Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

3.1

Slide 3 - Tekstslide

Een bedrijf dat zich richt op het verkopen van verzekeringen aan particulieren maakt gebruik van
A
Dienstenmarketing
B
Consumentenmarketing
C
Detailhandelsmarketing
D
Trade marketing

Slide 4 - Quizvraag

Een producent van koekjes stuurt vertegenwoordigers naar supermarkten om schapruimte te verkrijgen. Welke vorm van marketing is dit?
A
Groothandelsmarketing
B
Dienstenmarketing
C
Trade marketing
D
Business-to-businessmarketing

Slide 5 - Quizvraag

Waarom gebruiken bedrijven in de B2B-markt vaak een Decision Making Unit (DMU)?
A
Omdat bedrijven minder rationeel beslissen
B
Omdat ze vaker met consumenten werken
C
Omdat inkoopbeslissingen complex zijn en meerdere mensen betrokken zijn
D
Omdat ze geen offertes nodig hebben

Slide 6 - Quizvraag

Welke uitspraak klopt het best met betrekking tot detailhandelsmarketing?
A
Het richt zich op het beïnvloeden van distributeurs
B
Het is alleen gericht op zakelijke afnemers
C
Het richt zich op wederverkoop aan consumenten
D
Het draait om het verkopen van diensten aan bedrijven

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen consumentenmarketing en business-to-businessmarketing volgens de tekst?
A
B2B richt zich op impulsaankopen, B2C op langdurige relaties
B
B2B heeft meer afnemers dan B2C
C
B2B heeft grotere ordervolumes en een afgeleide vraag
D
B2C is rationeler dan B2B

Slide 8 - Quizvraag

Een producent van frisdrank voert campagnes om supermarkten te overtuigen zijn merk op te nemen in het schap. Welke vorm van marketing is hier van toepassing?
A
Dienstenmarketing
B
Consumentenmarketing
C
Groothandelsmarketing
D
Trade marketing

Slide 9 - Quizvraag

3.2

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Een online kledingwinkel werkt samen met bloggers en influencers die via hun websites en sociale media producten promoten. Ze ontvangen een commissie per verkoop die via hun link plaatsvindt. Welke marketingvorm wordt hier gebruikt?
A
Experience marketing
B
Affiliate marketing
C
Reviewmarketing
D
Relatiemarketing

Slide 15 - Quizvraag

Een bekende frisdrankfabrikant lanceert een grappige video die massaal gedeeld wordt op sociale media. Binnen enkele dagen bereikt de video miljoenen mensen zonder dat er extra advertentiekosten worden gemaakt. Welke marketingstrategie wordt hier toegepast?
A
Viral marketing
B
E-mailmarketing
C
Relatiemarketing
D
Reviewmarketing

Slide 16 - Quizvraag

Een elektronicawinkel moedigt klanten aan om hun ervaringen te delen op platforms zoals Trustpilot en Google Reviews. De positieve beoordelingen worden vervolgens op de website en in advertenties gebruikt om nieuwe klanten te overtuigen. Welke marketingvorm past hierbij?
A
Affiliate marketing
B
Reviewmarketing
C
Experience marketing
D
Relatiemarketing

Slide 17 - Quizvraag

Een hotelketen investeert in een loyaliteitsprogramma, gepersonaliseerde aanbiedingen en extra services voor vaste klanten om een langdurige band met hen op te bouwen. Welke marketingstrategie wordt hier toegepast?
A
Relatiemarketing
B
E-mailmarketing
C
Affiliate marketing
D
Experience marketing

Slide 18 - Quizvraag

Een gamebedrijf organiseert een evenement waarbij fans een exclusieve VR-ervaring kunnen beleven in een interactieve ruimte. Dit zorgt voor een sterke emotionele connectie met het merk. Welke marketingstrategie wordt hier gebruikt?
A
E-mailmarketing
B
Viral marketing
C
Experience marketing
D
Reviewmarketing

Slide 19 - Quizvraag

3.3

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Een bekende frisdrankfabrikant introduceert een nieuwe suikervrije variant van een bestaande frisdrank om bestaande klanten een extra keuze te geven.

Van welke groeistrategie volgens Ansoff is hier sprake?
A
Marktpenetratie
B
Diversificatie
C
Productontwikkeling
D
Marktontwikkeling

Slide 22 - Quizvraag

Een Nederlands kaasbedrijf besluit om zijn producten niet alleen in Nederland, maar ook in Duitsland en België te verkopen. Ze veranderen niets aan hun product, maar richten zich op een nieuwe regio.

