Introductie les H5 beweging NOVA 2 mavo/havo

Introductie H5 Beweging






                                                                        Gemaakt door: Mevrouw Ester



1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Introductie H5 Beweging






                                                                        Gemaakt door: Mevrouw Ester



Slide 1 - Tekstslide

Waar denken jullie aan bij het woord beweging?

Slide 2 - Woordweb

Wat gaan we vandaag doen?
  • Korte quiz om te zien wat jullie al weten over dit onderwerp.
  • Elke vraag gaan we bespreken! 

Slide 3 - Tekstslide

De quiz bestaat uit 9 vragen, succes!

Slide 4 - Tekstslide

Reken deze getallen om van m naar cm.
a. 1 m = ... cm, b 1,5 m = ... cm

Slide 5 - Open vraag

Op weg naar school fiets je met een snelheid van 18 kilometer per uur.
Wat betekent dat precies?
A
Dat je er een minuut over doet om 18 km te fietsen.
B
Dat je er een uur over doet om 18 km te fietsen.
C
Dat je er een seconde over doet om 18 km te fietsen.

Slide 6 - Quizvraag

Op een fietskaart staat dat de schaal 1: 30 000 is.
A
Dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 30.000 cm is.
B
Dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 30.000 m is.
C
Dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 30 km is.
D
Dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 30 cm is.

Slide 7 - Quizvraag

Op je vakantie maak je een lange fietstocht van 30 km. Je fietst met een snelheid van 15 km/h. Hoe lang doe je hier over?
A
Een uur
B
Een half uur
C
Twee uur

Slide 8 - Quizvraag

a. Hoeveel seconden zitten er in een minuut? b. Hoeveel minuten zitten er in een uur?

Slide 9 - Open vraag

c. Hoeveel seconden zitten er dan in één uur?

Slide 10 - Open vraag

Tijdens het fietsen kun je versnellen of vertragen. Welke opmerkingen zijn waar?
A
Als je versnelt, ga je steeds langzamer bewegen.
B
Als je versnelt, ga je steeds sneller bewegen.
C
Als je vertraagd, ga je steeds langzamer bewegen.
D
Als je vertraagd, ga je steeds sneller bewegen.

Slide 11 - Quizvraag

Waarom gebeuren er op besneeuwde en gladde wegen meer ongelukken dan op droge wegen?
A
Banden hebben minder grip op gladde wegen.
B
Banden hebben meer grip op gladde wegen.

Slide 12 - Quizvraag

Op wat voor een weg kom je het snelste tot stilstand?
A
Een droge weg
B
Een natte weg
C
Een besneeuwde weg

Slide 13 - Quizvraag

In welke situaties reageer je zelf trager in het verkeer dan normaal?
A
Het profiel van je achterband is versleten.
B
Je bent met je smartphone bezig.
C
Je bent versuft door de medicijnen.
D
De weg is glad.

Slide 14 - Quizvraag

Biologie vraag: 'Waarom is bewegen eigenlijk zo belangrijk en gezond?'

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is beweging zo belangrijk?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Video