4: Drogredenen

Argumentatieschema's en drogredenen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Argumentatieschema's en drogredenen

Slide 1 - Tekstslide

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
vergelijking
B
voor- en nadelen
C
voorbeelden
D
oorzaak en gevolg

Slide 2 - Quizvraag

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
voorbeelden
B
oorzaak en gevolg
C
kenmerk of eigenschap
D
vergelijking

Slide 3 - Quizvraag

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
kenmerk of eigenschap
B
voorbeelden
C
voor- en nadelen
D
oorzaak en gevolg

Slide 4 - Quizvraag

Wij vonden het een prima appartement met een heerlijk terras en ideaal vlakbij zee. Negatief was dat de bedden compleet doorgelegen waren. Ook hadden wij nauwelijks warm water in de douche. En tot slot hadden wij erg veel kakkerlakken. Met kleine
kinderen is dat niet echt prettig. Het waren gelukkig maar hele kleintjes, maar toch niet echt aangenaam. Al met al denk ik dat we de volgende keer toch een andere accommodatie boeken.

A
oorzaak en gevolg
B
voor- en nadelen
C
voorbeelden
D
vergelijking

Slide 5 - Quizvraag

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het Broeikaseffect.
A
voorbeelden
B
vergelijking
C
oorzaak en gevolg
D
kenmerk of eigenschap

Slide 6 - Quizvraag

Het wordt warmer op aarde als gevolg van menselijk handelen, dat zegt Gerrit Hiemstra (meteoroloog) in ieder geval.
A
voorbeelden
B
oorzaak en gevolg
C
autoriteit
D
vergelijking

Slide 7 - Quizvraag

Het duurder maken van scheiden zal voor veel leed van kinderen zorgen. Ook bij mij thuis was de sfeer vaak erg gespannen en dat maakte dat ik veel verdriet had.
A
voorbeelden
B
oorzaak en gevolg
C
vergelijking
D
kenmerk of eigenschap

Slide 8 - Quizvraag

Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken. Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.
A
voorbeelden
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voor- en nadelen

Slide 9 - Quizvraag

Drogredenen I
  • = fouten in de argumentatie
  • groep 1: onjuist gebruik van het argumentatieschema
  1.  Onjuist oorzaak-gevolg
  2. Onjuist beroep op kenmerken / eigenschappen
  3. Onjuist beroep op voor- en nadelen
  4. Vals dilemma
  5. Overhaaste generalisatie
  6. Verkeerde vergelijking
  7. Beroep op verkeerde autoriteit

Slide 10 - Tekstslide

Onjuist gebruik argumentatieschema's
  1. onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema 
    Jeroen zal nooit zijn vwo-diploma halen, want bij hem thuis hebben ze nog steeds geen internet.
  2. onjuist beroep op kenmerk of eigenschapschema
    Mevrouw Jacobs kan goed met pubers opschieten, dus zij zal vast een goede docent zijn.
  3. onjuist beroep op voor- en nadelenschema
    Overdrijven voor- en nadelen: Je moet gaan hardlopen. Je geheugen wordt beter, je wordt fitter en je geheugen gaat met sprongen vooruit. 
  4. vals dilemma: Je moet SP stemmen, tenzij je een rechtse regering wil.

Slide 11 - Tekstslide

Vervolg
5. Onjuist beroep op voorbeeldschema: overhaaste generalisatie.
In Spanje worden nog steeds stierengevechten gehouden. Zuid-Europeanen hebben geen respect voor dieren.

6. Onjuist beroep op vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking.
In de trein hoeven geen toiletten te zitten. In de bus zijn ook geen wc's.

7. Onjuist beroep op autoriteitsschema. 
De jury bij de turnwedstrijd had geen enkele fout gemaakt. Dat vond Eva Jinek ook.

