Samenvatting par.8.1+8.2

samenvatting par.8.1 + 8.2
par.8.1:
-geluidsbronnen
- verplaatsen geluid (tussenstof)
- geluid horen
par.8.2
-geluidstrillingen
-toonhoogte en frequentie
-oscilloscoop en stemvork
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

samenvatting par.8.1 + 8.2
par.8.1:
-geluidsbronnen
- verplaatsen geluid (tussenstof)
- geluid horen
par.8.2
-geluidstrillingen
-toonhoogte en frequentie
-oscilloscoop en stemvork

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.1: Maken en horen van geluid
  • Geluid ontstaat bij een trillingsbron.
  • Geluid wordt voortgeplant door een tussenstof.
  • Hoe dichter het tussenstof, hoe sneller het geluid.
  • Echos worden bij zwangerschappen
       toegepast om een foetus te zien.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.2: Toonhoogte en frequentie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 4 - Tekstslide

Je zegt wel eens dat iets een piep geluid maakt, dit betekend dat het een hoge toon geeft.

Als iets een brom geluid maakt, betekend dit dat het apparaat een lage toon geeft. 

Een lage toon heeft weinig golfjes, die langzaam door de lucht bewegen en een Hoge toon heeft veel golfjes die heel snel door de lucht bewegen. 


8.2: Stemvork en Oscilloscoop
Geluidsbron
Microfoon vangt het op.
Zichtbaar op de Oscilloscoop

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidsbronnen maken geluid door trillingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik alle geluidsbronnen aan

A
Speaker
B
Microfoon
C
Gitaarsnaar
D
Je stem

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geluid heeft een tussenstof nodig om zich te verplaatsen.
Wat is de tussenstof in het plaatje hiernaast?
A
hout
B
lucht
C
ijzer
D
stenen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een tussenstof?
A
Een stof waar de trillingen zich door verplaatsen
B
de binnenkant van je oor
C
de stof waarvan de bron gemaakt is
D
de geluidsgolven die bewegen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen tussenstof?
A
lucht
B
water
C
vacuüm
D
staal

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het aantal trillingen in 1 seconde?
A
amplitude
B
frequentie
C
geluidsterkte
D
toonhoogte

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoger de frequentie, hoe ..... de toonhoogte
A
Hoger
B
Lager

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je milliseconde om wilt rekenen naar seconde moet je
A
vermenigvuldigen met 1000
B
vermenigvuldigen met 60
C
delen door 60
D
delen door 1000

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In het figuur is een geluidstrilling weergegeven. Hoe groot is de trillingstijd van deze trilling in milliseconden?
A
0,006 ms
B
0,004 ms
C
2 ms
D
4 ms

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een oscilloscoop zie je de golvende lijn van een geluid.
Hoe noem je het aantal golven per seconde?

A
amplitude
B
frequentie
C
toonhoogte
D
trillingstijd

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een oscilloscoop maakt geluidstrillingen zichtbaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stemvork heeft de laagste frequentie?
A
1
B
2
C
3
D
allemaal dezelfde frequentie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stemvork heeft een frequentie van 400 Hz. De stemvork trilt dan:
A
400 keer per seconde
B
400 keer per minuut
C
400 keer per uur
D
400 keer per dag

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat trilt er wanneer een muzikant op een trompet speelt?
A
De lucht in de trompet.
B
De trompet zelf.
C
Alleen de lippen van de muzikant trillen, de trompet vervormt en versterkt alleen het geluid.
D
De knopjes (ventielen) van de trompet bepalen de trilling, door een ventiel in te drukken verandert de frequentie van het geluid immers ook.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bepaal met behulp van de trillingsgrafiek de frequentie.
A
500 Hz
B
5 Hz
C
2 Hz
D
0,5 Hz

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bepaal de frequentie van de linker trillingsgrafiek. (10 vakjes is 0,01 s)
A
4Hz
B
0,0025Hz
C
400Hz
D
0.04Hz

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke begrippen zijn belangrijk als we het maken en horen van allerlei soorten geluid willen begrijpen:
woorden die horen
bij "geluid"

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding SO. 8.1+8.2
lesson up les: Samenvatting par.8.1+8.2
flitskaarten en testjezelf
opg.12+13 par.8.2  (voorbeeld toetsopgave)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies