Taalverzorging klas 1 (les 5)

Taalverzorging les 5
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging les 5

Slide 1 - Tekstslide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Zelfstandig
Maak de herhalingsopdracht van blz 23. 
Daarna: nabespreking.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Die jongen loopt naar het station.

Slide 4 - Open vraag

Persoonsvorm
Een van de werkwoorden in de zin is de persoonsvorm (pv).

Tijdproef of vraagproef.

De persoonsvorm kan in de tegenwoordige tijd (tt) en in de verleden tijd (vt) staan. 
tt = ik loop, vt = ik liep. tt = ik ga, vt = ik ging. 

Vandaag gaat het over de tegenwoordige tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Drie vormen
Vorm                Wanneer gebruiken?    Voorbeelden
ik-vorm            Altijd bij ‘ik’ + (... jij)         Ik raad / loop ik / word jij

ik-vorm + T      In alle andere gevallen   De jongen raadt...
                         van het enkelvoud.          Jij wordt…
                                                                 Wordt je moeder…

Hele ww           Bij meervoud.                  Wij raden… De leerlingen lopen 





Slide 6 - Tekstslide

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
kopen
hij .....

Slide 7 - Open vraag

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
drinken
wij ....

Slide 8 - Open vraag

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
zwaaien
Piet ....

Slide 9 - Open vraag

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
zingen
mijn vader ....

Slide 10 - Open vraag

Werkwoorden op -den
Bij de meeste werkwoorden hoor je dat er een -t achter komt. 
Hij werkt, jij zingt of zij praat

Bij werkwoorden die eindigen op -den hoor je dat niet. 
Bijvoorbeeld: vinden, redden, snijden. 
Vul dan in gedachten het werkwoord lopen in. 

Zij vind ... hem erg leuk. -t? Zij loopt hem erg leuk. Ja, een -t!
Ik vind ... het niet aardig. -t? Ik loop het niet aardig. Nee, geen -t!

Slide 11 - Tekstslide

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
redden
ik ...

Slide 12 - Open vraag

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
raden
hij ...

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag
Maak alle opdrachten van blz 26 + 27.

Slide 14 - Tekstslide

Exitticket
1. Noteer van de volgende zin pv, gez en ow.
Wat voor cijfer had jij voor de leestoets verwacht?
pv =
gez =
ow =

2. Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in.
a. (beantwoorden) jij dat bericht van mevrouw Sand?
b. Die jongen (veranderen) echt nooit!

Slide 15 - Tekstslide