Berekenen van prijs- en efficiencyverschillen in industriële ondernemingen

Berekenen van prijs- en efficiencyverschillen in industriële ondernemingen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Berekenen van prijs- en efficiencyverschillen in industriële ondernemingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je prijsverschillen, prijsresultaten, efficiencyverschillen en efficiencyresultaten berekenen voor industriële ondernemingen.

Slide 2 - Tekstslide

Leg aan de studenten uit wat ze zullen leren tijdens de les.
Wat weet jij al over prijs- en efficiencyverschillen in industriële ondernemingen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn prijsverschillen?
Prijsverschillen zijn het verschil tussen de verkoopprijs en de kostprijs van een product.

Slide 4 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden van prijsverschillen te noemen.
Hoe bereken je prijsresultaten?
Prijsresultaten zijn de winst die een onderneming maakt op een product. Dit bereken je door de verkoopprijs minus de kostprijs.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe de studenten de prijsresultaten kunnen berekenen.
Wat zijn efficiencyverschillen?
Efficiencyverschillen zijn het verschil tussen de gewerkte uren en de standaarduren die nodig zijn om een product te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden van efficiencyverschillen te noemen.
Hoe bereken je efficiencyresultaten?
Efficiencyresultaten zijn het verschil tussen de standaardkosten en de werkelijke kosten van een productieproces.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe de studenten de efficiencyresultaten kunnen berekenen.
Boom
Boom is een methode om prijs- en efficiencyverschillen te berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat Boom is en hoe het werkt.
Boom berekeningen
Bij Boom berekeningen maak je gebruik van de formule: (werkelijke hoeveelheid - standaard hoeveelheid) x standaardprijs.

Slide 9 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een Boom berekening en laat de studenten oefenen met het berekenen van prijs- en efficiencyverschillen.
Voorbeeld 1
Een fabriek produceert 1000 producten. De standaardhoeveelheid is 900 en de standaardprijs is €10. De werkelijke productiehoeveelheid is 950. Bereken het efficiencyverschil.

Slide 10 - Tekstslide

Laat de studenten deze opgave oplossen en bespreek het antwoord klassikaal.
Voorbeeld 2
Een bedrijf verkoopt een product voor €50. De kostprijs van het product is €30. Bereken het prijsresultaat.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de studenten deze opgave oplossen en bespreek het antwoord klassikaal.
Quiz
Test je kennis met deze quiz!

Slide 12 - Tekstslide

Maak een quiz met meerkeuzevragen om te testen of de studenten de stof begrijpen.
Antwoorden quiz
Bekijk hier de antwoorden van de quiz.

Slide 13 - Tekstslide

Laat de studenten de quiz maken en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefeningen
Maak nu de volgende oefeningen om je kennis te testen.

Slide 14 - Tekstslide

Geef de studenten een aantal oefeningen om te maken en bespreek de antwoorden klassikaal.
Tips
Gebruik deze tips om je Boom berekeningen te verbeteren: 1. Zorg voor een goede planning. 2. Werk gestructureerd. 3. Gebruik de juiste formules.

Slide 15 - Tekstslide

Geef de studenten handige tips om Boom berekeningen te maken.
Evaluatie
Wat vond je van deze les? Geef een cijfer van 1 t/m 10.

Slide 16 - Tekstslide

Laat de studenten de les evalueren en vraag om feedback.
Bronnen
Gebruikte bronnen: 1. Boom, 2. MBO Handleiding Industriële Bedrijfskunde, 3. www.economielokaal.nl

Slide 17 - Tekstslide

Geef de bronnen die zijn gebruikt tijdens het maken van de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.