aantekeningen H3 Getallen

H3 Getallen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wiskunde

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

H3 Getallen

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Natuurlijke getallen
Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 

Natuurlijke getallen zijn alle positieve gehele getallen en nul. (0,21,345,678944, ..)

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Natuurlijke getallen
Waarde van natuurlijke getallen

Duizendtallen (D)                 6 7 4 8
Honderdtallen (H)
Tientallen (T)
Eenheden (E)

Slide 3 - Tekstslide

Grote getallen
Duizend               1 000 
Tienduizend          10 000 
Honderduizend     100 000
Miljoen               1 000 000
Miljard               1 000 000 000

Slide 4 - Tekstslide

3.1 Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






Slide 5 - Tekstslide

3.2 Delers van getallen
Neem het getal 36       36 : 2 = 18        2 is een deler van 36
Andere delers van 36 zijn: 
         


De delers van een getal zijn de gehele getallen waardoor je het getal kan delen.  Er moet dan een heel getal uitkomen.
   
1    36
2   18
3   12
4    9
6    

Slide 6 - Tekstslide

3.2 Veelvoud
Je kunt ook zeggen 36 is een veelvoud van 2 (want 2x18=36). 

De veelvouden van een getal zijn de getallen van de tafel van dat getal.

Veelvouden van 2 zijn:   2,4,6,8,10, ..
Veelvouden van 13 zijn:   13,26,39,52, ..




De eerste 5 veelvouden van 2 zijn: 2, 4, 6, 8, 10  

Slide 7 - Tekstslide

3.2 Even en oneven
Een getal dat deelbaar is door het getal 2 is even.
(2,4,16,34,68,354, ...)


Een getal dat niet deelbaar is door het getal 2 is oneven.
(1,3,15,33,57,355, ...)

Slide 8 - Tekstslide

3.2 Priemgetallen
Een priemgetal heeft precies twee delers.
Namelijk 1 en zichzelf.

De eerste vijf priemgetallen zijn: 2,3,5,7,11



Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

3.3 breuken



Vereenvoudigen
Teller en noemer door het zelfde getal delen. 
Zo klein mogelijk maken.


breuk=noemerteller

Slide 11 - Tekstslide

Decimale getallen 






Slide 12 - Tekstslide

3.4 decimale getallen
Een decimaal getal is een getal met één of meerdere cijfers achter de komma.

Slide 13 - Tekstslide

van breuk naar decimaal getal
109=0,9
243=210075=2,75
254=10016=0,16
409=20045=1000225=0,225

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Afronden
Rond je een getal af op 2 decimalen, dan kijk je naar de derde decimaal.

5,9654321   

0,1,2,3 en 4 rond je af naar beneden
5,6,7,8 en 9 rond je af naar boven

Slide 16 - Tekstslide

Theorie leren

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

0

Slide 19 - Video

Toets maken
Begin bij de makkelijke vragen. Dat geeft zelfvertrouwen.
Zorg dat je al je spullen bij je hebt. Je mag niet van elkaar lenen! Je kunt misschien niet alle opgaven maken, zodat je niet alle punten kunt halen.
Werk overzichtelijkSchrijf netjes met pen en teken met potlood. Schrijf je berekeningen op! Controleer je antwoord.
Niet blijven piekeren als je het antwoord niet direct weet.
Probeer aan je tempo te denken.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe nakijken?

Ga naar magister
leermiddelen
Kies "wiskunde 12e editie"
Kies je klas.
Kies het juiste hoofdstuk.
Klik op "antwoorden en uitwerkingen"
Druk op bekijken


Slide 21 - Tekstslide

Wat kun je nog doen thuis?

Wat kun je nog leren?

Samenvatting (werkboek en theorieboek).

Aantekeningen van docent, filmpjes kijken en quizlet (LessonUp en schrift).

Blauwe kaders en teksten (theorieboek).


Wat kun je nog maken?

Alle fout gemaakte opgaven bekijken uit het hoofdstuk of je ze nu wel snapt.

