Nederlands - oefenen H3

Tijd om te LEZEN
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijd om te LEZEN

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Woordenschat
Zo zoek je een voorbeeld

• Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma’s of streepjes. Bijvoorbeeld: Op christelijke feestdagen (Goede Vrijdag, Pasen, Pinksteren, Kerstmis) hoef je niet naar school.
• Let op de woorden zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van. Na deze woorden worden vaak voorbeelden genoemd. Bijvoorbeeld: Niemand kan meer zonder sociale media, zoals Snapchat, Instagram en Pinterest.
Na een dubbele punt staan soms ook voorbeelden: Tessa is gek op winterkost: boerenkool, erwtensoep, zuurkool.

Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat
Zo zoek je een voorbeeld

• Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma’s of streepjes. Bijvoorbeeld: Op christelijke feestdagen (Goede Vrijdag, Pasen, Pinksteren, Kerstmis) hoef je niet naar school.
• Let op de woorden zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van. Na deze woorden worden vaak voorbeelden genoemd. Bijvoorbeeld: Niemand kan meer zonder sociale media, zoals Snapchat, Instagram en Pinterest.
Na een dubbele punt staan soms ook voorbeelden: Tessa is gek op winterkost: boerenkool, erwtensoep, zuurkool.

Slide 4 - Tekstslide

Oefenzin
Mijn vriendin Wendy heeft goede eigenschappen: ze is vriendelijk, vrolijk en betrouwbaar.

Hoe wordt er in deze zin een voorbeeld aangegeven?

Tussen haakjes, komma's of streepjes
Na een dubbele punt
of na de woorden zoals, bijvoorbeeld of een voorbeeld van

Slide 5 - Tekstslide

Oefenzin
Mijn vriendin Wendy heeft goede eigenschappen: ze is vriendelijk, vrolijk en betrouwbaar.

Hoeveel voorbeelden worden gegeven in deze zin?

1, 2, 3 of 4

Slide 6 - Tekstslide

In het weekend besteden veel mensen tijd aan hun hobby's, zoals sporten, lezen of film kijken.

Hoe wordt er in deze zin een voorbeeld aangegeven?
A
Tussen haakjes, komma's of streepjes
B
na woorden als zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van
C
na een dubbele punt

Slide 7 - Quizvraag

In het weekend besteden veel mensen tijd aan hun hobby's, zoals sporten, lezen of film kijken.

Hoeveel voorbeelden worden gegeven in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

In het weekend besteden veel mensen tijd aan hun hobby's, zoals sporten, lezen of film kijken.

Waar zijn het voorbeelden van?

Slide 9 - Open vraag

Pak een blaadje en pen!
omschrijf de volgende woorden...

Slide 10 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?

Slide 11 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp in de zin?

Slide 12 - Tekstslide

Noteer de 3 lidwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 14 - Tekstslide

Even oefenen....

Slide 15 - Tekstslide

Verder oefenen...
trainen
extra opdrachten
H3

Slide 16 - Tekstslide