Burgerschap: Thema 7: Geld. Les 1: Inkomsten en uitgaven




Burgerschap: Thema 7: Geld. Les 1: Inkomsten en uitgaven
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




Burgerschap: Thema 7: Geld. Les 1: Inkomsten en uitgaven

Slide 1 - Tekstslide

Programma
* Startopdracht
* Doel van de les
* Kennis ophalen
* Theorie
*Opdrachten boek
* Zelfstandige verwerking
* Evaluatie
Tekst

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht:


Ga ik goed met geld om?

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de les:

* Je leert waarom budgetteren handig is
* Je leert wat de voordelen van sparen zijn
* Je leer hoe een verzekering werkt

Slide 4 - Tekstslide

Budgetteren

Je doet allerlei uitgaven. Je betaalt bijvoorbeeld je telefoonabonnement en koopt weleens een nieuwe jas. Aan sommige uitgaven zit je vast, die moet je bijvoorbeeld elke maand opnieuw doen. Denk maar aan je telefoonabonnement. Uitgaven die je regelmatig moet doen, noem je vaste lasten.

Slide 5 - Tekstslide



Als je wilt weten hoeveel geld je kunt uitgeven, moet je weten hoeveel geld je binnenkrijgt en wat je vaste lasten zijn. Je kunt hier inzicht in krijgen door te budgetteren. Dat betekent dat je een overzicht maakt van al je inkomsten en uitgaven: een begroting. Daarin kun je zien of je geld overhoudt of tekortkomt.

Slide 6 - Tekstslide

Sparen

Het kan handig zijn om te sparen. Door regelmatig een bedrag op een spaarrekening te zetten, heb je genoeg geld voor een onverwachte of grote uitgave. Als je telefoon plotseling kapotgaat, kun je met je spaargeld een nieuwe kopen. Of je kunt je spaargeld gebruiken om op vakantie te gaan.

Slide 7 - Tekstslide

Verzekeren
Een verzekering is een overeenkomst tussen jou en een verzekeraar: jij betaalt regelmatig een bedrag en in ruil daarvoor vergoedt de verzekeraar bepaalde kosten.
Zorgverzekering: Dit is een verplichte verzekering voor iedereen ouder dan 18 jaar. Daarmee ben je verzekerd tegen medische kosten.  Je betaalt maandelijks een vast bedrag. Bij laag inkomen krijg je zorgtoeslag.

Slide 8 - Tekstslide

Is het een inkomst of een uitgave?

Zorgverzekering
A
Inkomst
B
Uitgave

Slide 9 - Quizvraag

Is het een inkomst of een uitgave?

Telefoon
A
Inkomst
B
Uitgave

Slide 10 - Quizvraag

Is het een inkomst of een uitgave?

Loon
A
Inkomst
B
Uitgave

Slide 11 - Quizvraag

Is het een inkomst of een uitgave?

Zorgtoeslag
A
Inkomst
B
Uitgave

Slide 12 - Quizvraag

Is het een inkomst of een uitgave?

Uitgaan
A
Inkomst
B
Uitgave

Slide 13 - Quizvraag

Noem een manier om
meer geld binnen te krijgen

Slide 14 - Woordweb

Noem een manier om
minder geld uit te geven

Slide 15 - Woordweb

Als je spaart,
heb je geen verzekeringen nodig

Slide 16 - Poll

Evaluatie

- Waarom is budgetteren handig?
- Wat zijn de voordelen van sparen?
- Hoe werkt een verzekering?

Slide 17 - Tekstslide

Jullie gaan nu zelfstandig verder werken in jullie werkboek.


Als er vragen zijn, hoor ik het graag!

Slide 18 - Tekstslide