5V Beco FinZelf H8 herhaling

Bij welke beurskoers heb je niets aan de putoptie?
A
< 14
B
> 14
C
< 18
D
> 18
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bij welke beurskoers heb je niets aan de putoptie?
A
< 14
B
> 14
C
< 18
D
> 18

Slide 1 - Quizvraag

Bij welke beurskoers is het voordeel van de putoptie even groot als de optiepremie?
A
0
B
14
C
18
D
30

Slide 2 - Quizvraag

Examenopgave
13 obligatie

14 a put optie, b longpositie, c hedgen

15 d 18, want 100% verlies, optie dus geen waarde meer
15 e 4, want bij koers van 14 heb je optiepremie precies goedgemaakt
 

Slide 3 - Tekstslide

Examenopgave
16
aankoop aandelen + optie = 200 x 14,75 + 200 x 4 = 3.750

opbrengst verkoop = 200 x 18 = 3.600
resultaat = - 150

-150 / 3.750 x 100 = -4%

Slide 4 - Tekstslide

Samenlevingsvormen
- Huwelijk
- Geregistreerd Partnerschap
- Samenleven zonder samenlevingscontract
( erfgenamen zouden overgebleven partner op straat kunnen zetten )
- Samenleven met samenlevingscontract
( samenlevingscontract: afspraken over financiele bijdrage huishouden en kinderen, afspraken over verdeling bezittingen bij uit elkaar gaan )

Slide 5 - Tekstslide

Mogelijke financiele afspraken voor het huwelijk:

- Gemeenschap van goederen ( standaard tot 1/1/2018 )

alle bezittingen en schulden zijn automatisch van de echtgenoten samen en worden bij scheiding in gelijke mate verdeeld

Slide 6 - Tekstslide

Mogelijke financiele afspraken voor het huwelijk:

- Beperkte gemeenschap van goederen ( standaard na 1/1/2018 )

bezittingen en schulden van voor het huwelijk blijven prive vermogen, inclusief voor het huwelijk opgebouwde pensioenrechten, evenals ontvangen schenkingen en erfenissen
vermogen wat tijdens het huwelijk wordt verworven is van de echtgenoten samen

Slide 7 - Tekstslide

Financiele afspraken voor het huwelijk:

- Huwelijkse voorwaarden

akte opgesteld door de notaris met daarin de specifieke afspraken over de verdeling van het vermogen

Vaak aan te raden in het geval een partner een eigen onderneming heeft

Slide 8 - Tekstslide

Welke keuze bij een huwelijk raad je Charlene de Carvalho Heineken aan?
A
Gemeenschap van goederen
B
Beperkte gemeenschap van goederen
C
Huwelijkse voorwaarden
D
Niet trouwen

Slide 9 - Quizvraag

Echtscheiding = een situatie waarbij één van beide of 
beide echtgenoten niet langer bij elkaar willen blijven 
en de rechter vaststelt dat er sprake is van een 
duurzame ontwrichting van het huwelijk 

Duurzame ontwrichting = de verhouding binnen het huwelijk 
is zo lastig geworden dat het niet mogelijk is om langer 
bij elkaar te blijven
 

Echtscheiding

Slide 10 - Tekstslide

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000

Bij het scheiden:
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000

Wat is de situatie van partner 1 bij scheiding gemeenschap van goederen?

Slide 11 - Tekstslide

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000
Bij het scheiden:
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000
Wat is de situatie van partner 1 bij scheiding gemeenschap van goederen?
Antwoord in de vorm: huis € ..., hypotheek € ..., spaargeld € ...

Slide 12 - Open vraag

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000
Bij het scheiden ( gemeenschap van goederen ):
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000
Partner 1>  huis 320.000 / 2 = 160.000
hypotheek 250.000 / 2 = 125.000
spaargeld 80.000 / 2 = 40.000

Slide 13 - Tekstslide

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000

Bij het scheiden:
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000

Wat is de situatie van partner 1 bij beperkte gemeenschap van goederen?

