H2.1 Stoffen in huis

H2 Stoffen
2.1 Stoffen in huis
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H2 Stoffen
2.1 Stoffen in huis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Stoffen herkennen
Belangrijke begrippen

  • Stofeigenschappen
  • Oxideren en roesten
  • Oplosbaarheid 
  • Elektrische geleiding
  • Fasen
  • Smeltpunt, stolpunt en kookpunt

Slide 2 - Tekstslide

Lesstart 5 min
Stoffen en veiligheid
Inslikken: ammonia, bleekmiddel
                   (beschadiging van de slokdarmen en
                    maag)
Aanraken: ammonia, insecticiden en bleekmiddel
                    (De huid kan beschadigen
                     of de stoffen kunnen via de huid in je
                     lichaam terecht komen)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen en veiligheid
Inademen:  koolstofmonoxide (kolendamp)
                   Komt vrij bij CV ketels gashaarden en geisers.  
                   Je kunt het niet ruiken.
                   Is dodelijk.
 
                   aardgas 
                   Is geurloos.
                   Er wordt een geurtje aan toegevoegd zodat je                                             gewaarschuwd wordt. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen en veiligheid
Inademen: verf
                     Bij sommige soorten verf en lijm komen
                     schadelijke dampen vrij.
                     Een goede ventilatie is belangrijk.

                     
                     Chloor in combinatie met zuur.
                     (chloorgas)
                     Meng nooit verschillende stoffen.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen en veiligheid
Brand en explosie gevaar:

benzinedamp,                                    terpentine, 
spiritus, 
aardgas.

na een gasexplosie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen ordenen

Stoffen kun je herkennen aan stofeigenschappen.

Deze kun je gebruiken om stoffen te onderscheiden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen en veiligheid
Op etiketten staat een gevarensymbool

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen?
A
Door de oplosbaarheid te testen
B
Door de kleur te observeren
C
Door de geur te ruiken
D
Door het smeltpunt te meten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stofeigenschap is een eigenschap
A
waaraan je stoffen kunt herkennen
B
die laat zien hoeveel je van een stof nodig hebt

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In huis worden veel stoffen gebruikt. Die zet je niet willekeurig door elkaar. Als je stoffen opruimt, zet je meestal stoffen bij elkaar met dezelfde:
A
kleur
B
smaak
C
verpakking
D
toepassing

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies