Mens en Omgeving 1: Droog schoonmaken

Droog schoonmaken
Na deze les weet je:
  • Hoe en wanneer je moet werken met een plumeau
  • Hoe en wanneer je moet werken met een  stoffer en blik
  • Hoe en wanneer je moet werken met een stofzuiger
  • Hoe en wanneer je moet werken met een stofwisser
  • Hoe en wanneer je stof moet afnemen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Droog schoonmaken
Na deze les weet je:
  • Hoe en wanneer je moet werken met een plumeau
  • Hoe en wanneer je moet werken met een  stoffer en blik
  • Hoe en wanneer je moet werken met een stofzuiger
  • Hoe en wanneer je moet werken met een stofwisser
  • Hoe en wanneer je stof moet afnemen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al over
schoonmaken?

Slide 2 - Woordweb

Schoonmaken bij het vak Z&W
Schoonmaken doe je bij jezelf thuis. Daarom is het handig om te weten hoe dat moet.

Maar als je in de zorg werk maak je ook bij en voor andere schoon. Bijvoorbeeld bij een cliënt thuis of binnen een zorginstelling. Dan moet je op nog meer dingen letten

Slide 3 - Tekstslide

Schoonmaken bij iemand thuis
Sommige mensen hebben hulp nodig in het huishouden. Omdat ze het zelf niet meer kunnen.

Bijvoorbeeld bij ramen zemen, vloer schoonmaken, afstoffen, bedverschonen, tafel dekken en afwassen.

Bij deze taken kun jij helpen.

Slide 4 - Tekstslide

Schoonmaken bij iemand thuis
Bereid je goed voor als je bij een cliënt gaat werken.
  • Hoe heet de cliënt
  • Kan de cliënt zelf de deur open doen
  • Klop eerst op de deur voordat je naar binnen gaat. Anders kan de cliënt schrikken
  • Stel jezelf netjes voor en vertel wat je komt doen
  • Vraag naar de wensen van de cliënt
  • Vraag waar de spullen staan die je mag gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

Schoonmaak regels
  • Ruim eerst op
  • Werk van boven naar beneden
  • Werk eerst droog en daarna nat
  • Werk van schoon naar vies
  • Werk in een logische volgorde/ volg een logische route
  • Zet indien mogelijk een raam open en doe het raam weer dicht als je klaar bent

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet jij al over
`droog maken en afstoffen?

Slide 7 - Woordweb

Afstoffen
Afstoffen is belangrijk om een huiskamer er verzorgd en gezellig uit te laten zien.
Mensen voelen zich fijner en rustiger in een verzorgde kamer.

Het is fijn als iemand die afstoft, zorgvuldig met de spullen omgaat. Zorg dat er niets kapot gaat of kwijt raakt. Ze alles netjes terug op de plaats waar het stond.

Slide 8 - Tekstslide

heb je weleens iets afgestoft?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Was je bang om iets te laten vallen of breken?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Droog schoonmaken
Sommige voorwerpen mag je alleen droog afstoffen.
Bijvoorbeeld voorwerpen die vocht opnemen of vlekkerig worden van vocht.
De stofdoek, het stoffer en blik, de plumeau, het kwastje, de stofzuiger en de stofwisser horen bij droog schoonmaken.

Slide 11 - Tekstslide

het stoffer en blik
de plumeau

Slide 12 - Tekstslide

de stofzuiger
de stofwisser

Slide 13 - Tekstslide

de stofdoek
het stofkwastje

Slide 14 - Tekstslide

Het stoffer en blik
Het stoffer en blik gebruik je om losliggend droog vuil op te vegen.

Let er bij het gebruik van het stoffer en blik op dat je ergnonomisch werkt. Dus zak door je knieën  of zet één knie op de grond. Dit is beter voor je rug. 

Er bestaat ook een stoffer en blik met lange steel. Dan hoef je minder te bukken.

Slide 15 - Tekstslide

De plumeau
Een plumeau bestaat uit een steel en een verenpluim of een zeer zachte pluim van een synthetisch materiaal.
Door middel van statische electriciteit houdt de plumeau stofdeeltjes vast. 
Je maakt de plumeau schoon door hem buiten uit te kloppen.

Met een plumeau kan je gemakkelijk  voorwerpen met grillige vormen of breekbare voorrwerpen afstoffen. Ook is een plumeau handig voor dingen die hoog staan. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Werken met een plumeau
Je gaat nu oefenen met het werken met een plumeau.
Gebruik hierbij de werkkaart: Plumeau gebruiken.
Opdracht:
Maak een aantal voorwerpen stofvrij met een plumeau. 
Bijvoorbeeld het digibord of de tv. Of beeldjes, vazen of fotolijstjes. Misschien kan je zelf ook wel iets bedenken. Kijk maar eens om je heen.
Werk voorzichtig want bovenstaande voorwerpen zijn kwetsbaar en/ of breekbaar.

Slide 18 - Tekstslide

De stofwisser
De stofwisser gebruik je om stof, haren en losliggend vuil te verwijderen van een gladde vloer. Het is makkelijk en snel. Je doet dit minstens 1x per week.