Van welke groeistrategie volgens Ansoff is hier sprake?
A
Marktpenetratie
B
Diversificatie
C
Productontwikkeling
D
Marktontwikkeling

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van marktpenetratie?
A
Een jeanswinkel die schoenen gaat verkopen.
B
Een lokale speelgoedwinkel die een online winkel opent.
C
Een bedrijf dat bestaande klanten stimuleert om meer van hetzelfde product te kopen.
D
Een damesmodezaak die herenkleding gaat verkopen.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van productontwikkeling?
A
Een jeanswinkel die schoenen gaat verkopen
B
Een lokale speelgoedwinkel die een online winkel opent.
C
Een bedrijf dat bestaande klanten stimuleert om meer van hetzelfde product te kopen.
D
Een damesmodezaak die herenkleding gaat verkopen.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van diversificatie?
A
Een jeanswinkel die schoenen gaat verkopen.
B
Een lokale speelgoedwinkel die een online winkel opent.
C
Een bedrijf dat bestaande klanten stimuleert om meer van hetzelfde product te kopen.
D
Een damesmodezaak die herenkleding gaat verkopen

Slide 26 - Quizvraag

3.4

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van geografische segmentatie?
A
Het indelen van de markt op basis van inkomen.
B
Het indelen van de markt op basis van leeftijd.
C
Het indelen van de markt op basis van locatie.
D
Het indelen van de markt op basis van levensstijl.

Slide 28 - Quizvraag

Welke segmentatiecriteria vallen onder demografische segmentatie?
A
Inkomen, sociale klasse, opleidingsniveau.
B
Gezinssituatie, leeftijd, geslacht.
C
ersoonlijkheidskenmerken, waarden en normen.
D
Verbruik, merkentrouw, koopbereidheid.

Slide 29 - Quizvraag

Wat houdt sociaaleconomische segmentatie in?
A
Het indelen van de markt op basis van locatie.
B
Het indelen van de markt op basis van persoonlijkheidskenmerken.
C
Het indelen van de markt op basis van inkomen en sociale klasse
D
Het indelen van de markt op basis van verbruik en merkentrouw.

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van psychografische segmentatie?
A
Het indelen van de markt op basis van gezinssituatie.
B
Het indelen van de markt op basis van persoonlijkheidskenmerken en levensstijl.
C
Het indelen van de markt op basis van locatie.
D
Het indelen van de markt op basis van inkomen en sociale klasse.

Slide 31 - Quizvraag

Wat houdt segmentatie op basis van gedrag in?
A
Het indelen van de markt op basis van verbruik en merkentrouw.
B
Het indelen van de markt op basis van leeftijd en geslacht.
C
Het indelen van de markt op basis van persoonlijkheidskenmerken.
D
Het indelen van de markt op basis van locatie.

Slide 32 - Quizvraag

3.5

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Voor elk marktsegment een aparte marktbenadering. Hogere kosten maar meer maatwerk.

Slechts één segment gekozen en daarop gefocust.

Slide 35 - Tekstslide

Een fabrikant besluit om zijn uitgebreide assortiment terug te brengen tot één product dat meerdere marktsegmenten bedient, omdat consumenten door het grote aanbod het overzicht verliezen. Hoe wordt deze strategie genoemd?
A
Gedifferentieerde marketing
B
Contrasegmentatie
C
Marktfragmentatie
D
Geconcentreerde marketing

Slide 36 - Quizvraag

Door de toegenomen diversiteit in consumentenvraag ontstaan steeds meer kleine, gespecialiseerde deelmarkten. Dit fenomeen wordt genoemd:
A
Marktfragmentatie
B
Kannibalisatie
C
Ongedifferentieerde marketing
D
Contrasegmentatie

Slide 37 - Quizvraag

Een bedrijf introduceert een nieuw product dat de verkoop van een bestaand product binnen hetzelfde bedrijf vermindert. Hoe heet dit effect?
A
Gedifferentieerde marketing
B
Kannibalisatie
C
Contrasegmentatie
D
Marktfragmentatie

Slide 38 - Quizvraag

Een supermarktketen voert één uniforme marketingstrategie uit zonder onderscheid te maken tussen verschillende klantgroepen. Welke marketingstrategie is hier van toepassing?
A
Gedifferentieerde marketing
B
Marktfragmentatie
C
Geconcentreerde marketing
D
Ongedifferentieerde marketing

Slide 39 - Quizvraag

Een kleine fabrikant van biologische energiedrankjes richt zich uitsluitend op jonge sporters en ontwikkelt één marketingmix speciaal voor deze doelgroep. Welke marketingstrategie past dit bedrijf toe?
A
Geconcentreerde marketing
B
Marktfragmentatie
C
Gedifferentieerde marketing
D
Contrasegmentatie

Slide 40 - Quizvraag