3KT Lesson 27: Grammar

3KT: Crime and punishment
Lesson 27: Grammar
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3KT: Crime and punishment
Lesson 27: Grammar

Slide 1 - Tekstslide

Grammar
Deze opdrachten zijn hetzelfde als opdracht 14 + 26,  18, 24

(dit is de laatste grammar van dit hoofdstuk. De andere opdrachten hebben we vorige week gedaan!)

Slide 2 - Tekstslide

De ing-vorm
Na de woorden: like, hate, start, stop gebruik je altijd een werkwoord met -ing erachter. 

I like gaming..
She hates working...
They stop walking...
You start fishing...

Slide 3 - Tekstslide

De ing-vorm
Na de woorden like, hate, start, stop gebruik je altijd een werkwoord met -ing erachter.

Let op! Als het hele werkwoord eindigt op een e (bijv. have), dan gaat de e weg als je er -ing achterzet:
have --> having
give --> giving

Slide 4 - Tekstslide

14 + 26 What do you like doing?
Complete the sentences. Use 
-ing form. 
Gebruik het woord dat boven de zin staat en vul de -ing vorm van het werkwoord in op de stippellijn.

Slide 5 - Tekstslide

bother
Will you please stop ... your kid brother?

Slide 6 - Open vraag

do
You need to start ...... your homework now.

Slide 7 - Open vraag

walk
I really hate ...... to school in the rain.

Slide 8 - Open vraag

starve
That girl needs to stop ... herself to death!
Let op! Dit werkwoord eindigt op een -e!

Slide 9 - Open vraag

prosecute
I think the police should start ... more pickpockets.
Let op! Dit werkwoord eindigt op een -e!

Slide 10 - Open vraag

suspect
When she learned the truth, she stopped ...... Milly

Slide 11 - Open vraag

argue
Bill and Jack used to be friends, but last month they started ...... .

Slide 12 - Open vraag

prosecute
I think the police should start ... more pickpockets.
Let op! Dit werkwoord eindigt op een -e!

Slide 13 - Open vraag

go
When I was little I like ...... to the circus.

Slide 14 - Open vraag

Deel 1 van -ing vorm klaar! Ik snap het tot nu toe:
A
Goed
B
Een beetje
C
Niet

Slide 15 - Quizvraag

Herhaling -ing vorm
Werkwoord met -ing erachter! 
Als het werkwoord eindigt op een e haal je die weg! :)

Als een woord eindigt op 1 medeklinker dan komt er nog een medeklinker bij als je er -ing achter zet.
sit --> sitting
chat --> chatting

Slide 16 - Tekstslide

work
This week I started ... at the checkout at Asda.

Slide 17 - Open vraag

have
I only got this job because I hate ... no money.
Let op! Dit werkwoord eindigt op een -e!

Slide 18 - Open vraag

talk
I like ... to the customers.

Slide 19 - Open vraag

help
I also love ...... the manager to shut up shop.

Slide 20 - Open vraag

count
But I hate .... the money in the till because it takes so long.

Slide 21 - Open vraag

watch out
The manager says we have to start ... for theft.

Slide 22 - Open vraag

patrol
Maybe I can start ..... the store!
Let op! Dit woord eindigt op 1 medeklinker... 

Slide 23 - Open vraag

chat
I have to stop .... , my mum is calling.
Let op! Dit woord eindigt op 1 medeklinker... 

Slide 24 - Open vraag

do
And I have to start .... my homework!

Slide 25 - Open vraag

Klaar! :) Ik snap het onderdeel -ing vorm nu:
A
Goed
B
Een beetje
C
Niet

Slide 26 - Quizvraag

be allowed to...
Als je iets mag (ergens toestemming voor hebt) zeg je dat met:
am/are/is allowed to + werkwoord

Waar let je op? Om welke persoon gaat het:
I am
he/she/it is
you/we/they are

Slide 27 - Tekstslide

"I are allowed to go out." is een juiste zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Niet waar
De juiste vorm is I am

Slide 29 - Tekstslide

"We are allowed to wear skirts." is een juiste zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Waar
We are is de juiste vorm. 

Slide 31 - Tekstslide

Dus...
Als je iets mag (ergens toestemming voor hebt) zeg je dat met:
am/are/is allowed to +  hele werkwoord


Slide 32 - Tekstslide

24 You're allowed to
Complete the sentences. Use am/are/is + allowed to + hele werkwoord

Druk op het icoontje linksbovenin als je het even niet meer weet!

Slide 33 - Tekstslide

eat
Ida loves her diet! She ...... ice-cream every day!
am/are/is + allowed to + hele werkwoord

Slide 34 - Open vraag

borrow
I've lost my mobile but I ....... my brother's
am/are/is + allowed to + hele werkwoord

Slide 35 - Open vraag

shut up
This week, Spud ... shop alone.
am/are/is + allowed to + hele werkwoord

Slide 36 - Open vraag

go
On his holiday, Ned and brother ... where they like.
am/are/is + allowed to + hele werkwoord

Slide 37 - Open vraag

Halverwege! :) Dit onderdeel van "be allowed to" snap ik:
A
goed
B
een beetje
C
niet

Slide 38 - Quizvraag

not allowed to
We blijven hetzelfde doen maar zetten er nu not tussen:
am/are/is not allowed to + werkwoord

I am not allowed to go to work.

Let op! Schrijf niet am/are/is en not aan elkaar, dat rekent deze app fout. (Het kan wel hoor, alleen hier ff niet)


am/are/is + not allowed to + hele werkwoord

Slide 39 - Tekstslide

ride (-)
For punishment, Jeff ... his scooter to school this term.
am/are/is + not allowed to + hele werkwoord

Slide 40 - Open vraag

wear
Westgate pupils ..... sunglasses in school.
am/are/is + not allowed to + hele werkwoord

Slide 41 - Open vraag

talk
Be quiet! We ... during class.
am/are/is + not allowed to + hele werkwoord

Slide 42 - Open vraag

go out
I want to go with Eric tonight, but my mum said I ... .
am/are/is + not allowed to + hele werkwoord

Slide 43 - Open vraag

Het onderdeel "be allowed to" is klaar. Ik snap dit onderdeel:
A
Goed
B
Een beetje
C
Niet

Slide 44 - Quizvraag

Used to
Als vroeger iets altijd gebeurde maar dit is nu anders zeg je dat met used to + hele werkwoord:

We used to talk a lot.
Before I got sick I used to go to the gym every day.

Slide 45 - Tekstslide

18 Used to
(aangepast van opdracht 18)
Maak de volgende 4 zinnen af. Vul in: used to
(ja letterlijk dit.)

Slide 46 - Tekstslide

When she was little, my sister ... watch TV a lot

Slide 47 - Open vraag

When I lived in England, the pupils ... wear a uniform to school

Slide 48 - Open vraag

Before they fell out, Janet and Cecily .. be friends

Slide 49 - Open vraag

Klaar! :) Dit onderdeel snap ik:
A
Goed
B
Een beetje
C
Niet

Slide 50 - Quizvraag