H5 middenstuk betoog


Welkom 
3h2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
3h2

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Een paar van jullie inleidingen bekijken
  3. Middenstuk betoog: theorie bespreken en het middenstuk van een betoog bekijken
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

15 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Is dit een goede
inleiding? Zo ja,
waarom? Zo niet,
wat moet er
verbetert worden?
Het Centrale Eindexamen moet worden afgeschaft. Eindexamens kosten veel tijd en energie, bij jongeren kan dat voor veel stress zorgen. Doordat de jongeren zoveel moeten weten en het wel 50% meetelt voor je eindcijfer. Ook zijn de examens zo ingericht om leerlingen te laten falen en erin te luizen door behulp van strik vragen. Je moet bij bijvoorbeeld vakken als geschiedenis en economie bij de eerste vraag heel specifiek zijn en de tweede vraag is een strik vraag. Ook is een 10 halen heel moeilijk en komt zelden voor. Het eindexamen is niet eerlijk en niet goed voor de gezondheid van leerlingen. In dit betoog laat ik u zien waarom het niet nodig is en daarom moet het worden afgeschaft.

Slide 4 - Open vraag

Is dit een goede
inleiding? Zo ja,
waarom? Zo niet,
wat moet er
verbetert worden?
Al jarenlang maken middelbare scholieren het centraal eindexamen. In 2020 ging dit echter niet door vanwege de COVID-pandemie. Vele leerlingen waren erg teleurgesteld, maar de meerderheid had er eigenlijk geen moeite mee. Uit verschillende onderzoeken van universiteiten blijkt dat alleen al de gedachte aan het centrale eindexamen veel stress en negatieve gedachtes met zich meebrengt. De prestaties van de leerlingen lijden hier onder. Slechte prestaties en veel stress zou toch al genoeg reden moeten zijn om het centraal eindexamen af te schaffen?

Slide 5 - Open vraag

Is dit een goede
inleiding? Zo ja,
waarom? Zo niet,
wat moet er
verbetert worden?
Na de meivakantie begint het centraal eindexamen weer voor iedereen in vwo 6, havo 5 en vmbo 4. Veel leerlingen kunnen dit als een stressvolle periode zien. Hierbij kan ook mentale en zelfs fysieke klachten bij kijken. Zo kun je weinig slaap krijgen of faalangst. Dit is slecht voor de gezondheid van de leerlingen. Ook heb je veel niet meer nodig van wat je leert. Zo heb je als conciërge geen economie nodig. Dus het centraal eindexamen moet worden afgeschaft. 

Slide 6 - Open vraag

Is dit een goede
inleiding? Zo ja,
waarom? Zo niet,
wat moet er
verbetert worden?
Het centraalexamen; deze wordt al sinds 1920 door elke middelbare school leerling gemaakt om hun diplomas te halen. Dan denk je niet echt over zijn functie en hoe efficient het eigenlijk echt is. Maar werkt het nou echt zoals het is bedoeld? Is al dat stress en tijd wel nodig om een diploma te halen? Dit betwijfel ik, en vele andere denken hetzelfde.

Slide 7 - Open vraag

Doel: 
Je leert hoe het middenstuk van een betoog eruitziet. 

Slide 8 - Tekstslide

Dus even op een rijtje
  • Elke alinea in het middenstuk behandelt een ander deelonderwerp, in het geval van het betoog dus een ander argument.
  • Bij voorkeur geef je drie argumenten voor je stelling.
  • Deze argumenten onderbouw je met feitelijke informatie

Slide 9 - Tekstslide

Dus even op een rijtje
- Daarnaast is er een alinea met een tegenargument (dat tegen het standpunt ingaat) en in diezelfde alinea staat ook de weerlegging (die het tegenargument ontkracht).

Elke alinea is op deze manier opgebouwd: signaalwoord - argument (A) - uitleg (U) - bijvoorbeeld (B).

