Debat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Debat in de klas! 

Wat is debatteren? 

Discussiëren

Debatteren 

Je gesprekspartner overtuigen

Het publiek overtuigen

• Je moeder overtuigen dat je écht vanavond bij je vrienden moet zitten. 
• Je docent overtuigen het s.o. een week te verplaatsen. 

• Het publiek overtuigen dat de school pas om 9 uur zou moeten beginnen. 

De opbouw van ons debat  

2:00 - Openingsspeech voorstanders

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar 

1:30 -  Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

Openingsspeech

• Stelling inleiden (voor)
• Argumenten voor de stelling uitleggen 

Slotspeech

• samenvatten belangrijkste meningsverschillen 
• uitleggen waarom jullie het 'meest' gelijk hebben! 

Reageren op de ander

1. Aanwijzen: geef aan op welk argument je gaat reageren. 
2. Samenvatten: vat in een zin het argument van de tegenstander samen: je hebt goed geluisterd. 
3. Reageren: leg uit waarom dat argument niet klopt. 
4. Concluderen: concludeer dat het dus niet klopt.  

Voorbereiden

• Groepen maken + voor-/tegenstanders
• Kiezen wie de openingsspeech en de slotspeech gaat geven
• 15 min: openingsspeech voorbereiden en argumenten bedenken, alle groepen 

Stellingen:

Groep 1 (voor) en 2 (tegen): 

Leerlingen moeten hun eigen mentor kunnen kiezen. 

Groep 3 (voor) en 4 (tegen): 

Groepsopdrachten voor een cijfer moeten worden afgeschaft. 

Stelling:

Vanaf 2025 mag er alleen nog maar duurzaam geproduceerde (merk)kleding verkocht worden.

Voorbereidingstijd 

Opstelling

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

1. Aanwijzen: geef aan op welk argument je gaat reageren. 
2. Samenvatten: vat in een zin het argument van de tegenstander samen: je hebt goed geluisterd. 
3. Reageren: leg uit waarom dat argument niet klopt. 
4. Concluderen: concludeer dat het dus niet klopt.  

Reageren op de ander:

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

Jury aan het woord