De steel  van de stofwisser kun je in hoogte verstellen. Zo kan je ergonomisch werken.

Gebruik een stoffer en blik om het laatste vuil van de grond te halen als je klaar bent met stofwissen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Werken met een stofwisser
Je gaat nu oefenen met het werken met een stofwisser.
Gebruik hierbij werkkaart: Stofwissen en het filmpje van de vorige dia
Opdracht:
Maak een ruimte stofvrij met een stofwisser. 
Bijvoorbeeld het lokaal, een kamer of de hal. Misschien kan je zelf ook wel een ruimte bedenken. Kijk maar eens om je heen.
Werk gestructureerd want dan kan je geen stuk vloer vergeten. Zorg dat iedere baan de vorige overlapt en eindig bij de deur.

Slide 21 - Tekstslide

De stofzuiger
De stofzuiger gebruik je om losliggend droog vuil te verwijderen. Dat kan van een glad oppervlak, maar ook van een kleed of vloerbedekking. Of van (stoffen) meubels.

Een stofzuiger heeft verschillende zuigmonden, die ieder een eigen functie hebben.

Stofzuigen doe je minstens 1x per week. Je moet vaker stofzuigen als er huisdieren zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Werken met een stofzuiger
Je gaat nu oefenen met het werken met een stofwisser.
Gebruik hierbij werkkaart: Stofzuigen en het filmpje van de vorige dia
Opdracht:
Maak een ruimte stofvrij met een stofzuiger. 
Bijvoorbeeld het lokaal, een kamer of de hal. Misschien kan je zelf ook wel een ruimte bedenken. Kijk maar eens om je heen.
Werk gestructureerd want dan kan je geen stuk vloer vergeten. Zorg dat iedere baan de vorige overlapt en eindig bij de deur.

Slide 24 - Tekstslide

Waarom neem je steeds dezelfde route bij het afstoffen?

Slide 25 - Open vraag

Waarom begin je bij de minst vieze plekken als je schoonmaakt?

Slide 26 - Open vraag

Waarom werk je van hoog naar laag?

Slide 27 - Open vraag

Welk schoonmaak materiaal klop je uit buiten het raam?

Slide 28 - Open vraag

Waarom zet je een raam open als je gaat afstoffen?

Slide 29 - Open vraag

Werkinstructie kamer afstoffen
Maak een werkinstructie voor iemand die jouw eigen kamer gaat afstoffen. 
Schrijf bij 1 waarmee hij moet beginnen. En bij 7 wat hij het allerlaatste moet doen.
  1.  
  2.  
  3.  
  4.  
  5.  
  6.  
  7.  


Slide 30 - Tekstslide

Maak een foto van jouw werkinstructie en stuur deze hier in naar de docent

Slide 31 - Open vraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 32 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen of waar je nog meer van wil weten.

Slide 33 - Open vraag

Je weet nu....
  • Hoe en wanneer je moet werken met een plumeau
  • Hoe en wanneer je moet werken met een  stoffer en blik
  • Hoe en wanneer je moet werken met een stofzuiger
  • Hoe en wanneer je moet werken met een stofwisser
  • Hoe en wanneer je stof moet afnemen

Slide 34 - Tekstslide

Extra lesstof
Ben je snel klaar......
Wil je meer meer weten over dit onderwerp......

Dan volgen er nu een aantal dia's met extra lesstof.
De volgorde waarin je ze doet mag je zelf bepalen.

Slide 35 - Tekstslide

Hieronder staan drie redenen waarom schoonmaken belangrijk is.
Sleep bij elke reden de schoonmaakactie die erbij past.


Afstoffen van de computer.
Etensresten verwijderen van het aanrecht. 
Je bureau opruimen en afstoffen.
Een schone ruimte is prettiger.
Schoonmaken bevordert de hygiëne.
Schoonmaken verlengt de levensduur van je interieur.

Slide 36 - Sleepvraag

Stof afnemen
Door de lucht zweeft veel stof. Dit valt op tafels, kasten en vensterbanken. Je moet minimaal 1x per week stof afnemen.

Opdracht:
Je gaat nu stof afnemen.
Gebruik hierbij werkkaart: Stof afnemen.

Slide 37 - Tekstslide

Wat doe je na het afstoffen met de stofdoek

Slide 38 - Open vraag

Vegen met een zachte bezem
Vegen doe je vooral bij vloeren zoals: hout, zeil, laminaat en gietvloeren.

Opdracht:
Je gaat nu vegen met een zachte bezem.
Gebruik hierbij werkkaart: Vegen, zachte bezem.

Slide 39 - Tekstslide

Vegen met een harde bezem
Als je de straat gaat vegen gebruik je een harde bezem.

Opdracht:
Je gaat nu vegen met een harde bezem.
Gebruik hierbij werkkaart: Vegen, harde bezem.

Slide 40 - Tekstslide

Zitbank stofzuigen
Om de bank er netjes uit te laten zien kan je de bank stofzuigen. Je doet dit 1x in de twee weken.

Opdracht:
Je gaat nu de zitbank stofzuigen.
Gebruik hierbij werkkaart: Zitbank stofzuigen.

Slide 41 - Tekstslide