Slide 14 - Tekstslide

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000
Bij het scheiden:
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000
Wat is de situatie van partner 1 bij scheiding beperkte gemeenschap van goederen?
Antwoord in de vorm: huis € ..., hypotheek € ..., spaargeld € ...

Slide 15 - Open vraag

Voor het trouwen:
Partner 1> huis € 200.000, hypotheek € 160.000, spaargeld € 10.000
Partner 2> spaargeld € 40.000
Bij het scheiden ( beperkte gemeenschap van goederen ):
huis € 320.000, hypotheek € 250.000, spaargeld € 80.000
Partner 1: huis 200.000 + 120.000 / 2 = 260.000
hypotheek 160.000 + 90.000 / 2 = 205.000
spaargeld = 10.000 + 30.000 / 2 = 25.000

Slide 16 - Tekstslide

Hoe sterker de bloedverwantschap, hoe ...(1) de belastingvrijstelling bij erven en hoe ...(2) het percentage erfbelasting
A
1> lager 2> lager
B
1> lager 2> hoger
C
1> hoger 2> lager
D
1> hoger 2> hoger

Slide 17 - Quizvraag

Erven
Verdeling erfenis volgens erfrecht, zie tabel blz. 90
Bij geen erfgenamen in groep A, erven erfgenamen in groep B, enz.

Erfgenamen in dezelfde groep hebben in principe recht op een even groot deel van de erfenis

Slide 18 - Tekstslide

Erven
Vb.: gezin met 2 ouders, waarvan een van de ouders overlijdt, getrouwd in gemeenschap van goederen

Erfenis bedraagt de helft van het vermogen. Hiervan krijgen de overgebleven partner en beide kinderen dus ieder 1/3

De kinderen erven op dat moment dus 1/6 van het vermogen

Slide 19 - Tekstslide

Erven
De kinderen hebben recht op de erfenis, maar krijgen dit nog niet. De langstlevende ouder mag het erfdeel van de kinderen blijven gebruiken, vruchtgebruik. De kinderen krijgen wel een vordering op de langstlevende ouder. 

Dit is o.a. om te voorkomen dat de langstlevende ouder direct de woning zou moeten verkopen

Slide 20 - Tekstslide

Erven
Een erfenis bestaat uit bezittingen en schulden. Bij veel schuld zou een erfenis dus negatief uit kunnen pakken.
Daarom kun je een erfenis ook:
- verwerpen
- beneficiair aanvaarden

Slide 21 - Tekstslide

Erven
Testament:
In een testament kun je zelf aangeven wie de erfgenamen zijn en voor welk gedeelte
Hierbij kun je dus ook onterven, behalve:
- de echtgenoot voor het vruchtgebruik van de woning
- de kinderen voor hun legitieme portie
( dit is de helft van waar ze zonder testament recht op hadden )

Slide 22 - Tekstslide

Schenken
Iets geven aan iemand zonder tegenprestatie
Bij leven

Schenken op papier: ouder heeft schuld aan kind en moet daar 6% rente over betalen. Maar bedrag komt pas bij kind terecht na overlijden ouder

Slide 23 - Tekstslide

Hoe sterker de bloedverwantschap, hoe ...(1) de belastingvrijstelling en hoe ...(2) het percentage schenkbelasting
A
1> lager 2> lager
B
1> lager 2> hoger
C
1> hoger 2> lager
D
1> hoger 2> hoger

Slide 24 - Quizvraag

Schenken
Mogelijke financiele gevolgen schenking:

- mogelijk minder vermogensbelasting voor schenker
- mogelijk meer vermogensbelasting voor ontvanger
- mogelijk lagere erfbelasting in toekomst ( tabel blz 91 )

Slide 25 - Tekstslide

Op welk gebied levert schenken geen voordeel op?
A
Vermogensbelasting schenker
B
Erfbelasting ontvanger
C
Vermogensbelasting ontvanger
D
Aanschaf huis ontvanger

Slide 26 - Quizvraag

Hw.
CSE VWO BECON 2022 1e TV opgave 4

Slide 27 - Tekstslide