Basiszorg leerjaar 1 les 5

Basiszorg periode 1.2

Week 6
Werkproces B1-K1-W2
Ondersteunt de cliënt bij de zelfzorg
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basiszorg periode 1.2

Week 6
Werkproces B1-K1-W2
Ondersteunt de cliënt bij de zelfzorg

Slide 1 - Tekstslide

Voeding
Gezonde voeding levert een belangrijke bijdrage als het gaat om gezond zijn en gezond blijven. Het percentage overgewicht bij volwassenen neemt de laatste jaren toe. Met deze toename zijn er ook steeds meer gezondheidsklachten die een relatie hebben met het overgewicht. Ook ziekten als diabetes type 2 en hart- en vaatziekten kunnen voorkomen worden door een gezonde leefstijl.

Slide 2 - Tekstslide

Voeding
Voor jou als begeleider is het van belang dat je weet welke voedingsmiddelen passen in een gevarieerd en gezond eetpatroon, zodat je de cliënt kunt ondersteunen en hem kunt adviseren in het maken van de juiste keuzes die passen bij de specifieke situatie van de cliënt.

Slide 3 - Tekstslide

Schijf van vijf
Het Voedingscentrum is een door de Nederlandse overheid gesubsidieerde instelling die voorlichting geeft over voedsel en voeding. Deze nieuwe versie is gebaseerd op de richtlijnen die zijn opgesteld door de Gezondheidsraad: een onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad, die als taak heeft de regering te adviseren op het terrein van de volksgezondheid.

Slide 4 - Tekstslide

Vak 1: dranken
Adviseer een cliënt om dranken met weinig calorieën te nemen, bijvoorbeeld kraanwater, koffie en thee zonder suiker. Vruchtensappen, (light) frisdranken en alcohol zijn geen onderdeel van de Schijf van Vijf.

Slide 5 - Tekstslide

Vak 2: Groente en Fruit
Groente en fruit bevatten veel vitaminen en mineralen en naar verhouding weinig calorieën, maar ze hebben wel veel volume. In groente en fruit zitten bovendien veel voedingsvezels. Deze vezels dragen bij aan een goede spijsvertering, een verzadigd gevoel na het eten en verminderen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker.

Slide 6 - Tekstslide

Vak 3: Vetten en Oliën
Gebruik zo veel mogelijk producten met onverzadigd vet. De regel is: vloeibaar vet bevat veel onverzadigde vetzuren; die zijn goed voor hart- en bloedvaten. Vast vet bevat veel verzadigde vetzuren; die zijn slecht voor hart- en bloedvaten.

Slide 7 - Tekstslide

Vak 4: Zuivel, vlees(waren), vis, ei en vleesvervangers
Adviseer een cliënt daarom om een magere variant te kiezen, bijvoorbeeld halfvolle melk of karnemelk, 30+-kaas en magere vleeswaren. In vette vis als zalm, haring en makreel zitten visvetzuren; deze zijn goed voor hart- en bloedvaten.

Slide 8 - Tekstslide

Vak 5: Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten
De voedingsmiddelen in dit vlak bevatten koolhydraten, eiwitten, voedingsvezels, vitamine B en mineralen. Ze leveren een belangrijke bijdrage aan een gezond voedingspatroon. Voor deze voedingsmiddelen geldt hetzelfde als voor groente en fruit: veel volume en weinig calorieën.

Slide 9 - Tekstslide

BMI - Body Mass Index
De Body Mass Index (BMI) laat iemand zien of er sprake is van een gezond gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De BMI kan berekend worden voor iedereen vanaf 2 jaar, maar is minder geschikt voor gespierde personen en zwangere vrouwen. Met behulp van een formule kan de BMI berekend worden:
BMI = Gewicht ÷ (lengte × lengte)

Slide 10 - Tekstslide

BMI - Body Mass Index
Er bestaat een indeling van wat een te laag BMI, een gezond BMI en een te hoog BMI is:

ondergewicht: BMI = < 18,5
gezond gewicht: BMI = 18,5-25
overgewicht: BMI = 25-30
ernstig overgewicht: BMI = 30-35
extreme obesitas: BMI = > 35.

Slide 11 - Tekstslide

Woordweb maken in kleine groepjes
Welke taken heb je als het gaat om de begeleiding van de cliënt, welke kennis heb je nodig als het gaat om het bieden van de juiste begeleiding?

"Begeleiden bij voeding"

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Noteer voor jezelf of je het met de stelling van Evelien, 'Slechte voeding bestaat niet', eens bent of niet en waarom wel of niet.

Noteer de argumenten waarom je het wel of niet eens bent met de stelling op losse post-its

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Plak de post-its op de juiste plek op het bord of op een lege wand.

VOOR / TEGEN

Klassikaal bespreken

Slide 15 - Tekstslide

Terugblik


Welke onderwerpen hebben we in deze les besproken?

Slide 16 - Tekstslide

Volgende week
Verder met voeding
HACCP
Casusbespreking

Slide 17 - Tekstslide