Extra oefenen / herhalen: Samenvatting, Test jezelf en Extra oefenening (theorieboek)

Oefenen op proefwerk niveau: 2.6 (theorieboek) en oefentoets (werkboek of digitaal)


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Reproductie (R)
Voorbeelden van R-vragen: alles wat je uit je hoofd moet en kan leren.
Formules, figuren en symbolen
Begrippen en hun definitie
Stappenplannen

Voorbeelden van manieren om je scores op R-vragen te verbeteren.
Het maken van leerkaartjes (bijv. Quizlet, WRTS).
Begrippenlijst, stappenplannen en/of samenvatting maken.
Maak het zichtbaar (mindmap, tekeningen, woordweb, ..).
Organisatie

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag  (R verbeteren)


Maak de samenvatting (werkboek)

Maak een begrippenlijst voor jezelf met alle woorden die je nog lastig vindt uit dit hoofdstuk.

  

Oefen alle begrippen 

(Quizlet, begrippenlijst, samenvatting; Wat werkt voor jou?)







timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide

Toepassen in een bekende situatie (T1) 
Voorbeelden van T1-vragen: alles wat je hebt geoefend.
Opgaven vergelijkbaar met de opgaven uit de gemaakte paragrafen (basisstof).

Voorbeelden van manieren om je scores op T1-vragen te verbeteren.
Maak stappenplannen.
Opgaven goed nakijken, verbeteren en (fouten) opnieuw bestuderen.
Oefenen door samenvatting, extra stof en Test Jezelf te maken (theorieboek).
Oefenen

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag (T1 verbeteren)
Kijk je werk goed na en verbeter je fouten!
(Alles al nagekeken? Wat voor fouten heb je gemaakt?)

Maak 
  • alle fout gemaakte opgaven van de basisstof nogmaals.
  • om nog extra te oefenen: samenvatting, extra oefening en/of test jezelf (theorieboek)

timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Toepassen in een nieuwe situatie (T2) 
Voorbeelden van T2-vragen: het geleerde en geoefende samenvoegen.
Opgaven oplossen die net op een andere manier worden gevraagd dan de gemaakte paragrafen (basisstof). Het geleerde en geoefende samenvoegen.

Voorbeelden van manieren om je scores op T2-vragen te verbeteren.
Probeer de vraag in je eigen worden te vertalen. Wat vragen ze eigenlijk?
Voorbereiden - aanpak kiezen - berekenen - antwoord geven - controle.
Gemengde opgaven en oefentoets maken.
Begrijpen en toepassen

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag (T2 verbeteren)
Maak opgaven op proefwerkniveau.
paragraaf 3,5 (theorieboek) en de oefentoets (werkboek)
Kijk je gemaakte werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten.
timer
20:00
Het geleerde en geoefende samenvoegen.

Slide 30 - Tekstslide

Inzicht (I) 
Voorbeelden van I-vragen: vanuit verschillende nieuwe kanten denken.
Opgaven oplossen waarbij extra denkstappen geeist worden. Ze gaan verder dan de aangeboden leerstof. 

Voorbeelden van manieren om je scores op I-vragen te verbeteren.
Probeer de vraag in je eigen worden te vertalen. Wat vragen ze eigenlijk?
voorbereiden - aanpak kiezen - berekenen - antwoord geven - controle

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag (I verbeteren)
Maak de uitdagende opgaven aan het einde van elke paragraaf.
Bedenk zelf een opgave die met dit thema te maken heeft. 


timer
20:00

Slide 32 - Tekstslide

Stappenplan 
Doorloop bij alle T2 en I vragen de volgende stappen

  1. Voorbereiden: 
  2. Aanpak kiezen: 
  3. Berekenen: 
  4. Antwoord geven
  5. Controle:   

Slide 33 - Tekstslide

uitwerking stappenplan
  1. Voorbereiden: vraag goed lezen, tekening/schets maken, markeren en/of gegevens noteren die belangrijk zijn.
  2. Aanpak kiezen: voorkennis, hoe los je zoiets op?
  3. Berekenen: combineer je gegevens en/of bereken.
  4. Antwoord geven: herhaal in je antwoord waar mogelijk (een deel van) de vraag.
  5. Controle: Vraag opnieuw lezen, antwoord juist en volledig, notatie goed (eenheid, afronden)   

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video