Onder- en overgewicht in de maatschappelijke zorg

Onder- en overgewicht in de maatschappelijke zorg
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onder- en overgewicht in de maatschappelijke zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kun je...
  • uitleggen wat de oorzaken kunnen zijn van onder- en overgewicht bij een cliënt.
  • toelichten hoe je onder- en overgewicht kunt herkennen bij een cliënt.
  • uitleggen hoe je de BMI van een cliënt berekent en beoordeelt.
  • inzicht krijgen in de voedingstoestand van een cliënt.
  • benoemen wat jouw rol is bij een cliënt met onder- en overgewicht.
  • toelichten waarom een verandering in eetlust kan optreden bij een cliënt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over onder- en overgewicht bij cliënten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding tot het belang van voeding en vocht
Eten en drinken zijn essentieel voor de mens.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie en berekening van BMI bij ondergewicht
BMI: Een maatstaf voor een gezond gewicht, berekend door het gewicht in kilo's te delen door het kwadraat van de lichaamslengte in meters.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van ondergewicht
Oorzaken van ondergewicht variëren van gebrek aan eetlust tot lichamelijke problemen en bijwerkingen van medicatie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak en gevolg van ondervoeding
Ondervoeding: Een toestand waarin een tekort aan belangrijke voedingsstoffen optreedt, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de gezondheidstoestand van de cliënt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het herkennen van onder- en overgewicht
Ondergewicht: Een lichaamsgewicht dat lager is dan wat gezond is voor de lengte van een persoon, vaak aangeduid met een BMI lager dan 18,5 (of lager dan 22 voor ouderen).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol van de (persoonlijk) begeleider bij onder- en overgewicht
Persoonlijk begeleider: Een zorgprofessional die cliënten ondersteunt bij hun voedingspatronen en samenwerkt met andere professionals om de voedingstoestand te beoordelen en te verbeteren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inzicht krijgen in de voedingstoestand van een cliënt
De rol van de begeleider is het observeren van voedingspatronen, geven van adviezen, en samenwerken met diëtisten en andere professionals om de voedingstoestand van cliënten te verbeteren en problemen te voorkomen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definition List
BMI: Een maatstaf voor een gezond gewicht, berekend door het gewicht in kilo's te delen door het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
Ondergewicht: Een lichaamsgewicht dat lager is dan wat gezond is voor de lengte van een persoon, vaak aangeduid met een BMI lager dan 18,5 (of lager dan 22 voor ouderen).
Ondervoeding: Een toestand waarin een tekort aan belangrijke voedingsstoffen optreedt, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de gezondheidstoestand van de cliënt.
Persoonlijk begeleider: Een zorgprofessional die cliënten ondersteunt bij hun voedingspatronen en samenwerkt met andere professionals om de voedingstoestand te beoordelen en te verbeteren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.