Blok 6 Grammatica 6.4 Herhaling woordsoorten
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een voltooid deelwoord.
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:
Mijn oudere broer heeft als pizzabezorger gewerkt in een restaurant.
Mijn oudere broer heeft als pizzabezorger gewerkt in een restaurant.
Slide 6 - Open vraag
Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:
Mijn oudere broer heeft als pizzabezorger gewerkt in een restaurant.
Mijn oudere broer heeft als pizzabezorger gewerkt in een restaurant.
Slide 7 - Open vraag
Benoem het onderwerp (ond) in de volgende zin:
Mijn oudere broer heeft als pizzabezorger gewerkt in een restaurant.
Mijn oudere broer heeft als pizzabezorger gewerkt in een restaurant.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Geef een voorbeeld van een ander werkwoord.
Slide 11 - Woordweb
Meisje is een zelfstandig naamwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden voor mensen, dieren, dingen, planten en namen.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel lidwoorden zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 14 - Quizvraag
Een zelfstandig naamwoord zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 16 - Woordweb
Welk rijtje bevat alleen maar voorzetsels?
A
in, tussen, huis
B
op, bij, in
C
sliep, voor, boven
D
in, bij, leuk
Slide 17 - Quizvraag
lidwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
de
driehoek
ziekenhuis
dromen
verwend
angst
het
school
docent
Slide 18 - Sleepvraag
lidwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
De
tekent
een
wiskundeleraar
driehoek.
Slide 19 - Sleepvraag
lw
ww
zn
bn
vz
De
tekent
het
wiskundejuf
driehoek.
vrolijke
grote
op
een
bord.
