begrijpend lezen les 5: herhaling les 1 t/m 4


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 5:

VWO 3
 P2 2023-2024
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 5:

VWO 3
 P2 2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd ...

... wat tekststructuren zijn.
... hoe je de tekststructuur van een tekst kunt bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les weet je ...


... heb je nog een keer geoefend met de meeste begrippen die tot nu toe aan bod zijn gekomen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tekststructuren
Er zijn verschillende tekststructuren. Op de volgende slides worden tekststructuren toegelicht.

  • Voordelen- en nadelenstructuur
  • Verschijnsel- en verklaringstructuur
  • Verschijnsel- en besprekingstructuur
  • Probleem- oplossingstructuur
  • Bewering- en argumentatiestructuur

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!

Pak je boek Op Niveau Lees tekst 8: Vooroordelen over vwo'ers ontkracht
Blz. 136/137

Log in bij Lessonup: Begrijpend lezen les 5
Maak daarna de vragen vanaf slide 9.


Slide 8 - Tekstslide

1. Welke manieren gebruikt de schrijver in de inleiding?

Slide 9 - Open vraag

2. De tekststructuur lijkt op die van een bewering-en-argumentenstructuur? Welk onderdeel of welke onderdelen ontbreken?

Slide 10 - Open vraag

3. Welke bewering onderbouwt de schrijver in alinea 2?

Slide 11 - Open vraag

4. Schrijf de argumenten op waarmee de schrijver zijn bewering onderbouwt.

Slide 12 - Open vraag

5. Geeft het woord toch in regel 19 een tegenstelling aan?
Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

6. De schrijver stelt in alinea 3 dat vwo'ers niet alles beter weten. Schrijf het argument / de argumenten bij deze stellingname op.

Slide 14 - Open vraag

7. Schrijf de bewering op die past bij alinea 4.

Slide 15 - Open vraag

8. Welk argument geeft de schrijver hierbij?

Slide 16 - Open vraag

9. Welke bewering doet de schrijver in alinea 5?

Slide 17 - Open vraag