Slide 10 - Tekstslide

Middenstuk algemeen
  • Het middenstuk bevat meerdere alinea's
  • Neem citaten op in het middenstuk.
  • Denk aan juiste bronvermelding

Slide 11 - Tekstslide

Richtlijnen argumenten vóór

  1. Vervolg met jouw argument = kernzin 
  2. Onderbouw dit argument met een voorbeeld of uitleg.
  3. Gebruik voor elk argument een nieuwe alinea.
  4. Denk aan signaalwoorden (bovendien, ook, ten eerste, ten tweede, daarentegen.

Slide 12 - Tekstslide

Richtlijnen arg. tegen + weerl.
  1. Start met het tegenovergestelde stp. + argument van je tegenstanders en verwerk er een tegenstellend signaalwoord in.
  2. Geef aan dat je het er niet mee eens bent.
  3. Leg uit waarom je het er niet mee eens bent = tegenarg.
  4. Onderbouw je tegenargument. 

Slide 13 - Tekstslide

Richtlijnen arg. tegen + weerl.
Drie voorbeelden:
  1. Sommigen zeggen daarentegen… Daar ben ik het niet mee eens, want…
  2. Uit onderzoek van het CBS blijkt echter dat… Daar ben ik het niet mee eens, want...
  3. Onderwijsminister Arie Slob werpt tegen dat… Dat is niet waar, want…

Slide 14 - Tekstslide

Hoe noem je de deelonderwerpen in een betoog?

A
weerleggingen
B
gewoon deelonderwerpen
C
argumenten
D
tegenargumenten

Slide 15 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Elke alinea behandelt een ander deelonderwerp.

A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel argumenten moet je geven in het middenstuk van je betoog?

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Waarmee onderbouw je bij voorkeur je argumenten?

A
met feiten
B
met verklaringen
C
met oorzaak-gevolgtrekkingen
D
met voor- en nadelen

Slide 18 - Quizvraag

Hoe kun je een alinea met een argument het beste opbouwen?

A
uitleg en voorbeeld - signaalwoord - kernzin (argument)
B
kernzin (het argument) - uitleg en voorbeeld - signaalwoord
C
signaalwoord – kernzin (het argument) – uitleg en voorbeeld
D
kernzin (het argument) - signaalwoord - uitleg en voorbeeld

Slide 19 - Quizvraag

Naast je inleiding, de alinea's met je drie argumenten en het slot heb je nog één alinea in het betoog. Wat staat daar in?

A
een aantal voorbeelden bij de argumenten
B
een uitleg waar je alle informatie gevonden hebt
C
een tegenargument met een weerlegging

Slide 20 - Quizvraag

Waar gaat een tegenargument ook alweer op in?

A
gaat tegen de stelling in
B
gaat tegen het argument in

Slide 21 - Quizvraag

En wat is dan het doel van de weerlegging?
A
het tegenargument bevestigen
B
het tegenargument ontkrachten

Slide 22 - Quizvraag

Bekijk het betoog Het Nederlands zou moeten bestaan uit Engels.
Welke argumenten worden gegeven voor de stelling? Nummer ze.

Slide 23 - Open vraag

Bekijk het betoog Het Nederlands zou moeten bestaan uit Engels nog een keer.
Aan welke signaalwoorden kun je de argumenten herkennen?

Slide 24 - Open vraag

Bekijk het betoog Het Nederlands zou moeten bestaan uit Engels nogmaals.
Welk tegenargument wordt er gegeven? En wat is de weerlegging daarbij?

Slide 25 - Open vraag

Bekijk het betoog Het Nederlands zou moeten bestaan uit Engels een laatste keer.
Aan welke signaalwoorden kun je het tegenargument en de weerlegging herkennen?

Slide 26 - Open vraag


Ik weet nu hoe het middenstuk van een betoog eruitziet.
Leerdoelcheck!
010

Slide 27 - Poll

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 14 november
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: leesboek en laptop
  • Programma: slot betoog

Slide 28 - Tekstslide