Les 5: rechtelijke macht

Democratische 
cultuur
Les 5: rechtgevende macht



BK 2 - periode 6
Nodig:
- schrift
- laptop
timer
5:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Democratische 
cultuur
Les 5: rechtgevende macht



BK 2 - periode 6
Nodig:
- schrift
- laptop
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Democratische 
cultuur



Les 5: rechtgevende macht



BK 2 - periode 6

Slide 2 - Tekstslide

Programma:
o terugblik
o uitleg rechterlijke macht
o zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekend het begrip:

democratie
A
Het volk negeert de politiek.
B
Het volk regeert.
C
De politiek regeert het volk.
D
Het volk regeert de politiek.

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekend het begrip:

cultuur
A
Normen van een groep mensen.
B
Waarden van een groep mensen.
C
Gewoonten van een groep mensen.
D
Normen, waarden en gewoonten van een groep mensen in de samenleving.

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekend het begrip:

politiek
A
Alles dat te maken heeft met het besturen van een land, gemeente of provincie.
B
Alles dat te maken heeft met mensen.
C
Alles dat te maken heeft met het besturen van een voertuig.
D
Geen van deze antwoorden is goed.

Slide 7 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties.
Welke macht heeft welke taak?
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
maakt wetten
voert wetten uit
rechtspraak
Staten-Generaal
politie
ambtenaren
rechters
is onafhankelijk

Slide 8 - Sleepvraag

Wat betekend het begrip:

debat
A
Dat je argumenten geeft voor je mening in een informele setting.
B
Dat je een standpunt verdedigd in een formele setting.
C
Dat je een standpunt beargumenteerd in een formele setting.
D
Dat je een verhaal vertelt in een formele setting.

Slide 9 - Quizvraag

Het parlement bestaat uit...
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
De Eerste en Tweede Kamer
D
De regering

Slide 10 - Quizvraag

Waarom noemen we de Kamerleden ook wel volksvertegenwoordigers?
A
Omdat zij het volk niet vertegenwoordigen.
B
Omdat burgers hun kiezen en zij hen vertegenwoordigen.
C
Omdat het Kamerleden zijn.
D
Geen van deze antwoorden is goed.

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
75 leden
B
150 leden

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?
A
75 leden
B
150 leden

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de regering en het kabinet?
A
Bij de regering doet de koning wel mee, bij het kabinet niet.
B
Bij de regering doet de koning niet mee, bij het kabinet wel.
C
Er is geen verschil.
D
Bij de regering doet de minister-president niet mee, bij het kabinet wel.

Slide 14 - Quizvraag

Noem drie verschillende ministers.

Slide 15 - Open vraag

Welke macht heeft de regering?
A
De wetgevende macht
B
De uitvoerende macht
C
De rechtsprekende macht
D
Ze hebben geen macht.

Slide 16 - Quizvraag

Waarom is het raar dat de regering zowel de wetgevende als de uitvoerende macht heeft?

Slide 17 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...kan je uitleggen wat de rechterlijke macht doet;​
...kan je uitleggen wie de rechterlijke macht is;​
...kan je de belangrijke rollen benoemen in een rechtszaak.

Slide 18 - Tekstslide

De rechterlijke macht
Gaat over de rechtspraak in Nederland. Zij kijken of wetten goed worden uitgevoerd en of iedereen zich houdt aan de wet.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom?
Dit komt omdat we in een rechtsstaat leven. ​

  • Gevoel van onrechtvaardigheid voorkomen.​
  • Bescherming van burgers tegen de staat en tegen elkaar.

Rechtsstaat: een staat waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid.

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer ben je een verdachte?
Wanneer een misdrijf plaatsvindt, probeert de politie erachter te komen wat er gebeurd is. Ze proberen de verdachte(n) op te sporen.
Verdachte: Iemand van wie de politie denkt dat hij iets strafbaars heeft gedaan. Er moet een vermoeden van schuld zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Verdacht, en nu?
Pas als je verdacht bent, mag de politie ingrijpen. 
  • Fouilleren
  • Arresteren
  • Je huis doorzoeken

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe ziet een rechtszaak eruit?
  1. De rechter controleert je persoonsgegevens.​
  2. De officier leest de aanklacht voor.​
  3. De rechter, officier en de advocaat mogen vragen stellen.​
  4. Eventuele getuigen mogen hun verhaal doen.​
  5. De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf.​
  6. De advocaat mag de verdachte een laatste keer verdedigen.​
  7. De verdachte krijgt het laatste woord voordat de uitspraak komt.​
  8. De rechter spreekt het vonnis uit.​








Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wie komt er na deze diefstal in actie? Wat doet deze persoon?

Slide 26 - Open vraag

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.
Op de bron
Blz. X

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open vraag

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 29 - Open vraag