Spelling H5

Goedemiddag H2D
- Ga rustig zitten.
- Hang je jas over je stoel.
- Pak je lesboek, schrift en pen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag H2D
- Ga rustig zitten.
- Hang je jas over je stoel.
- Pak je lesboek, schrift en pen.

Slide 1 - Tekstslide

Voor de vakantie:
- H1 Leestekens
- H3 Koppelteken en weglatingsstreepje
- H4 Tussenletters in samenstellingen


Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
1. Huiswerk nakijken.

2. Theorie H5 Hoofdletters en aanhalingstekens.

3. Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
L. theorie blz. 124

M. opdr. 2 + 3


blz. 154 kijken we straks na.




Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Je weet wanneer je hoofdletters moet plaatsen en
je weet hoe en wanneer je aanhalingsstekens moet gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Spelling H5
Je weet wanneer je hoofdletters moet plaatsen en
je weet hoe en wanneer je aanhalingsstekens moet gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters
Je schrijft een hoofdletter:
- aan het begin van een zin
- bij namen
tussenvoegels schrijf je met een kleine letter als er een voornaam of voorletter aanwezig is: Esther van Zanten, E. van Zanten. Geen voornaam of voorletter? Dan eerste tussenvoegsel met hoofdletter: mevrouw Van Zanten, mevrouw Van der Zanten.
- Bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdletters
- Geen hoofdletter krijgen de namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken.
- Geen hoofdletter krijgen samenstellingen met religieuze feestdagen (kerstvakantie), religies, stromingen en afgeleiden daarvan (islam, christendom).

Slide 8 - Tekstslide

Theorie (1): Aanhalingstekens
  • Een citaat:
Als je iemands woorden letterlijk weergeeft (directe rede).

Loïs antwoordde: "Ik vond die film heel erg goed!"
'Ik ga vanavond vroeg naar bed', zei Anton.

Maar:
Loïs antwoordde dat zij de film heel erg goed vond. (indirecte rede)

Slide 9 - Tekstslide

Theorie aanhalingstekens (2)
  • Bij titels
Bijvoorbeeld:
Olivier raadt mij aan om 'Wonder' van R.J. Palaco te lezen.

Slide 10 - Tekstslide

Theorie aanhalingstekens (3)
  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis
Bijvoorbeeld:
Veel mensen hebben moeite met de spelling van het woord 'barbecue'.

Slide 11 - Tekstslide

Let op:
Bij een gedachte gebruik je geen aanhalingstekens. Je gebruikt wel de dubbele punt.

vb:
Ik dacht: ik moet snel naar huis, want het gaat regenen.

Slide 12 - Tekstslide

Staan de aanhalingstekens goed?

'Dat vind ik stom,' zei Marie.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

'Waarmee kan ik u helpen?', vroeg de medewerkster.
Goed of fout
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 14 - Quizvraag

De man fluisterde: "Ik kan niet meer."
goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken 
L. theorie blz. 154
M. opdr. 1 +2

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag:
1. Maak de invuloefening.
2. Maak van blz. 257 - 258
Opdr. 1 tm 3

Slide 18 - Tekstslide