Relative Clauses


Relative clauses
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Relative clauses

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer?
* Om extra informatie te geven zonder een nieuwe zin te beginnen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 'relative pronouns' zijn er?
* Who (die) - gebruikt bij mensen
That man, who has very nice hair, stole my dog!

* Which  (dat)- gebruikt bij dieren en dingen
Do you see the sheep which has black wool?

* that (die/dat) - mensen, dieren, dingen
I don't like the man that stole my dog.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 'relative pronouns' zijn er?
* which (wat) - om te verwijzen naar een hele zin
He can't read, which surprised me.

* Whose (van wie)- om bezit aan te geven
That is the girl whose dog I've stolen.

* whom (wie/die)-  voor mensen
To whom did you give my dog?


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

relative adverbs
* when - als vervanging van 'in' / 'on which' - tijd
the day when we met him
* where - als vervanging van 'in' / 'on which' - plaats
The place where we met him
* why - als vervanging van 'for which' - rede
The reason why we met him.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel of niet weglaten?
*Je mag relative pronouns nooit weglaten wanneer er een werkwoord achter staat.
               I told you about the woman who lives next door.
              The apple which is lying on the table is not very pleasant.
*Je mag relative pronouns wel weglaten wanneer er geen werkwoord achter staat
              The apple (which) George lay on the table is very nice.
              The car (which) the bankrobbers escaped in was green.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma of geen komma?
Defining relative clauses geven gedetailleerde informatie. Je gebruikt hierbij nooit een komma.
Do you know the girl who is talking to Tom? 
The boy (who) we met yesterday is very nice.
non-defining relative clauses geven extra informatie. Je gebruikt hierbij altijd een komma. Je mag hier het woord that niet gebruiken.
Do you know the girl, who is talking to Tom?
Jim, whom we met yesterday, is very nice.

Slide 7 - Tekstslide

Do you know the girl who is talking to Tom: 5 meisjes maar slechts 1 praat met Tom

Do you know the girl, who is talking to Tom: slechts 1 meisje
Wat moet je kunnen / kennen?
* de juiste relative pronoun/adverb invullen

* weten of een komma wel of niet nodig is

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise
Complete the sentence with the correct relative pronoun or adverb.
Don't use that
Type only the missing word

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

That is the man .....
helped me when I fell down in the street.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is that your car? No, mine is the one .....
is parked just opposite the bank.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

That is the woman ....
complained about the room service.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This is the park .....
we first met. Do you remember?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

So, James is the man ....
son came on the school trip with us? I didn't know.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

If you have any question, ask the girl ....
is standing at the desk. She'll help you

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

They had to put away the dog ....
bit the boy. It was too dangerous.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I'm looking for a person ....
surname begins with a "k".

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you still go to that pub ....
we used to go to as students?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The heating is not working. Do you know anyone .... can fix it?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(1/9)Choose the right pronoun (who/which/whom/that/whose):

Do you know for _____ this letter is?
A
which
B
whom
C
whose
D
who

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(2/9) Choose the right pronoun (who/which/whom/that/whose):

Do you like stories in ______ technology plays an important part?
A
that
B
which
C
whose
D
who

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(3/9) Choose the right pronoun (who/which/whom/that/whose):

"Brazil is a country in South America_____
produces a lot of coffee."
A
which
B
who
C
whom
D
whose

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(4/9) Choose the right pronoun (who/which/whom/that/whose):

''That's Peter, the boy _____ has just come from a different school.''
A
who
B
which
C
that
D
whose

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(5/9) Choose the right pronoun (who/which/whom/that/whose):

''I talked to the girl ____ car had broken down in front of school.''
A
who
B
which
C
that
D
whose

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(6/9) Choose the right pronoun (who/which/whom/that/whose):

That is the dog _______ saved his owner.
A
who
B
whose
C
which
D
that

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(7/9) Choose the right pronoun (who/which/whom/that/whose):

This song, _____I have written, is for you.
A
who
B
which
C
that
D
whose

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(8/9) Choose the right pronoun (who/which/whom/that/whose):

I'm the person_____ wrote that song.
A
that
B
whose
C
Whom
D
which

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(9/9) Choose the right pronoun (who/which/whom/that/whose):

That's the song _____ lyrics I love.
A
who
B
which
C
that
D
whose

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Oefen het gebruik van relative pronouns, adverbs en clauses op de volgende websites.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies