12.5/6 Knutselen met DNA

Hoofdstuk 12
Erfelijkheid en evolutie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 12
Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les
Huiswerk bespreking

Terugblik 12.4

12.5/6 Knutselen met DNA

Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Noem minstens één manier hoe soorten kunnen veranderen

Slide 3 - Open vraag

Tot welke menssoort behoren wij?
A
Homo Habilis
B
Homo Erectus
C
Homo Neandertahalensis
D
Homo Sapiens

Slide 4 - Quizvraag

Stamt de mens van de chimpansee af?
A
Ja, want ze hebben dezelfde voorouder.
B
Ja, de mens is uit de chimpansee geëvolueerd.
C
Nee, ze hebben wel dezelfde voorouder.
D
Nee, de mens en de chimpansee zijn niet verwant.

Slide 5 - Quizvraag

Vanuit welk werelddeel hebben onze voorouders zich verspreid over de rest van de wereld?
A
Afrika
B
Azië
C
Europa
D
Amerika

Slide 6 - Quizvraag

Australopithecus afarensis gebruikte al werktuigen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De neanderthalers stammen af van Homo erectus.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent Homo sapiens ?
A
De handige mens
B
De rechtop lopende mens
C
De denkende mens
D
De moderne mens

Slide 9 - Quizvraag

Doelen van de les
De leerlingen kunnen beargumenteren of genetische modificatie wenselijk is. 
De leerlingen kunnen verschillende manieren benoemen waarop DNA veranderd kan worden.

Slide 10 - Tekstslide

Wat vind je van genetische modificatie (verandering)?
A
Prima
B
Slecht
C
Niet goed, niet slecht
D
(nog) geen mening

Slide 11 - Quizvraag

Waarom zou je DNA willen veranderen?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Waarom zo je DNA willen veranderen? 
groeihormoon voor kinderen
medicijnen
biobrandstof
(aangepast)voedsel
genezen van ziekten(gentherapie)

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurt er in de cel?
Het DNA wordt gelezen door speciale eiwitten
Vervolgens weet de cel wat er moet gebeuren (bijvoorbeeld het aanmaken van stoffen)
Dit wordt vervolgens gedaan met alle informatie die op het DNA van de cel (en dus het organisme) ligt

Slide 15 - Tekstslide

Gentherapie
Ingrijpen in de genen
vb insuline
insuline wordt gemaakt door bacterien waar een menselijk gen in gebracht is.

Slide 16 - Tekstslide

hoe kun je DNA veranderen? 
  • gewenst gen d.m.v. enzymen 'knippen' uit DNA
  • injecteren d.m.v. vector of m.b.v. kogeltjes inbrengen in de celkern van organisme
  • selecteren van cellen met het nieuwe gen




Slide 17 - Tekstslide

virus als vector 
plasmide als vector 

Slide 18 - Tekstslide

hoe kun je DNA veranderen? 
  • gewenst gen d.m.v. enzymen 'knippen' uit DNA
  • injecteren d.m.v. vector of m.b.v. kogeltjes inbrengen in de celkern van organisme
  • selecteren van cellen met het nieuwe gen

transgeen organisme  is het resultaat van genetische modificatie 


Slide 19 - Tekstslide

DNA modificeren
Niet natuurlijk -> DNA is niet het probleem, eiwitten zijn dat misschien wel

Slide 20 - Tekstslide

Wat vind jij van genetische modificatie?

Slide 21 - Open vraag

Zelfstandig aan de slag
Maken paragraaf 12.4

Slide 22 - Tekstslide