3H ECO H 5.2 DE MARKTwerking

programma vandaag
herhaling paragraaf 5.1
Uitleg en maken paragraaf 5.2

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

programma vandaag
herhaling paragraaf 5.1
Uitleg en maken paragraaf 5.2

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen 
*Je kunt uitleggen of vooral de consument of de producent profiteert van de marktwerking.
*Je kunt de rol van externe effecten bij de marktwerking uitleggen.
*Je kunt voorbeelden noemen van maatregelen van de overheid om negatieve externe effecten te beperken en positieve te bevorderen.


Slide 2 - Tekstslide

Import of export?
"Action" koopt producten uit China

A
Import
B
Export

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer heeft een land een open economie?
A
weinig import en veel export
B
weinig import en weinig export
C
veel import en weinig export
D
veel import en veel export

Slide 4 - Quizvraag


Import of export?
Ik ben op vakantie in Frankrijk

A
Import
B
Export

Slide 5 - Quizvraag

Wat is BBP?
A
Bruto Buitenlands product
B
Bruto Binnenlands Product
C
Buiten Binnenlands product
D
Geen van deze

Slide 6 - Quizvraag

NL heeft een nationaal inkomen van €750 miljard. Totale invoer is €445 miljard. Totale uitvoer is € 575. Wat is importquote?

A
€333.750
B
€431.250
C
59,4%
D
76,7%

Slide 7 - Quizvraag

Om te beoordelen of een land een open economie heeft wordt er gekeken naar..
A
De import van goederen & diensten
B
De export van goederen & diensten
C
Zowel de import als export van goederen & diensten
D
De importquote

Slide 8 - Quizvraag

Het beschermen van Europese bedrijven (goederen en diensten) tegen bedrijven buiten de EU noemen we..
A
Protectiemaatregelen
B
Invoerrechten
C
Interne markt
D
Subsidies

Slide 9 - Quizvraag

Bereken de exportquota voor 2011 en 2012
rond af op hele procenten

Slide 10 - Open vraag

Export
Waar verdienen we het meeste aan?
zie volgende slide met filmpje.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

herhalingsfilmpje over open en gesloten economie
kijk naar het herhalingsfilmpje over open economie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

6.2 De uitkomsten van de markt
leerdoelen
Je leert wat welvaart is
Wat zijn externe effecten

Slide 15 - Tekstslide

Welvaart

Slide 16 - Tekstslide

Welvaart = in welke mate mensen in staat zijn om hun behoefte aan schaarse goederen en diensten te bevredigen. Omdat de behoeften groter zijn dan de middelen ligt het voor de hand dat de welvaart stijgt als mensen meer schaarse goederen kunnen kopen.
De laatste jaren verstaan we onder welvaart ook andere punten dan het kopen van schaarse producten en diensten.
Gezondheid
Veiligheid
Geluk
Vrije tijd 
Etc……
 

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent een extern effect?
  • Externe effecten zijn onbedoelde bijwerking van productie of consumptie die de welvaart van een ander dan de veroorzaker beïnvloedt.

Welke soorten effecten heb je?
  • Positief extern effect
  • Negatief extern effect

Slide 18 - Tekstslide

externe effecten

Slide 19 - Tekstslide

Er zijn momenten dat de overheid het marktevenwicht ongewenst vindt en ingrijpt. ​
De belangrijkste reden om in te grijpen zijn externe effecten. ​
Externe effecten zijn extern omdat ze niet worden meegenomen in de prijs van een product. Externe effecten hebben een onbedoelde invloed op de welvaart in een land. Deze invloed kan zowel negatief als positief zijn.​

Bijvoorbeeld:​
1) luchtvervuiling bij afvalverbranding (negatief extern effect)​
2) geluidsoverlast van vliegverkeer (negatief extern effect)​
3) goed onderhouden gebouwen in een toeristisch gebied (positief extern effect)​

Bij een positieve extern effect leidt dit tot een grotere welvaart.​
bij een negatieve extern effect leidt dit tot een lagere welvaart. 

Slide 20 - Tekstslide

Negatief extern effect =
een bijeffect (niet bedoeld effect)
bij consumptie of productie van een goed
die de welvaart van een ANDER dan de gebruiker negatief beinvloedt

Slide 21 - Tekstslide

Nog andere voorbeelden:
  •  Een veel gebruikt voorbeeld van een negatief extern effect is ‘milieuvervuiling bij productie’. Door de milieuvervuiling van een producent daalt de welvaart van anderen.

  • Een ander voorbeeld van een negatief extern effect is het vandalisme rond voetbalwedstrijden. De kosten van politie, de kosten van het opruimen van rommel en de schade die ontstaat zijn allemaal niet in prijs van de kaartjes meegenomen.

  • Het meeluisteren naar je de muziek van je buren als je in de tuin zit kan zowel positief als negatief zijn. Als je het rotmuziek vindt is het negatief. Het wordt echter een positief extern effect als je het leuke muziek vindt.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Er staat een windmolen in de achtertuin van Pietje, dat zijn uitzicht bederft.
A
POSITIEF EXTERN EFFECT
B
NEGATIEF EXTERN EFFECT

Slide 24 - Quizvraag

Lien is aan het fietsen en laat perongeluk haar plastic tas in de natuur vallen. Ze heeft het niet door.
A
POSITIEF EXTERN EFFECT
B
NEGATIEF EXTERN EFFECT

Slide 25 - Quizvraag

huiswerk H 5 § 2
  • Bestuderen 5.2
  • Maken opdrachten 7 t/m 13 (pagina 111 t/m 113)
  • Bekijk en lees de theorie 110 t/m 113
  • Maak 9 t/m 14 pagina 123 en 16 t/m 19

Slide 26 - Tekstslide