B2: Directe en indirecte bronnen



Bronnen
Indirecte en directe bronnen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Bronnen
Indirecte en directe bronnen

Slide 1 - Tekstslide

Op de achtergrond een brief van Lodewijk XIV
Leerdoelen
Aan het eind van deze lessonUp..

  • weet je wat een directe bron is en
     wat indirecte bron is .

  • kun je voorbeelden van directe en indirecte bronnen herkennen. 

  • kun je bepalen of een bron direct of indirect is. 

  • kun je uitleggen waarom een bron direct of indirect is. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Historische bronnen geven informatie over het verleden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongeschreven bronnen
Bronnen zonder tekst:
  • Gebouwen
  • Voorwerpen
  • Meubels
  • Botten
  • Bodemlagen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

...maar ook:
  • Films
  • Interviews
  • Schilderijen

Historici willen altijd meerdere bronnen hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschreven bronnen
Bronnen die bestaan uit tekst/tekens/getallen:
  • Boeken
  • Brieven
  • Rekeningen
  • Documenten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom willen historici altijd meerdere bronnen hebben?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Directe en 
indirecte bronnen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe bronnen (1)

  • Zijn in de tijd waarover ze gaan gemaakt

  • Zijn meestal gemaakt door iemand die zelf bij de gebeurtenis aanwezig was, maar dat hoeft niet altijd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe bronnen (2)

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet de waarheid vertelt, zijn mening geeft of niet alle informatie heeft.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe bronnen (3)
Voorbeelden:

  • Dagboek van Anne Frank
  • Brieven van Lodewijk XVI
  • Meubels uit het paleis van Versailles
  • Filmbeelden van de moord op president Kennedy
  • Foto's uit de Eerste Wereldoorlog
  • Spotprent

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte bronnen (1)

  • Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.

  • Heeft de informatie gekregen via andere bronnen (geschreven of ongeschreven)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte bronnen (2)

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte bronnen (3)
Voorbeelden:

  • Jouw geschiedenisboek
  • Een artikel over Anne Frank op Wikipedia
  • Een documentaire over de de Franse Revolutie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een tekening van de bestorming van de Bastille door de Parijzenaar Jean-Pierre Houël (1735-1813) is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een Wikipedia pagina over Napoleon Bonaparte is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een onderzoek naar de Bataafse Republiek uit 1880 is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De grondwet die voor de Franse Republiek geschreven in 1793 is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het paleis van Versailles is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een filmpje over het paleis van Versailles is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk twee soorten ongeschreven bronnen en schrijf deze op.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk twee directe bronnen en schrijf deze op.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je vindt op zolder een oude krant uit 1960. Wat voor soort bron is dit over de jaren '60?
A
Primaire bron
B
Secundaire bron

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In je tekstboek staat een stuk geschreven over Napoleon. Wat voor soort bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

''Het land behoort aan u allemaal toe, en niet aan de Stadhouder met zijn regenten alleen, die U en ons allemaal (...) beschouwen en behandelen alsof ze hun eigendom zijn dat ze geërfd hebben.''

Is de schrijver een voor- of tegenstander van de stadhouder?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het pamflet 'Aan het volk van Nederland' een primaire of secundaire bron?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies