H5.2 Gemiddelde snelheid

De snelheid van Wust 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De snelheid van Wust 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Leerdoelen
  • Je kan de formule Vgem = s/t ombouwen zodat je de aandere grootheden kan berekenen.
  • Je kan tijd en afstands eenheden omrekenen.
  • Je kan de snelheid in m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Snelheid berekenen
grootheid (Symbool)
eenheid 1 
eenheid 2

afstand (s)
meter (m)
kilometer (km)

tijd (t)
seconde (s)
uur (h)

snelheid (v)
meter per seconde (m/s)
kilometer per uur (h)

Slide 6 - Tekstslide

Snelheid berekenen
snelheid=tijdafstand
vgem=ts

Slide 7 - Tekstslide

Afstand en tijd  berekenen
vgem=ts
s=vgemt
t=vgems

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieëenhalf uur fietsen is zijn gemiddelde snelheid 28 km/h.
Welke afstand (in meter) heeft Tom in die tijd afgelegd?

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieëenhalf uur fietsen is zijn gemiddelde snelheid 28 km/h.
Welke afstand (in meter) heeft Tom in die tijd afgelegd?

s = v x t = 28 x 3,5 = 98 km = 98000 m

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Geef hier je antwoord van de voorbeeldvraag. Rond je antwoord af op 1 decimaal (vergeet eenheid niet).

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Tijden omrekenen
minuten -> seconde door x60 te doen
seconde -> minuten door :60 te doen
minuten -> uren door :60 te doen
uren -> minuten door x60 te doen

uren -> seconde door x3600 te doen
seconde -> uren door :3600 te doen

Slide 14 - Tekstslide

Reken 25 minuten om naar uur. Rond af op 2 decimalen
A
0,01 uur
B
1500 uur
C
0,42 uur
D
0,25 uur

Slide 15 - Quizvraag

Reken 12,5 minuten om naar uur. Rond af op 3 decimalen
A
0,125 uur
B
0,208 uur
C
750 uur
D
3,472 uur

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de snelheden die bij elkaar horen in 1 van de vakken. De bovenste snelheid hoor bij het vak dus 20 m/s in vak 1.
20 m/s
72 km/h
63 km/h
17,5 m/s
35 m/s
126 km/h

Slide 18 - Sleepvraag

Voorbeeld
Johan fietst met een (gemiddelde) snelheid van 5,5 m/s.
Hoeveel km/h is dat?

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
Johan fietst met een (gemiddelde) snelheid van 5,5 m/s.
Hoeveel km/h is dat?

v = 5,5 m/s x 3,6 = 19,8 km/h

Slide 20 - Tekstslide

Maak de opdr. in je schrift
Adib 5,3 km fietsen. Hij doet daar 22 minuten over.
  1. Bereken de gemiddelde snelheid van Adib in m/s.

Marina fietst 16 km/h en doet er 20 minuten over om op school te komen.
   2. Bereken welke afstand Marina fietst om naar school te     komen.

Slide 21 - Tekstslide

Maak een foto van jouw antwoorden op de vorige vragen.

Slide 22 - Open vraag

De rit van Wust 
Op 1.500 meter zet ze een sterke tijd neer! Ze rijdt met 1:53,28

Wat was haar gemiddelde snelheid in m/s en in km/h 

Slide 23 - Tekstslide

Maak een foto van jouw antwoorden op de vorige vragen.

Slide 24 - Open vraag

Wat zou je nu nog willen vragen en/of wat begrijp je nog niet helemaal?

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag!
Om te controleren of je de theorie goed begrepen hebt moet je een aantal opdrachten maken.

2Havo: 1 t/m 10 

Slide 26 - Tekstslide