H3, les 9

Economie 
Hoofdstuk 3: sparen en lenen

Onderdeel lenen
pagina 42-46
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Economie 
Hoofdstuk 3: sparen en lenen

Onderdeel lenen
pagina 42-46

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Planning komende weken --> 5 lessen
  • Uitleg lenen
  • Doornemen aflossingsplan
  • Opdrachten maken. 
Doelen:
- Je kunt verschillende soorten leningen benoemen en hun eigenschappen.
- Je kan een aflossingsplan invullen. 
- Je kan het verschil benoemen tussen annuïtaire en lineaire leenvormen. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning komende weken
Datum
Les 
15-5
Lenen
19-5
Intro indexcijfers
22-5
Indexcijfers
5-6
Indexcijfers
12-6
Herhalen H3
16-6
Laatste lesdag

Slide 3 - Tekstslide

3.3 Lenen --> soorten leningen
Hypothecaire lening: dit is een lening voor het kopen van een huis.
Dit met het huis als onderpand. 
Zo heeft de bank zekerheid wanneer jij de lening niet kunt terugbetalen. 


Persoonlijke lening: dit is een lening waarbij het bedrag dat je leent direct in zijn geheel op je rekening wordt gestort. Je betaalt iedere maand een vast bedrag voor rente en aflossing

Slide 4 - Tekstslide

3.3 Lenen --> soorten leningen
Kopen op afbetaling: Hierbij wordt de koopprijs in termijnen achteraf betaald.
Doorlopend krediet: je mag flexibel een maximumbedrag lenen indien je dat nodig hebt. Dit wordt ook wel 'rood staan' genoemd. 
Rood staan: je mag een klein bedrag "in de min" gaan op je betaalrekening. Vaak hoge rente (10%)

Slide 5 - Tekstslide

Bron 3.3 op blz. 44. 

Slide 6 - Tekstslide

Hyptheekvormen
Annuïtaire hypotheek: 
Een vast bedrag aan aflossing en rente elke maand. Bijvoorbeeld € 500 elke maand. 

Lineaire hypotheek:
Naar verloop van tijd neemt het bedrag aan rente af. Aan het begin veel rente omdat de schuld hoog is. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Verschil annuïtair en liniair
  • Vaste bedrag per maand (annuïtair) vs niet vast bedrag per maand (Lineair).
  • Aflossingsdeel neemt toe (annuïtair) vs aflossingsdeel blijft gelijk (Lineair).

Slide 9 - Tekstslide

Aflossingsplan
Bij een annuïteiten lening betaal je elke periode een vast bedrag. In dat vaste bedrag zit rente én aflossing. 

Door aflossing daalt de schuld. Door rente daalt de schuld niet. Je berekent eerst de rente, dan weet je wat er overblijft voor aflossing. 

Schuld begin jaar 1 - aflossing van jaar 1 = schuld eind jaar 1
Rente + aflossing = annuïteit (vast bedrag per jaar)

Slide 10 - Tekstslide

Aflossingsplan liniair
Lening van € 6500 met 7% rente
Schuld begin jaar
Rente bedrag
Aflossing
Bedrag per jaar
Schuldrest einde jaar
Jaar 1
6500
2166,67
Jaar 2
2166,67
Jaar 3
2166,67

Slide 11 - Tekstslide

Aflossingsplan liniair
Lening van € 6500 met 7% rente
Schuld begin jaar
Rente bedrag
Aflossing
Bedrag per jaar
Schuldrest einde jaar
Jaar 1
6500
455
2166,67
2621,67
4333,33
Jaar 2
4333,33
303,33
2166,67
2470
2166,67
Jaar 3
2166,67
151,67
2166,67
2318,34
0

Slide 12 - Tekstslide

Aflossingsplan annuïteiten
Lening van € 6500 met 7% rente
Schuld begin jaar
Rente bedrag
Aflossing
Vast bedrag per jaar
Schuldrest einde jaar
Jaar 1
6500
2476,84
Jaar 2
Jaar 3

Slide 13 - Tekstslide

Aflossingsplan annuïteiten
Lening van € 6500 met 7% rente. 
Schuld begin jaar
Rente bedrag
Aflossing
Vast bedrag per jaar
Schuldrest einde jaar
Jaar 1
6500
455
2021,84
2476,84
4478,16
Jaar 2
4478,16
313,47
2163,37
2476,84
2314,79
Jaar 3
2314,79
162,04
2314,80
2476,84
0

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken

Wat: maak opdrachten 3.30 t/m 3.35 op blz. 44- 47
           nakijken huiswerk  3.21 t/m 3.25 op blz 41-42

Hulp?: overleg rustig met diegene naast je.
Daarna vraag je het aan de docent. 
Ben je klaar? maak opdracht 3.26 t/m 3.29 op blz. 42-43
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide