Quiz gaswisseling

Goedemorgen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Quiz  Gaswisseling
2. Aan de slag opdrachten learnbeat Gaswisseling

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waarvoor dient het strottenklepje?
A
Het voorkomt dat er lucht in de mondholte komt tijdens het inademen.
B
Het voorkomt dat er lucht in de slokdarm komt tijdens het inademen
C
Het voorkomt dat er voedsel in de luchtpijp komt tijdens het slikken.
D
Het voorkomt dat er voedsel in de neusholte komt tijdens het slikken.

Slide 4 - Quizvraag

In welke volgorde stroomt de lucht door deze delen naar buiten als je uitademt?
A
Bronchiën − keelholte − luchtpijp.
B
Bronchiën − luchtpijp − keelholte.
C
Luchtpijp − bronchiën − keelholte
D
Luchtpijp − keelholte − bronchiën.

Slide 5 - Quizvraag

Welk deel van je neus heeft de functie dat ingeademde lucht verwarmd wordt.
A
neusharen
B
trilharen
C
slijmvlies
D
haarvaten

Slide 6 - Quizvraag

Er vindt snel gaswisseling plaats in de longblaasjes omdat...
A
de wand een cel laag dik is.
B
alle longblaasjes bij elkaar uit een groot oppervlak bestaat.
C
de haarvaten direct om de longblaasjes zitten.
D
A-B-C

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de brandstof voor de verbranding in de cellen in het lichaam?

Slide 8 - Open vraag

Welke stof ontstaat niet bij de verbranding in de cellen in het lichaam?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Water

Slide 9 - Quizvraag

In 4 verschillende afgesloten bakken bevinden zich:

Bak 1: hamster, temperatuur is 3 graden
Bak 2: hamster, temperatuur is 22 graden
Bak 3: salamander, temperatuur is 3 graden
Bak 4: salamander, temperatuur is 22 graden
Welk dier is koudbloedig?

A
Hamster
B
Salamander

Slide 10 - Quizvraag

In 4 verschillende afgesloten bakken bevinden zich:

Bak 1: hamster, temperatuur is 3 graden
Bak 2: hamster, temperatuur is 22 graden
Bak 3: salamander, temperatuur is 3 graden
Bak 4: salamander, temperatuur is 22 graden
Welk dier heeft de hoogste lichaamstemperatuur?
A
De hamster in bak 2
B
De salamander in bak 4

Slide 11 - Quizvraag

In 4 verschillende afgesloten bakken bevinden zich:

Bak 1: hamster, temperatuur is 3 graden
Bak 2: hamster, temperatuur is 22 graden
Bak 3: salamander, temperatuur is 3 graden
Bak 4: salamander, temperatuur is 22 graden
Bij welke salamander vindt de meeste verbranding plaats?
A
De salamander in bak 3
B
De salamander in bak 4

Slide 12 - Quizvraag

In 4 verschillende afgesloten bakken bevinden zich:

Bak 1: hamster, temperatuur is 3 graden
Bak 2: hamster, temperatuur is 22 graden
Bak 3: salamander, temperatuur is 3 graden
Bak 4: salamander, temperatuur is 22 graden
Bij welke hamster vindt de meeste verbranding plaats?
A
De hamster in bak 1
B
De hamster in bak 2

Slide 13 - Quizvraag

In 4 verschillende afgesloten bakken bevinden zich:

Bak 1: hamster, temperatuur is 3 graden
Bak 2: hamster, temperatuur is 22 graden
Bak 3: salamander, temperatuur is 3 graden
Bak 4: salamander, temperatuur is 22 graden
In welke bak wordt de meeste zuurstof verbruikt?
A
In bak 1: hamster
B
In bak 2: hamster
C
In bak 3: salamander
D
In bak 4: salamander

Slide 14 - Quizvraag

De functie van de huig is:

A
De neusholte afsluiten tijdens ademen
B
De neusholte afsluiten tijdens slikken
C
De luchtpijp afsluiten tijdens ademen
D
De luchtpijp afsluiten tijdens slikken

Slide 15 - Quizvraag

Eén van de redenen waarom de gaswisseling snel kan verlopen is omdat
A
Er veel longblaasjes zijn
B
Er veel longhaarvaten zijn
C
De longblaasjes een heel dikke wand hebben
D
De luchtwegen schoon gehouden worden

Slide 16 - Quizvraag

In de neusholte wordt de ademlucht:

A
Gedroogd, verwarmd, gereinigd en gekeurd
B
Bevochtigd, gekoeld, gereinigd en gekeurd
C
Gedroogd, gekoeld, gereinigd en gekeurd
D
Bevochtigd, verwarmd, gereinigd en gekeurd

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet nummer 3?
A
slokdarm
B
luchtpijp

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet nummer 10?
A
Huig
B
Strotklepje

Slide 19 - Quizvraag

Met slikken zijn huig en strotklepje open
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
maken learnbeat:
- Onderdeel B en C
- Samenvatting

Slide 21 - Tekstslide