gezamenlijke check

Lesdoel: Je kunt een bijvoeglijke bijzin herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Fictie blok 4
Opdracht 1, 4 en 5
Bladzijde 155

Moeilijkheden bespreken


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 4
  1. Ewa bevindt zich in een gevaarlijke situatie en omgeving. Het verhaal eindigt met een cliffhanger, je weet niet of Ewa de uitdaging zal aannemen of niet. Het verhaal bevat allerlei open plekken, zoals: wat is er precies met Ewa gebeurd, wie hebben het op haar gemunt?
  2. Een kleine spanningsboog loopt vanaf het moment dat Ewa besluit naar huis te lopen tot het moment dat ze in de gaten krijgt dat ze op een eiland gevangen zit.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 5
  1. Het verhaal speelt zich af op een eiland met veel bloemen, struiken en bomen, waar het mooi weer is. Er is een zonnige kamer in een houten gebouw op het eiland, met een kantoor dat is ingericht in Chinese stijl. Het verhaal speelt zich af rond 2100. Half Europa is onder water gelopen, Nederland is veranderd in een moeras. Er zijn nieuwe technische uitvindingen, zoals slapscreens, boxen, en het doneren van emoties.
  2.  De sfeer is beklemmend/beangstigend, doordat Ewa op een plek woonde die onveilig en bedreigend was door overstromingen en doordat ze blijkbaar is meegenomen naar een machtig bedrijf dat haar een contract heeft laten tekenen en dingen met haar lichaam heeft gedaan en doordat ze nu tegen haar wil vastzit op een eiland.

Slide 6 - Tekstslide

Verschil en overeenkomst
1. 'De poes die mijn oma had, is weggelopen.'
2. 'De poes van mijn oma is weggelopen.'

'die mijn oma had' = bijvoeglijke bijzin.
'van mijn oma' = bijvoeglijke bepaling.



Slide 7 - Tekstslide

Verschil en overeenkomst
1. 'De poes die mijn oma had, is weggelopen.'
2. 'De poes van mijn oma is weggelopen.'

'die mijn oma had' = bijvoeglijke bijzin.
'van mijn oma' = bijvoeglijke bepaling.

Overeenkomst: beiden geven informatie over het woord daarvoor.



Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin
  • De bijvoeglijke bijzin geeft informatie over het woord daarvoor. 

  • Begint meestal met een betrekkelijk voornaamwoord (die, dat, wat, deze, dit)                  'De pasta die vies smaakte werd weggegooid.'

  • Soms ook met een voorzetsel of bijwoord.
'De jongen op wie ik verliefd was, ging verhuizen.'
'De boekenwinkel waar ik vaak heen ging was gesloten.'

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de bijvoeglijke bijzin?

'Heb jij de man die daar staat nog nooit gezien?'

Slide 10 - Open vraag

Hoe kan je de bijvoeglijke bijzin vervangen door een bijvoeglijke bepaling? (Vervang de zin.)

'De speler die net nieuw is komt hier wonen.'

Slide 11 - Open vraag

Huiswerk voor morgen 3e uur
Grammatica blok 3          |  bladzijde 116
  •  Opdracht 3
  • Opdracht 4 (behalve vraag 4)

Straks: gezamenlijk een deel van opdracht 3 bespreken en afsluiten
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Ziad is trots op het hoge cijfer dat hij voor scheikunde heeft gehaald.

Noem de bijv. bijzin + het woord waar het over gaat.

Slide 13 - Open vraag

De docent geschiedenis, met wie ik een goede band heb, gaat volgend jaar met ons mee op werkweek.

Noem de bijv. bijzin + het woord waar het over gaat.

Slide 14 - Open vraag

Dit boek begint met een stukje waarin de ik-persoon vertelt over zijn vakantie.

Noem de bijv. bijzin + het woord waar het over gaat.

Slide 15 - Open vraag

Het mes waarmee de verwarde man het schilderij vernielde, werd in een vuilnisbak gevonden.

Noem de bijv. bijzin + het woord waar het over gaat.

Slide 16 - Open vraag

Zelfs Pien, die normaal gesproken altijd aan het kletsen is, was nu even stil.

Noem de bijv. bijzin + het woord waar het over gaat.

Slide 17 - Open vraag

Je kunt alles wat je voor dit gerecht nodig hebt bij de supermarkt kopen.

Noem de bijv. bijzin + het woord waar het over gaat.

Slide 18 - Open vraag

De man aan wie veel mensen hun spaargeld gaven, was spoorloos verdwenen.

Noem de bijv. bijzin + het woord waar het over gaat.

Slide 19 - Open vraag

Dit kookboek is geschikt voor mensen die zich nooit in de keuken vertonen.

Noem de bijv. bijzin + het woord waar het over gaat.

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk voor morgen 3e uur
Grammatica blok 3          |  bladzijde 116
  • Opdracht 3
  • Opdracht 4 (behalve vraag 4)

-> foto uploaden in opdracht op Teams


Slide 21 - Tekstslide