NT2 22 januari

• NT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

NT2 vandaag

• rondleiding afmaken
• kijken naar woorden
• 2e uur toets 

Toets persoonlijke gegevens

• Je vult alles in.
• Denk aan hoofdletters!
• Je bent stil, heb je een vraag dan steek je je vinger op.
• Klaar? Let het op het hoekje van je tafel.
• Je vult het werkblad in en denkt na over je antwoorden.
• Staan er moeilijke woorden bij > onderstrepen!

Herhaling werkwoorden

Wat zijn ook alweer werkwoorden?

Bedenk drie werkwoorden (meer mag!)

Ik fiets...
Welke vormen zijn er nog meer?

Enkelvoud

Meervoud

Ik

Jij

Hij

U

Wij

Jullie

Zij

Zij

Zij fietst naar school.
Wat weet je van deze "zij"

Zij lopen over straat.
Wat weet je van deze "zij"?

Wat een mooie fietsen!
Is fietsen hier een werkwoord?

1. Ja
2. Nee

Hij kreeg nieuwe schaatsen voor zijn verjaardag. Wat is het werkwoord?

1. Kreeg
2. Schaatsen

Om de juiste vorm van het werkwoord te maken heb je de stam nodig. Hoe maak je de stam?