Slide 12 - Tekstslide

Drogredenen II
  • = fouten in de argumentatie
  • groep 2: Overtreden van een discussieregel

- Persoonlijke aanval (= beledigen)
- Ontduiken van de bewijslast (= bewijs eerst het tegendeel maar)
- Vertekenen van het standpunt ( = onjuist weergeven van het standpunt van de tegenstander)
- Bespelen van het publiek (= standpunt zo formuleren dat niemand er tegenin gaat)
- Cirkelredenering (= argument en stelling zijn hetzelfde)
- Stok achter de deur (= standpunt heeft onaangename gevolgen)
- Beroep op traditie (= vergelijken met vroeger zonder rekening te houden met veranderende omstandigheden)

Slide 13 - Tekstslide

Overtreden discussieregels
  1. Persoonlijke aanval
    (Wat weet een dronkenlap als jij nou van politiek. )
  2.  Ontduiken van bewijslast
    (Bewijs jij maar eens dat je dat artikel zelf hebt geschreven.)
  3. Vertekenen van het standpunt.
    (Wie zwijgt, stemt toe.) (Je wil de kerstsfeer verpesten door te zeggen dat je een vegetarisch kerstdiner wil.)
  4. Bespelen van het publiek
    (Alleen hele domme mensen zullen het niet met mij eens zijn.)
  5. Cirkelredenering
    (Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.)

Slide 14 - Tekstslide

Overtreden discussieregels
6. Stok achter de deur
Als je bij je volgende rapport niet minimaal een 7,5 gemiddeld staat, krijg je geen nieuwe fiets!

7. Beroep op traditie
Waarom zou ik nu ineens via de e-mail solliciteren? Ik schreef vroeger toch ook mijn brieven met de hand en toen ging het ook goed.

Slide 15 - Tekstslide

Drogredenen:
Belgen zijn slimmer dan Nederlanders. De winnaar van het Groot Dictee is immers meestal een Belg.
A
Overhaaste generalisatie
B
Oorzaak-gevolg
C
Verkeerde vergelijking
D
Cirkelredenering

Slide 16 - Quizvraag

Over welke drogredenen hebben wij het hier?

Ik heb geen zin in eten, want ik heb geen trek
A
ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 17 - Quizvraag

Drogredenen
Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
Vals dilemma
B
Verkeerde vergelijking
C
Oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 18 - Quizvraag

'Famke Louise heeft, zeg maar, veel respect voor corona maar de maatregelen vindt ze onzin, daarom draag ik geen mondkapje.'
A
Vals dilemma
B
overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
onjuist beroep op autoriteit

Slide 19 - Quizvraag

Noteer bij elke uitspraak van welke drogreden er sprake is. 
  1. Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeluk gehad, dus het rijden met een e-bike is gevaarlijk. 
  2. Mijn opa dronk elke dag een paar glazen alcohol en hij is 98 geworden. Alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 
  3. Ga jij niet naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje. 
  4. Wat weet jij nu van gezondheid, je weegt zelf 105 kilo!
  5. Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet. 
  6. Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg? 
  7. Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval. 

Slide 20 - Tekstslide

Vervolg opdracht
8. Iemand die niet voor af een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende. hij heeft het proeftentamen dus niet gemaakt. 
9. Ik ben tegen de doodstraf. Ieder weldenkend mens is toch tegen!
10.Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is. Dat heeft mijn fitnesstrainer zelf gezegd. 
11. Als je tegen Zwarte Piet bent, ben je geen echte Nederlander. 
12.Sinds ze iPads op school gebruiken, zijn de resultaten voor de rekentoets achteruit gegaan. 
13 Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje. 
14. Bewijst u maar dat u daar niet te hard reed. 
15. Wat weet jij nou van voetbal? Je kan nog geen deuk in een pakje boter trappen. 
16. Dus jij vindt dat Natuurmonumenten geen goed werk verricht? Het milieu interesseer jou niets.

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden. 
1. onjuist beroep oorzaak / gevolg (causaliteit)
2. overhaaste generalisatie
3. vertekenen stanpunt
4. persoonlijke aanval
5.cirkelredenering
6. verkeerde vergelijking
7. overhaaste generalisatie
8. onjuist beroep oorzaak / gevolg (causaliteit)
9. ontduiken bewijslast
10. onjuist beroep op autoriteit
11. ontduiken bewijslast
12. onjuist beroep oorzaak / gevolg (causaliteit)
13. persoonlijke aanval
14. ontduiken bewijslast
15 persoonlijke aanval    16. vertekenen standpunt

Slide 22 - Tekstslide

Aanvaardbaarheid argumentatie
Argumentatie is aanvaardbaar als:

  1.  argumenten aanvaardbaar zijn
  2. argumenten relevant zijn (aannemelijk zijn, geen drogreden)
  3. argumenten onderling consistent zijn (elkaar niet tegenspreken).
  4. Argumenten samen toereikend zijn voor het ingenomen standpunt. 

Slide 23 - Tekstslide