Semana 36

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Spaans Leraar 2de graadWOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...Jezelf voorstellen in het Spaans.
2. ...In de les: Introductie van Unidad 1 “Mis Amigos y yo” blz.20
3. ...Leren: De tegenwoordige tijd van de werkwoorden Hablar, Llamarse, Ser y Tener.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aprender voca Woordjes leren

¿Cómo aprendes vocabulario? Hoe leer je woordjes?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aprender voca Woordjes leren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aprender voca Woordjes leren
Probeer het maar uit! Je mag ook zelf creatieve manieren bedenken en die uitproberen!

- Maak woordkaartjes!
- Maak een mindmap van de woordenlijst.
- Gebruik het woord in een zin
- Of nog beter, bedenk een gesprek!
Straks: overhoring!
Vergeet de getallen niet!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La carpeta Het mapje
Iedereen moet een mapje voor de volgende les meenemen. 
Hierin bewaar je alle losse bladen.
Neem je mapje elke les mee!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La carpeta Het mapje
Maak een voorblad voor je carpeta. Noem je naam, klas en het vak. 
Verder mag je zelf weten wat je erop zet. Bijvoorbeeld: wat je wil leren, woorden die je al kent, tekeningen die jou doen denken aan Spanje of Latijns Amerika... 
Wees creatief!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser- Llamarse

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Yo
Él
Nosotros
Usted
Ella
Vosotros
Ellos
Ellas
Ustedes
U (mv)
Zij (vrouw mv)
Zij (mann mv)
Jullie
Wij
U
Zij
Hij
Jij
Ik

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ser/zijn​
Yo                                         soy 
Tú                                         eres 
Él                                          es
Ella                                       es
Nosotros                             somos 
Nosotras                             somos  
Vosotros                              sois
Vosotras                              sois
Ellos                                     son
Ellas                                     son
Ik                           ben
Jij                           bent
Hij                          is
zij                           is
wij                          zijn (mannen, mannen en vrouwen)
wij                          zijn (alleen vrouwen)
jullie                      zijn (mannen, mannen en vrouwen)
jullie                      zijn (alleen vrouwen)
zij                           zijn (mannen, mannen en vrouwen)
zij                           zijn (alleen vrouwen)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Yo 
Él, ella, usted
Nosotros
Vosotros
Ellos, Ellas, Ustedes
Martha y yo
Martha y tù
Jorge y Ana
Son
Sois
Somos
Es
Eres
Soy

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo se llama tu familia?
Mi mamá se llama .........
Mi papá se llama...............
Mi hermana se llama ............

¿Quién es tu familia?
María es mi madre
Pedro es mi hermano
Pedro y sara son mis hermanos





Slide 15 - Tekstslide

- Je kunt zeggen hoe jouw familieleden heten.

Wat denken jullie dat es of son betekent?
Het werkwoord LLAMARSE = HETEN
Me llamo = Ik heet
Te llamas = Jij heet
Se llama = Hij/zij/u heet
Nos llamamos = Wij heten
Os llamáis = jullie heten
Se llaman = Hij/zij heten, u heet (mv)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaan we te werk met het werkwoord?
Me llamo-------> Yo (Yo me llamo Milli)
Te llamas -------> Tú (Tú te llamas José)
Se llama -------> Él, ella, usted (Ella se llama Isabel)
Nos llamamos -------> Nosotros (Nosotros nos llamamos los hermanos Perez)
Os llamáis -------> Vosotros (Vosotros os llamáis......)
Se llaman -------> Ellos, ellas, ustedes (Ellos se llaman.......)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Me
Te
Se
Nos
Os
llaman
llamáis
llamamos
llamas
llamo

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van SER in:
La profesora ……….. simpática
A
soy
B
eres
C
es
D
somos

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yo …… estudiante en el Amstelveen College.
A
eres
B
soy
C
es
D
sois

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ana y yo ……… españolas
A
sois
B
soy
C
somos
D
son

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ellos ……… profesores de inglés
A
es
B
soy
C
son
D
eres

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

José y tú ………… amigos
A
eres
B
soy
C
sois
D
son

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vorm van het werkwoord LLAMARSE:
Yo ………. Ana
A
soy
B
me llamo
C
te llamas
D
eres

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ella ………… Julia
A
te llamas
B
me llamo
C
se llama
D
se llaman

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Te llamas _________.
Nosotros ________ Carolina y Lucas
Vosotros ____________ .
_______________ Carolina y Mateo.
  ___________Stef.
Me______________ .
 llamo Carla
Se llaman
Se llama
Stef
nos llamamos
os llamáis

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

SER - ZIJN
Yo Soy
Ik ben
Tú eres
Jij bent
Él/ella/Usted es
Hij/zij/U is
Nostros/as somos
Wij zijn
Vosotros/as sóis
Jullie zijn
Ellos/ellas/Ustedes son
Zij zijn

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LLAMARSE (heten)
yo me llamo
ik heet
te llamas
jij heet
él/ella/usted se llama
hij/zij/u heet
nosotros nos llamamos
wij heten
vosotros os llamáis
jullie heten
ellos/ellas/ustedes se llaman
wij heten

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden
In het Spaans zijn er maar liefst 3 verschillende uitgangen:

-AR (estar)
- ER (ser)   
- IR (vivir)
- SE (llamarse)
* (TENER)= HEBBEN

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente
Tegenwoordige tijd

Hoe maak je de presente?
1. Stam (- ar, er of ir)
2. In welke persoon moet ik vervoegen?
3. De juiste uitgang erachter plakken

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tener
Tener = hebben

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tener
Tener = hebben

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen
1. Yo (tener) _______ 14 años.
2. Mis padres (tener) _______ 3 gatos.
3.Juan y tú (tener) _______ muchos amigos.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tener
Tener = hebben

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen
1. Yo (tener) tengo 14 años.
2. Mis padres (tener) tienen 3 gatos.
3.Juan y tú (tener) tenéis muchos amigos.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tener
  1. Wat betekent tener?
  2. Hoe vervoeg je tener?
  3. Wanneer/hoe kun je tener gebruiken?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg het werkwoord
TENER= HEBBEN:
2. Mi amiga (tener) _______ 3 perros.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg het werkwoord
TENER= HEBBEN:
1. Yo (tener) _______ 14 años.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg het werkwoord
TENER= HEBBEN:
3. Ana y Esther (tener) _________ dos bolis

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1-Wat is de Nederlandse vertaling van het werkwoord ser?
2-Vervoeg toe het werkwoord ser op twee verschillende manieren met de bijbehorende bezittelijk voornaamwoord.
timer
0:20
SER

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
1- Wat is de nedersland vertaling voor het werkwoord Llamarse?
2- Vervoeg toe het werkwoord llamarse op twee verschillende manieren met de bijbehorend bezittelijke voornaamwoord.

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tips para la profe

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Feliz fin de semana

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies