6.1 Organismen indelen G1A

Ordening klas 1 H6
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ordening klas 1 H6

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Doornemen nieuw hoofdstuk
  • Afronding dit hoofdstuk
  • 'Biologische momentje' van de dag
  • Uitleg 6.1
  • Practicum microscopie gist

Tijd over:
Opdrachten maken paragraaf 6.1 (tevens HW)

Slide 2 - Tekstslide

Doornemen hoofdstuk en afronding
Pak je boek erbij - doornemen H6.
Diverse practica  - waaronder microscopie

 Afronding:
- Werkstuk dieren, telt 2x
- Toets in toetsweek, telt 3x

Slide 3 - Tekstslide

Als jij je etui op de kop zou gooien en je zou alles indelen. Hoe zou je dat dan doen?

Slide 4 - Open vraag

Het 'biologische momentje' van de dag...
Een heel gekleurd vogeltje…
De vorkstaartscharrelaar (Coracias caudatus)

Biologie: Ordenen in taxonomie.

Taxonomie = wetenschap v/h indelen van organismen in groepen. 

Grondlegger: Carolus Linnaeus

- vroeger a.d.h.v. uiterlijk/kleur etc. 

Slide 5 - Tekstslide

Beginnen bij het begin:

  • 2 domeinen/hoofdgroepen:
- Prokaryoten – geen celkern +
  eencellig
  (bacteriën + archaea = oerbacteriën)
- Eukaryoten - wel celkern + evt.
   meercellig.

  • Eukaryoten verdeeld in 3 rijken:
- schimmels,
- planten,
- dieren (+ mens).
  • Onderscheidende kenmerken: Zie H1 en H5
    - celkernen
    - celwanden
    - bladgroenkorrels
    - vacuole
KK Blz. 163!!!

Slide 6 - Tekstslide

De rijken... en dan?
  • Domeinen – rijken....
  • Vervolg: afdeling – klassen – orden –
      families – geslachten – soorten (-rassen)
    .

  • Soort: samen vruchtbare nakomelingen
      voortbrengen!
  • Rassen: Vormen uit een geslacht die door
     de mens (fokken/kruisen) zijn aangepast 
     en niet op een natuurlijke wijze zijn
     ontstaan bijv. - dierenras, - plantenras 



Slide 7 - Tekstslide

Rassen
Wat is waar?
A
Rassen van 1 soort kunnen onderling geen vruchtbare nakomelingen krijgen.
B
Zijn verschillende vormen van één soort organisme.
C
Soorten zijn uit rassen ontstaan.
D
Het ontstaan van rassen is natuurlijk, door evolutie, niet door de mens.

Slide 8 - Quizvraag

Horen een chihuaha en een Ierse wolfshond bij dezelfde soort?
A
Ja, want het zijn allebei wolfachtigen
B
Ja, het zijn alleen verschillende rassen
C
Nee, ze lijken helemaal niet op elkaar
D
Nee, een chihuaha is geen echte hond

Slide 9 - Quizvraag

Horen een tijger en een leeuw bij dezelfde soort?
A
Ja, het zijn allebei katachtigen - dus dezelfde soort.
B
Ja, het zijn alleen verschillende rassen
C
Nee, het is niet dezelfde soort

Slide 10 - Quizvraag

Soorten, rassen.... pfff. De wetenschappelijke naam maakt het verschil!
  • Nederlandse naam / Latijnse naam.
     Dankzij Linnaeus.
  • Verwarring tussen landen/talen te
      voorkomen.
      Latijnse naam is voor iedereen gelijk.
  • Eerst geslachtsnaam (met hoofdletter) +
     soortaanduiding (kleine letter). 

  • Evt. wordt de onderzoeker/naamgever erbij
     vermeld. Bij Linnaeus zie je soms nog een ‘L’ vermeld staan bij de Latijnse naam.

Slide 11 - Tekstslide

De latijnse naam van de ijsbeer is Ursus maritimus.
Wat is de geslachtsnaam?
A
Ursus
B
maritimus
C
Ursus maritimus
D
timus

Slide 12 - Quizvraag

Welk deel van de naam is de soortnaam bij de Panthera Tigris (de tijger)?
A
Panthera
B
tigris
C
Panthera tigris

Slide 13 - Quizvraag

Domeinen en rijken: Bacteriën
  • Prokaryoten = bacteriën.
  • Eencelligen, geen celkern.
  • Vormen:
     - Kokken: rond bolvormig.
     - Bacillen: langwerpig staafvormig.
  • Microscoop: 1000X vergroting
  • Voortplanting d.m.v. celdeling. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

  • Voeding:
      - dode resten organismen
      (reducenten)
      - levende organismen (infectie)
      - maken eigen voedsel. 
  • Leefomgeving: temperatuur
      - 5 tot 30 C (voedselbederf)
      - 15 tot 50 C (ziekteverwekkers)
     - 50 tot 90 C (geisers)
  • Overleven: kunnen inkapselen bij
      extreme kou of hitte.

Nuttig of niet? 

  • Schadelijke bacteriën:
      - bederven voedsel,
      - ziek → infectie
      Bestrijden met antibiotica.

  • Nuttige bacteriën:
     - ruimen afval op (reducenten)
     - maken voedsel (yoghurt)
     - in ons verteringsstelsel.

Slide 16 - Tekstslide

Bacteriën hebben...
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 17 - Quizvraag

Schimmels hebben:
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 18 - Quizvraag

Schimmels...
A
... zijn altijd meercellig.
B
... zijn altijd eencellig.
C
... kunnen meercellig en eencellig zijn.
D
... geen organismen.

Slide 19 - Quizvraag

Domeinen en rijken: Schimmels
  • Domein: Eukaryoten
      Rijk: Schimmels/zwammen (Funghi)
  • Vormen:
      - Eencellig (gist). Voortplanting via budding (knopvorming)
      - Meercellig (gewone schimmels, paddenstoel).
         Voortplanting via sporen in orgaan (paddestoel) of via schimmeldraden. 
  • Celkenmerken:
    - celkern + celwand
    - geen plastiden
     

  • Zie blz. 178/179. KK bron 3 en 4. 

Slide 20 - Tekstslide

  • Voeding: 
    - Dood materiaal. (reducent)
    - Levend organisme. (parasiet).
    - Leven samen met ander
       organisme (korstmos).
  • Ze zijn afhankelijk van materiaal
     dat door andere organismen
     wordt gemaakt.
  • Schimmels + bacteriën zijn
      belangrijk als reducenten
      (afbrekers)!!!
Nuttig of niet? 
  • Voordelen:
    - Opruimers natuurlijke resten.
    - Penicilline (antibiotica).
     - Voedsel (kaas, alcohol, 
        paddenstoelen, brood).

  • Nadelen:
    - Bederven eten.
    - Maken woningen onbewoonbaar.
    - Ziek (bijv. zwemmerseczeem).

Slide 21 - Tekstslide

Einde van deze les
Tijd over? practicum microscopie.

Gistcellen bekijken!

Slide 22 - Tekstslide