Les 4 Paragraaf 5 Evenwichten

Paragraaf 5 Evenwichten
4 HAVO
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5 Evenwichten
4 HAVO

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
- Omkeerbare reacties
- De evenwichtstoestand 
- Verdieping

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- Uitleggen wanneer er sprake is van een evenwichtsreactie.  
- De term dynamisch evenwicht toelichten.
- Uitleggen wat wordt bedoeld met de ligging van het evenwicht.

Slide 3 - Tekstslide

Omkeerbare reacties 
Twee reacties die onder vrijwel dezelfde omstandigheden tegelijkertijd kunnen verlopen noem je omkeerbare reacties.

Zo'n reactie geef je weer met een dubbele pijl ⇄

Slide 4 - Tekstslide

Omkeerbare reacties
Aan het begin van een reactie heb je alleen de beginstoffen van reactie 1. Zodra deze gaat verlopen ontstaan er reactieproducten.

Deze kunnen dan weer reageren tot de beginstoffen totdat de snelheid van beide reacties gelijk is.
De concentraties van de stoffen die deelnemen veranderen dan niet meer. 

Slide 5 - Tekstslide

De evenwichtstoestand
Als de twee reacties met dezelfde snelheid plaatsvinden en de concentraties niet meer veranderen spreken we van een chemisch evenwicht. 
- De twee reacties die bij zo'n evenwicht verlopen noem je evenwichtsreacties

Een chemisch evenwicht is een dynamisch evenwicht 

Slide 6 - Tekstslide

Misconcept
Wat is het verschil tussen een statisch en een dynamisch evenwicht? 

Bij een statisch evenwicht veranderd er niks terwijl er bij een dynamisch evenwicht wel dingen veranderen. 

Slide 7 - Tekstslide

Dynamisch evenwicht
De dubbele pijl geeft aan dat er twee tegengestelde reacties tegelijkertijd verlopen met dezelfde snelheid. 

In het reactiemengsel zijn dus zowel beginstoffen als reactieproducten aanwezig. 

Slide 8 - Tekstslide

Dynamische evenwicht
Als de concentratie van de drie stoffen niet meer veranderd is er een chemisch evenwicht. Dat wil niet zeggen dat de hoeveelheid nog aanwezige N2 en H2 gelijk is aan de hoeveelheid NH3. 

Als er veel stikstof en waterstof aanwezig is ligt het evenwicht links
Is er veel ammoniak aanwezig dan ligt het evenwicht rechts 

De concentratie van de stoffen in de evenwichtstoestand hangt dus af van de ligging van het evenwicht. 

Slide 9 - Tekstslide

Verdieping
In de industrie is het belangrijk dat de opbrengt van een product zo groot mogelijk is. Je kunt dan proberen om de omstandigheden aan te passen zodat de beginstoffen wel volledig worden omgezet in reactieproducten.
Je maakt van een evenwichtsreactie een aflopende reactie

Voorbeeld hiervan is het kalkovenproces.
De oven is zo gebouwd dat CO2 door de opening verdwijnt waardoor de reactie van 
rechts naar links niet meer kan plaatsvinden. De reactie wordt dan aflopend. 

Slide 10 - Tekstslide

Differentiatie 
De evenwichtsvoorwaarde



Als er een evenwicht is ingesteld kan er een evenwichtsvoorwaarde worden opgesteld. Hierin staan de concentraties van stoffen uit de reactie 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Tijd: tot 10 minuten voor het einde van de les
Hoe: eerst 5 minuten in stilte daarna in fluistertoon met persoon naast je
Hulp: gebruik je boek en BINAS
Uitkomst: Huiswerk voor volgende week
Klaar? Lees het stukje over de evenwichtsvoorwaarde in je boek door en probeer de plusopdrachten hierbij te maken (zie dia's hiervoor) 
Wat: opdrachten van paragraaf 5

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van een evenwichtsreactie?

Slide 13 - Open vraag

Wat is een dynamisch evenwicht?

Slide 14 - Open vraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- Uitleggen wanneer er sprake is van een evenwichtsreactie.
- De term dynamisch evenwicht toelichten.
- Uitleggen wat wordt bedoeld met de ligging van het evenwicht.

Slide 15 - Tekstslide