1.3 Sta je sterk als consument?

• Economie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

AGENDA

1. Voorkennis
2. Doelen van de les
   
3. Uitleg
   
4. Oefenen
   
5. Afsluiten
   

Voorkennis

Na deze les kun je:

• uitleggen waardoor we verschillende behoeften hebben
• uitleggen hoe we beïnvloed worden bij onze keuzes
• het verschil uitleggen tussen commerciële en ideële reclame
• voorbeelden noemen van reclamemedia

Met procenten een getal berekenen

Je inkomen is €800 per maand. Daarvan moet je 22% betalen aan huur. Welk bedrag betaal je per maand aan huur?

€ 800 : 100 = € 8 x 22 = € 176

%	100	1	22
Getal	€ 800	€ 8	€ 176

: 100

x 22

Rekenen met procenten

Hoe bereken je met procenten een getal?

1. Maak van de vraag een som
2. Maak van het percentage een decimaal getal = percentage ÷ 100
3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal

Doelen van deze les

Na deze les weet je:

• Hoe consumentenorganisaties je kunnen helpen
• Wat een vergelijkend warenonderzoek is
• Dat je recht hebt op een deugdelijk product
• Wat garantie is

Rekenen met procenten

Op een laptop van € 1.200,- krijg je 7,5% korting. Hoeveel euro korting krijg je?

1. Maak van de vraag een som: 7,5% van 1.200 is ...
2. Maak van het percentage een decimaal getal = percentage ÷ 100: 7,5 ÷ 100 = 0,075
3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal: 0,075 x 1.200 = € 90

Rekenen met procenten

Op een spijkerbroek van € 70 krijg je 5% korting. Hoeveel euro korting is dat?

1. Maak van de vraag een som: 5% van 70 is ...
2. Maak van het percentage een decimaal getal = percentage ÷ 100: 5 ÷ 100 = 0,05
3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal: 0,05 x 70 = € 3,50

0

OEFENEN

• Maak uit je boek van paragraaf 1.2 de vragen 19, 20, 21, 22, 24, 25 en 26
  
• Dit is ook het huiswerk!

Afsluiting

Na deze les kun je:

• uitleggen waardoor we verschillende behoeften hebben
• uitleggen hoe we beïnvloed worden bij onze keuzes
• het verschil uitleggen tussen commerciële en ideële reclame
• voorbeelden noemen van reclamemedia

Afsluiting

• met een percentage een getal uitrekenen
  

Consumentenorganisaties

• Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van de consument.

Vergelijkend warenonderzoek

• Een vergelijkend warenonderzoek is een test van een aantal soortgelijke producten. 

• De producten worden vergeleken op bijvoorbeeld gebruiksgemak, kwaliteit, energieverbruik, veiligheid en prijs.
  

Vergelijkend warenonderzoek

Prijs per standaardgewicht

Producten verschillen in prijs en gewicht. Om de prijzen goed te vergelijken, moet je alle prijzen omrekenen naar hetzelfde gewicht.

Verschil garantie deugdelijk product

Deugdelijk product

Garantie

Verschil garantie deugdelijk product

Deugdelijk product

Garantie

Aan het werk!

Maken opdrachten:

29, 31, 32, 34, 35, 36, 38, 39 en 40

Wat heb je onthouden?

Consumentenorganisaties

1. geven je uitleg over je rechten
2. proberen veel producten te verkopen
3. zijn er voor bedrijven als AH en Jumbo
4. testen geen producten

We hebben het gehad over consumentenorganisaties.
Wat doen deze organisaties?

1. Die komen op voor de producent.
2. Die komen op voor de fabrikanten.
3. Die komen op voor de belangen van de overheid.
4. Die komen op voor de belangen van de consument.

Welke hoort NIET tot de consumentenorganisaties?

1. ANWB
2. Vereniging Eigen Huis
3. IKEA
4. Consumentenbond

EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK IS EEN ONDERZOEK NAAR:

1. VERSCHILLENDE PRODUCTEN
2. DEZELFDE SOORT PRODUCTEN

Je hebt 3 maanden een nieuwe telefoon. Maar sinds deze week laadt hij niet goed meer op. Je kan hier niks aan doen. Heb je garantie?

1. Ja, want je hebt hem net
2. Ja, want hij is stuk en het komt doordat het product niet deugdelijk is.
3. Nee, het is gewoon slijtage
4. Nee, je hebt geen garantie op een telefoon

De NVWA controleert of iedereen zich aan de .............. houdt. Welk begrip mist?

1. warenwet
2. garantie
3. (vergelijkend) warenonderzoek

Jij hebt een nieuwe telefoon gekocht. Je bent er zo blij mee, dat je zelfs op de wc aan het appen bent. Nu gebeurt het ergste wat je kan overkomen... Hij valt in de wc. Heb je nog garantie?

1. Ja, want ik heb hem net
2. Ja, want het was een ongeluk
3. Nee, het was mijn fout
4. Nee, je hebt geen garantie op een telefoon.

In welke geval heb je recht op garantie?

1. het krop sla van de supermarkt is na een week bruin geworden
2. je nieuwe Playstation wil niet meer aan
3. je wil je PS2 laten repareren
4. je fiets heeft een lekke band

Jij koopt in de winkel bedorven voedsel. Met welke regel is dat in strijd?

1. Deugdelijk product
2. Garantie
3. Warenwet

Samenvatting

• wat is een consumentenorganisatie 
• wat is een vergelijkend warenonderzoek  en hoe kan je prijzen vergelijken
• wat is een deugdelijk product en wat is garantie 
• wat is de Warenwet