1. Nova H5 Bewegen - WAT WEET JE AL?

Nova H5 BEWEGEN
Korte herhaling

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nova H5 BEWEGEN
Korte herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was mijn gemiddelde snelheid?

  • Ik heb vrijdag 56 km afgelegd. Ik heb er 46 minuten overgedaan.

  • 56 km
  • 46 minuten = 0,767 uur 
  • snelheid = afstand / tijd = 56 / 0,767 = 73 km/h

Slide 2 - Tekstslide

56 km
46 minuten = 0,767 uur 
snelheid = afstand / tijd = 56 / 0,767 = 73 km/h

Slide 3 - Video

6.45

Reken om:
1 cm = ..... m

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken om:
40 cm = ..... m

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken om:
0,25 m = ..... cm

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken om:
400 m = ..... km

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken om:
1,25 km = ..... m

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een wandelkaart staat dat de
schaal 1: 3000 is.
Wat betekent dit?
A
Dat 1 cm op de kaart in de werkelijkheid 30 cm is.
B
Dat 1 cm op de kaart in de werkelijkheid 3 km is.
C
Dat 1 cm op de kaart in de werkelijkheid 3000 cm is.
D
Dat 1 cm op de kaart in de werkelijkheid 3000 cm is.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op weg naar school fiets je met een snelheid van 18 kilometer per uur.
Wat betekent dit?
A
Dat je in 1 minuut 18 km fietst.
B
Dat je in 1 seconde 18 km fietst.
C
Dat je in 1 minuut 1800 m fietst.
D
Dat je in 1 minuut 300 m fietst.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De weg naar school is 9 km. Hoe lang doe je daarover als je snelheid 18 km per uur is?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel seconden zitten er in een uur?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens het fietsen kun je versnellen en vertragen.

Wat is waar?
A
Als je versnelt dan ga je steeds langzamer bewegen.
B
Als je versnelt dan ga je steeds sneller bewegen.
C
Als je vertraagt dan ga je steeds langzamer bewegen.
D
Als je vertraagt dan ga je steeds sneller bewegen.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe snel een auto tot stilstand komt, hangt af van de toestand van de weg. Op een besneeuwde weg hebben banden minder grip dan op een droge weg.

Zet in de juiste volgorde. 
Zet de situatie waarbij de auto het snelst tot stilstand komt bovenaan.
1
2
3
Droge weg
Besneeuwde weg
Natte 
weg

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebeuren er op besneeuwde en gladde wegen meer ongelukken dan op droge wegen?
A
Banden hebben meer grip op gladde wegen, dan duurt het langer voor je stilstaat.
B
Banden hebben meer grip op gladde wegen, dan sta je sneller stil.
C
Banden hebben minder grip op gladde wegen, dan duurt het langer voor je stilstaat.
D
Banden hebben minder grip op gladde wegen, dan sta je sneller stil.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snel reageren zorgt voor meer veiligheid. In welke situaties reageer je trager dan normaal? Noem er 3

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ook al reageer je snel. Soms duurt het toch lang voordat je stilstaat. Hoe kan dat? Noem 3 redenen

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies