2 Rivieren 23/24

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Vandaag

Doelen: 

-Wat zijn de kenmerkende eigenschappen van de Rijn en de Maas en hun stroomgebied

-Hoe beïnvloeden die eigenschappen de waterafvoer

1. Uitleg lengteprofiel en dwarsprofiel

2. Oefening Maas (via Lessonup)

3. Bespreken

Lengteprofiel

Dwarprofiel (laagland)

bovenloop-middenloop-benedenloop

Onbedijkte rivier dwarsprofiel

Opdrachten

Vanaf de volgende dia vind je een aantal opdrachten over de Maas. Hiermee oefen je in het toepassen van de begrippen. 

W6

Op de atlaskaart België en Luxemburg is een groot deel van het stroomgebied van de Maas te vinden. Op de vorige dia is een groot deel van deze kaart te zien.

Zoek op de kaart de plaatsen en de rivieren die in W6 staan.

Hoeveel was het debiet van de Maas bij Chooz op 2 februari 1995 en hoeveel was dat tien dagen eerder?

Op de atlaskaart is een groot deel van het stroomgebied van de Maas te vinden.

In W6 zie je de verplaatsing en de ontwikkeling van de hoogwatergolf in de Maas.

Welke drie rivieren droegen samen naar verhouding het meest bij aan de piekafvoer en welke stad werd daardoor onmiddellijk bedreigd?

In de noordelijke Ardennen ligt een gebied met de naam Hautes Fagnes (Hoge Venen).

Wat is de invloed van de bodemsoort in dit gebied op het regiem van de riviertjes de Vesdre en de Rur?

Licht je antwoord toe.

Noteer met behulp van de kaart op de vorige dia een fysische (= natuurlijke) factor die eind januari 1995 de relatief grote bijdrage verklaart van de Belgische zijrivieren aan het debiet van de Maas.

Bekijk de figuur op de vorige dia. Je ziet hier de Maasplassen.

Welke invloed hebben de Maasplassen op de vertragingstijd van een hoogwatergolf in de Grensmaas en op de overstromingskans in Venlo?