V1_Klimaat intro + tropen
1 / 23
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat verstaan we onder het WEER?
A
Gemiddelde neerslag en temperatuur over een periode gemeten van 30 tot 40 jaar
B
Gemiddelde neerslag over een korte periode gemeten
C
Gemiddelde temperatuur over een korte periode gemeten
D
De wind, neerslag en temperatuur op één bepaald moment
Slide 3 - Quizvraag
Wat verstaan we onder KLIMAAT?
A
Gemiddelde neerslag en temperatuur over een periode gemeten van 30 tot 40 jaar
B
Gemiddelde neerslag over een langere periode gemeten
C
Gemiddelde temperatuur over een langere periode gemeten
D
Gemiddelde neerslag en temperatuur over een korte periode gemeten
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor klimaat heeft Nederland?
A
koud klimaat
B
gematigd klimaat
C
tropisch klimaat
D
droog klimaat
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Welk klimaat hoort bij deze grafiek?
A
Tropisch klimaat
B
Woestijn
C
Gematigde klimaat
D
Poolklimaat
Slide 7 - Quizvraag
Welk klimaat hoort bij de grafiek?
A
Tropisch klimaat
B
Droogklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat
Slide 8 - Quizvraag
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Sleep de juiste kenmerken naar het juiste klimaat!
woestijn
Tropisch regenwoud
savanne
steppe
Het hele jaar bijna geen regen
er groeien bomen
bijna elke dag regen
er groeien geen bomen
Slide 11 - Sleepvraag
Savanne
Steppe
Woestijn
> 2000 mm /jaar
7 mnd droog
2 mnd droog
Natte zomer, droge winter
Hoge biodiversiteit
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
Frontale regen
Stijgingsregen
Stuwingsregen
Slide 14 - Sleepvraag
Waar komt stijgingsregen voor?
A
rond de polen
B
op hoge breedte
C
in de buurt van Nederland
D
rond de evenaar
Slide 15 - Quizvraag
Stijgingsregen ontstaat bij een gebertgte.
A
goed
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
Droog
Nat
Dalende droge lucht
Dalende droge lucht
Stijgingsregen
Droog
Verdamping
Slide 17 - Sleepvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat voor weer is het in de tropen?
A
Droog en koud
B
Droog en warm
C
Nat en koud
D
Nat en warm
Slide 19 - Quizvraag
Het Amazonegebied ligt in de tropen.
Wat is een kenmerk van de tropen?
Wat is een kenmerk van de tropen?
A
Het is er overdag altijd warm, maar 's nachts is het ijzig koud.
B
Er valt veel neerslag
C
Het gebied ligt ver van de evenaar.
D
De tropen liggen op hoge breedte
Slide 20 - Quizvraag
Waar liggen de tropen?
A
Dichtbij de evenaar
B
Dichtbij de polen
C
Vooral in Europa
D
Je vindt het overal
Slide 21 - Quizvraag
Ik ben in het tropisch regenwoud. Ik ben nu:
A
op lage breedte en het is hier altijd vochtig
B
op lage breedte en het is hier een deel van het jaar vochtig
C
op hoge breedte en het is hier altijd vochtig
D
op hoge breedte en het is hier soms vochtig
Slide 22 - Quizvraag
Hiernaast een afbeelding van het tropisch regenwoud. Hieronder een aantal kenmerken van het regenwoud. Sleep de vier goede antwoorden op het regenwoud.
Er valt veel regen.
Het regenwoud breidt zich steeds verder uit.
Grote biodiversiteit.
Bomen groeien in etages
Ligging tussen 23,5º N.B. en 23,5º Z.B.
Er valt niet zoveel regen.
Het regenwoud ligt op hoge breedte.
