Les 5: hoofdstuk 1: Paarden

Hoofdstuk 1: Paarden
IBS 4: de boerderij

MBO niveau 2
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: Paarden
IBS 4: de boerderij

MBO niveau 2

Slide 1 - Tekstslide

Heb jij kennis van / ervaring met paarden?
Ja
Nee
Een beetje

Slide 2 - Poll

Lesdoelen
1. Je herkent en benoemt minimaal 20 verschillende paardenrassen
2. Je legt uit hoe de dagelijkse en periodieke verzorgende werkzaamheden van paarden uitgevoerd moeten worden
3. Je kan een paard de juiste hoeveelheid voer en water geven
4. Je kan beoordelen of het voer geschikt is voor het paard
5. Je kan een paard op de juiste wijze met oog voor dierenwelzijn hanteren en fixeren
6. Je kan verschillende huisvestingssystemen van paarden benoemen
7. Je kan aangeven welke voor- en nadelen bij de huisvestingssystemen benoemen
8. Je kan de specifieke huisvestingsbehoeften van paarden benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Waarvoor worden
paarden gehouden?

Slide 4 - Woordweb

Doel houden paarden
vroeger:
  • vervoersmiddel
  • werkdier
  • lastdier

tegenwoordig:
  • sport
  • hobby
  • melk
  • gehandicaptenzorg 

Slide 5 - Tekstslide

Hanteren paard
- Vluchtdier met dode hoek

Slide 6 - Tekstslide

Exterieur paard
I. Voorhand 
        (hoofd, hals, voorbeen)
II. Middenhand 
        (rug, borstkas, buik)
III. Achterhand 
       (bekken, achterbeen)

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een pony en een paard?

Slide 8 - Open vraag

Typen paarden
Een manier van indelen:
  • Warmbloeden
voorouders zowel volbloeden als koudbloeden 
gretig temperatment
  • Koudbloeden
zeer geduldig karakter, zeer gespierde achterhand, grote kracht
  • Volbloeden
een ranke bouw, een bescheiden schofthoogte  en een lange, gewelfde hals. 
temperament  'vurig',  bijzonder snel

Slide 9 - Tekstslide

Welk type paard is zeer geschikt voor paardenraces, omdat ze zeer
snel zijn?
A
warmbloeden
B
koudbloeden
C
volbloeden

Slide 10 - Quizvraag

Welk type paard wordt veel gebruikt in de dressuur- en springsport?
A
warmbloeden
B
koudbloeden
C
volbloeden

Slide 11 - Quizvraag

Welk type paard is geschikt als trekdier?
A
warmbloeden
B
koudbloeden
C
volbloeden

Slide 12 - Quizvraag

Arabisch volbloed
Engels volbloed
Shire
Tinker
Andalusiër
Appaloosa
Fries paard
IJslander
Welsh pony
Haflinger

Slide 13 - Tekstslide

New Forest
Fjord
Shetlander
Belgisch trekpaard
Lipizzaner
Konikpaard
Przewalski paard
Hackney
Falabella
Dartmoor 

Slide 14 - Tekstslide

Wat hoort bij de dagelijkse
verzorging van een paard?

Slide 15 - Woordweb

Dagelijkse verzorging
  • Voeren
  • Water geven
  • Exterieurverzorging (poetsen)
  • Mesten
  • Monitoren 
  • Aandacht geven (= kuddedier)
  • Weidegang geven 
  • Eventueel rijden

Slide 16 - Tekstslide

Voeren
paard = herbivoor

Van oorsprong een steppe dier dat de hele dag op zoek is naar ruwvoer 
met weinig voedingswaarde.

  • Meerdere voedingsmomenten per dag met kleine hoeveelheden.
  • Ruwvoer essentieel (Hooi/gras/voordroog)
  • Krachtvoer voor extra energie en voldoende vitamines/mineralen.
  • Grote blinde darm met bacteriën, die de celwand kapot kan maken. Waardoor voedingsstoffen opgenomen kunnen worden.
                                                                   giftig: boterbloem en jacobskruiskruid


Slide 17 - Tekstslide

Maagdarmstelsel paard

Slide 18 - Tekstslide

Water
Dieren hebben water nodig voor:
  • het oplossen en transporteren van voederbestanddelen;
  • het regelen van de lichaamstemperatuur door zweten en ademen;
  • het functioneren van de longen;
  • de productie (melk, groei);
  • de uitscheiding van afvalstoffen die afkomstig zijn van de stofwisseling.

Slide 19 - Tekstslide

Wat bedoelen we met het woord ad libitum?

Slide 20 - Open vraag

Waarom moet een
paard worden gepoetst?

Slide 21 - Woordweb

Exterieurverzorging (poetsen)
  • Om hem schoon te maken en te houden.
  • Om de bloedsomloop te stimuleren.
  • Als massage voor de spieren.
  • Om hem te controleren op wondjes.
  • Voor het sociale contact.
  • Als je naar een wedstrijd, keuring of show gaat.

Slide 22 - Tekstslide

Zet de juiste naam bij de juiste afbeelding.
zachte borstel
harde borstel
ros
borstel
hoeven krabber

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Video

Hoefbevangenheid
voorjaar/vroege zomer jong gras = hoog fructaangehalte 
--> hoefbevangenheid
(zeer pijnlijke ontsteking tussen hoefwand en hoefbeen waardoor deze los van elkaar raken) 

Slide 25 - Tekstslide

Wat hoort bij de periodieke
verzorging van een paard?

Slide 26 - Woordweb

Periodieke werkzaamheden
  • Stal volledig uitmesten  en eventueel ontsmetten
  • Vaccineren
  • Ontwormen
  • Hoeven laten bekappen

Slide 27 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen reinigen en
ontsmetten.

Slide 28 - Open vraag

Soorten huisvesting

  • Box
- Bij voorkeur 2 x stokmaat
- Binnen verblijf waar paard alleen gehouden wordt
  • Paddock
- Niet begroeide buitenplaats waar paarden meestal alleen staan.
  • Paddock paradise
- Nieuwe trend
- Gebaseerd op natuurlijke habitat/leefomgeving
  • Loopstallen
- groepsstal
- Opfok van jonge paarden tijdens de wintermaanden

Slide 29 - Tekstslide

signalement: GHROKA

G. - Geslacht (hengst, ruin, merrie)
R. - Ras
     - bloed/gebruikerstype (volbloed/warmbloed, koudbloed)
H. - Hoogte
O. - Ouderdom
K. - Kleur
A. - Aftekeningen

Slide 30 - Tekstslide

Aftekening paardenbeen
1: Witte kroonrand
2: Sokje
3: Sok
4: Witvoet
5: Half witbeen
6: Witbeen
7: Hoog witbeen
8: Witte kroonrand, achter hoog oplopend
9: Sok, achter hoog oplopend (tot over de kogel)
10: Sok voor en achter oplopend
11: Witvoet voor oplopend
12: Witvoet oplopend tot halverwege de pijp
13: Half witbeen voor oplopend (tot aan de voorknie)

Slide 31 - Tekstslide




aftekening paardenhoofd

Slide 32 - Tekstslide