Ontwikkelingslanden en basisbehoeften

ARM en RIJK
Ontwikkelingslanden en basisbehoeften
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

ARM en RIJK
Ontwikkelingslanden en basisbehoeften

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat ontwikkelingslanden zijn en welke basisbehoeften mensen hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat het leerdoel van deze les is, zodat ze weten wat ze kunnen verwachten.
Link wikiwijs

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijk?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Armoede?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Denk nu eens terug aan de opdrachten van het arrestatieteam, waarbij zie je dan dat er armoede of rijkdom was?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arm en rijk in de geschiedenis?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn ontwikkelingslanden?
Ontwikkelingslanden zijn landen met een laag inkomen, een zwakke economie en weinig ontwikkelde infrastructuur.

Slide 9 - Tekstslide

Leg de definitie van ontwikkelingslanden uit aan de hand van voorbeelden en vraag de leerlingen of ze zelf voorbeelden weten.
0

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Denk na welke behoefte heeft een persoon nodig? Dus wat heb je echt nodig om als mens te kunnen leven?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisbehoeften
Basisbehoeften zijn de dingen die mensen nodig hebben om te overleven, zoals voedsel, water, onderdak en gezondheidszorg.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit wat basisbehoeften zijn en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven.
Wat kost een dag?
Invulblad
- wat heb ik allemaal nodig op een dag?
- Hoeveel kost het wat ik nodig heb op een dag?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel
In ontwikkelingslanden hebben veel mensen niet genoeg te eten. Er zijn verschillende oorzaken, zoals armoede, conflicten en natuurrampen.

Slide 14 - Tekstslide

Laat foto's of video's zien van gebieden waar voedseltekorten zijn en vraag de leerlingen wat ze daarvan vinden.
Water
Schoon drinkwater is een basisbehoefte, maar in ontwikkelingslanden is het niet altijd beschikbaar. Dit kan leiden tot ziektes en sterfte.

Slide 15 - Tekstslide

Laat foto's of video's zien van gebieden waar water schaars is en vraag de leerlingen hoe ze zouden kunnen helpen.
Onderdak
Veel mensen in ontwikkelingslanden wonen in slechte omstandigheden, bijvoorbeeld in krottenwijken. Dit kan leiden tot gezondheidsproblemen en onveiligheid.

Slide 16 - Tekstslide

Laat foto's of video's zien van slechte huisvesting en vraag de leerlingen wat ze zouden kunnen doen om te helpen.
Gezondheidszorg
In ontwikkelingslanden is er vaak een gebrek aan goede gezondheidszorg. Hierdoor sterven veel mensen aan ziektes die in andere landen goed te behandelen zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Laat foto's of video's zien van medische hulp in ontwikkelingslanden en vraag de leerlingen wat ze zouden kunnen doen om te helpen.
Wat kun jij doen?
Jij kunt ook helpen om de situatie in ontwikkelingslanden te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door geld te doneren aan organisaties die zich inzetten voor ontwikkelingshulp.

Slide 18 - Tekstslide

Geef de leerlingen suggesties over hoe ze kunnen helpen en vraag hen om ideeën te delen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.