intro geschiedenis en 1.1 kennis uit het verleden

zoeken naar het verleden 1.1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

zoeken naar het verleden 1.1

Slide 1 - Tekstslide

Sporenonderzoek

Slide 2 - Tekstslide

Welke sporen uit het verleden kunnen we vinden op aarde?

Slide 3 - Woordweb

Wat weet je al?

Slide 4 - Tekstslide

Iemand die sporen uit het verleden onderzoekt heet een
A
rechercheur
B
inspecteur
C
archeoloog
D
spooroloog

Slide 5 - Quizvraag

Geschreven bronnen
Bronnen die bestaan uit tekst/tekens/getallen:
  • Boeken
  • Brieven
  • Rekeningen
  • Documenten

Slide 6 - Tekstslide

Ongeschreven bronnen
Bronnen zonder tekst:
  • Gebouwen
  • Voorwerpen
  • Meubels
  • Botten
  • Bodemlagen

Slide 7 - Tekstslide

...maar ook:
  • Films
  • Interviews
  • Schilderijen

Historici willen altijd meerdere bronnen hebben.

Slide 8 - Tekstslide



Directe en 
indirecte bronnen

Slide 9 - Tekstslide

Directe bronnen (1)

  • Zijn in de tijd waarover ze gaan gemaakt

  • Zijn meestal gemaakt door iemand die zelf bij de gebeurtenis aanwezig was, maar dat hoeft niet altijd.

Slide 10 - Tekstslide

Directe bronnen (2)

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet de waarheid vertelt, zijn mening geeft of niet alle informatie heeft.

Slide 11 - Tekstslide

Directe bronnen (3)
Voorbeelden:

  • Dagboek van Anne Frank
  • Brieven van Lodewijk XVI
  • Meubels uit het paleis van Versailles
  • Filmbeelden van de moord op president Kennedy
  • Foto's uit de Eerste Wereldoorlog
  • Spotprent

Slide 12 - Tekstslide

Indirecte bronnen (1)

  • Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.

  • Heeft de informatie gekregen via andere bronnen (geschreven of ongeschreven)

Slide 13 - Tekstslide

Indirecte bronnen (2)

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.

Slide 14 - Tekstslide

Indirecte bronnen (3)
Voorbeelden:

  • Jouw geschiedenisboek
  • Een artikel over Anne Frank op Wikipedia
  • Een documentaire over de de Franse Revolutie

Slide 15 - Tekstslide

Een Wikipedia pagina over Napoleon Bonaparte is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 16 - Quizvraag

Het paleis van Versailles is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 17 - Quizvraag

Een filmpje over het paleis van Versailles is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
Magister > Leermiddelen > Feniks

Klascode invoeren
Beginnen aan 1.0

Slide 19 - Tekstslide