02 Hypotheken Kopen of huren: deel 1

Hypotheken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
HypothekenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hypotheken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
3:00
Economisch nieuws of financiële dienstverlening in het nieuws

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze les
Je weet wat de woningmarkt is
Je weet hoe de woningmarkt er in Nederland uitziet
Je weet hoeveel Nederlanders van hun inkomen gemiddeld kwijt zijn aan hun woonlasten
Je weet dat de huursector uit twee sectoren bestaat
Je weet wanneer je recht kunt hebben op huurtoeslag
Je kent de belangrijkste regels die van toepassing zijn bij het huren van een woning

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woningmarkt
Bestaat uit de totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen. 

  • Huurwoningen
  • Koopwoningen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Huren of kopen?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huren of kopen?
De keuze om te huren of te kopen is een ingewikkelde. Zowel huren als kopen heeft voor- en nadelen.

Maar niet iedereen heeft een keuze. Als iemand geen vast inkomen heeft, is de kans kleiner dat de bank een hypotheek wil verstrekken. Kopen is dan vaak al geen mogelijkheid meer.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat zegt deze afbeelding over de woningmarkt?
Je kunt de afbeelding groter maken.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekort aan woningen
In Nederland heerst een tekort aan woningen. Daarom zijn woningen duur. 

Gemiddeld genomen zijn Nederlanders zo’n 35% van hun inkomen kwijt aan hun woonlasten. Maar dat is inmiddels in veel gevallen opgelopen naar circa 50%.
Op 1 januari 2019 waren er in Nederland in totaal ruim 7,8 miljoen woningen beschikbaar. Ruim de helft daarvan waren koopwoningen:

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EEN HUIS HUREN

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische zaken bij huren?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gebouwd met overheidssteun (woningcorporatie)
Huurtoeslag mogelijk
Er geldt een maximum voor de jaarlijkse huurverhoging

Gebouwd zonder overheidssteun 
Geen huurtoeslag mogelijk
Er geldt geen maximum voor de jaarlijkse huurverhoging

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale en vrije huursector worden van elkaar gescheiden door de zogenaamde liberalisatiegrens. Die ligt in 2023 bij een maandhuur van  €808,06  voor nieuwe huurcontracten
Als de huur hoger ligt, gaat het per definitie om een woning in de vrije sector.  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huurtoeslag
Wanneer je weinig inkomen hebt, kun je via de belastingdienst ook huurtoeslag aanvragen. Hier zitten wel hele strenge regels aan.

Huurtoeslag geldt alleen voor de sociale huursector. Dat wil zeggen dat je een woning huurt via een woningcorporaties. Dit zijn stichtingen die veel huurwoningen bezitten en deze verhuren tegen lage tarieven.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huurtoeslag
Hoe hoger het inkomen is, hoe minder huurtoeslag je krijgt. Het kan ook zijn dat je inkomen te hoog is om huurtoeslag te krijgen.

Hoe hoog je inkomen mag zijn, hangt af van je huur, je leeftijd en de samenstelling van je huishouden. Het gaat om het totale inkomen dat je in een jaar verdient.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels bij verhuur
Opzegging door de verhuurder kan maar in een aantal gevallen en loopt vrijwel altijd via de rechter.
Een belangrijk voorbeeld van beëindiging van de huurovereenkomst is bij wanprestatie van de huurder.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels bij verhuur
Dwingend recht, mag niet van afgeweken worden:
  • een huurovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd;
  • de huurder mag verbeteringen aanbrengen die nauwelijks kosten met zich meebrengen en verwijderd kunnen worden ;
  • als de huurder overlijdt, blijft het huurcontract bestaan bij duurzame gemeenschappelijke huishouding en dat is bij  huwelijk , geregistreerd partnerschap als de woning het hoofdverblijf is;
  • als de verhuurder overlijdt, blijft het huurcontract bestaan;
  • als de woning wordt verkocht, blijft het huurcontract bestaan.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels bij verhuur
Dwingend recht, mag niet van afgeweken worden
-Huisgenoten van de huurder die niet zijn echtgenoot of geregistreerde partner zijn, worden volgens de wet niet gezien als ‘medehuurder’. 
-Behalve dan natuurlijk, wanneer deze huisgenoot partij is bij de huurovereenkomst (in het huurcontract staat als medehuurder). 
-Medebewoner met wie de huurder een relatie heeft, of de kinderen van de huurder. Mogen zij  dan na zijn overlijden in de huurwoning blijven wonen?
Ja, voor de duur van 6 maanden, maar alléén als zij voor het overlijden een ‘duurzame gemeenschappelijke huishouding’ voerden met de huurder en daarnaast ook hun hoofdverblijf hadden in de woning.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat na deze 6 maanden?
De verhuurder vragen of hij ook na deze zes maanden de huurovereenkomst als huurder mag voortzetten. 
Maar geeft de verhuurder aan dat hij dit niet wil, dan kan deze ‘zes maanden huurder’ de rechter verzoeken hierover te beslissen. Hij moet dit verzoek dan wel daadwerkelijk instellen binnen deze termijn van zes maanden. Zolang de rechter op dit verzoek nog niet onherroepelijk heeft beslist mag hij in de woning blijven wonen (art. 7:268 lid 2 BW).

⚠ Let op: de verhuurder hoeft er niet op te wijzen dat de huurovereenkomst binnen zes maanden zal eindigen (HR 21 maart 2003, NJ 2003, 591). Bent u te laat met het verzoek aan de kantonrechter dan eindigt de huurovereenkomst!



In principe is de huishouding met meerderjarige kinderen  niet duurzaam

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

‘duurzame gemeenschappelijke huishouding’
Duurzaam’ wil zeggen dat het niet een ‘aflopende’ situatie betreft, zoals dat doorgaans het geval is bij inwonende meerderjarige kinderen. Die voeren misschien wel een ‘gemeenschappelijke huishouding’ met de huurder, maar meestal zullen kinderen op een bepaald moment het huis uit gaan en op zichzelf gaan wonen. Daarom is geen sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding, maar van een aflopende samenwoningsrelatie. Zie bijvoorbeeld deze uitspraak (Hof Amsterdam 8 februari 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BP3634).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels bij verhuur
Aanvullend recht, geldt alleen als er geen andere afspraken zijn gemaakt:
  • groot onderhoud voor rekening van de verhuurder;
  • onderverhuur is toegestaan;
  • bij kamerverhuur geldt een proeftijd van 9 maanden.

Slide 21 - Tekstslide

Bij hospitakamers gelden de eerste 9 maanden van het huurcontract als proeftijd. Binnen die tijd kan de verhuurder zonder reden de huur opzeggen. De huurder heeft in die tijd dus geen huurbescherming. Wel heeft de verhuurder een opzegtermijn van minimaal 3 maanden.
Plichten huurder
  • Huur betalen
  • Opzegtermijn, meestal één maand
  • Grotere aanpassingen woning alleen met toestemming, anders bij einde huurcontract opleveren in de oorspronkelijke staat
  • Klein onderhoud; schoonmaken, tuin etc. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hypotheken

Einde van de theorie les

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies