3.3 en 3.4 Het bestuur wordt feodaal en De verspreiding van de islam

Examenvraag
In Rome staat de San Clemente, een kerk uit de twaalfde eeuw. Onder de kerk bevinden zich drie oudere bouwlagen (van boven naar beneden): 
1)  Een christelijke basiliek uit de vierde eeuw;
2) Een Romeins huis uit de eerste eeuw. Consul Titus Flavius stelde zijn kelder beschikbaar voor
     geheime bijeenkomsten van christenen;
3) Een Mithras-heiligdom. Deze Perzische zonnecultus kwam in de eerste eeuw naar Rome via  de Oosterse provincies en was vooral onder soldaten populair.

Hierbij kun je de volgende bewering doen:  ‘De San Clemente illustreert de opkomst van het christendom.’   Toon dit met deze drie gegevens aan, door bij elke laag aan te geven wat de  positie van het christendom in die tijd was .(3p)


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examenvraag
In Rome staat de San Clemente, een kerk uit de twaalfde eeuw. Onder de kerk bevinden zich drie oudere bouwlagen (van boven naar beneden): 
1)  Een christelijke basiliek uit de vierde eeuw;
2) Een Romeins huis uit de eerste eeuw. Consul Titus Flavius stelde zijn kelder beschikbaar voor
     geheime bijeenkomsten van christenen;
3) Een Mithras-heiligdom. Deze Perzische zonnecultus kwam in de eerste eeuw naar Rome via  de Oosterse provincies en was vooral onder soldaten populair.

Hierbij kun je de volgende bewering doen:  ‘De San Clemente illustreert de opkomst van het christendom.’   Toon dit met deze drie gegevens aan, door bij elke laag aan te geven wat de  positie van het christendom in die tijd was .(3p)


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van een juist antwoord
De San Clemente illustreert goed de opkomst van het Christendom, want:
In de oudste laag (het Mithras-heiligdom) vind je nog geen overblijfselen van de christelijke cultus; het christendom is blijkbaar nog een van vele sekten die in het Romeinse Rijk bestaan (1p)
In de middelste laag staat een hoge Romeinse functionaris sympathiek tegenover het christendom / het christendom krijgt voet aan de grond in Rome (1p)
In de bovenste laag is het christendom “bovengronds” gekomen is/ staatsgodsdienst is geworden in Rome (1p)

Let op: voor deze vraag kun je 3 punten verdienen. Zorg ervoor dat ook je antwoord bestaat uit 3 fragmenten, in plaats van een doorlopend verhaal.





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
ONDERWERP
PARAGRAAF
51
Opkomst steden
4.1
52/1
KERSTVAKANTIE
2
Expansie christendom
(4.1) en 4.2
3
Investituurstrijd en staatsvorming
4.3 en 4.4
4
Renaissance en Europese expansie
5.1 en 5.2
5
Reformatie
5.3
6
Afronding en voorbereiding tw 2
7
TOETSWEEK 2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

VERTICALE SOLIDARITEIT

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Het bestuur wordt feodaal
KA Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het feodale stelsel werkt en waarom het is ingevoerd.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan feodalisme
Frankische koningen 2 problemen: 
1) Geen geld om soldaten te betalen
2)  Kon groot rijk niet alleen besturen.

Oplossing was het leenstelsel
1) vazallen betaald met een stuk land
2)  leenmannen aangesteld die een gebied voor de koningbesturen


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking leenstelsel 
  • Koning = leenheer
  • Edellieden (graaf, hertog) of bisschop = leenman
  • Leenmannen krijgen gebied 'in leen' en beloven leenheer trouw :
- advies in bestuur en rechtsspraak (= raad)
- militaire steun in oorlog (= daad)

Slide 10 - Tekstslide

Feodum = leen
Leenheren geven gebieden in leen aan leenmannen
Leenheer: vaak koning
Leenman: vaak edelman of geestelijke (bisschop)
Persoonlijke banden
Bestuurlijke piramide

Sociaal-economisch systeem vanaf de 5e eeuw
Politiek-bestuurlijk systeem vanaf de 8e/9e eeuw
Verschil hofstelsel en leenstelsel?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen feodale stelsel
  • Lenen worden erfelijk
  •  Systeem van achterleenmannen zorgt voor onduidelijkheid en onpersoonlijkheid
  • Eed van trouw soms aan meerdere leenheren die in conflict kunnen komen met elkaar: wie steun je dan? 



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 De verspreiding van de islam
KA Het ontstaan en de verspreiding van de islam

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Je kunt een aantal kenmerken noemen van de islam
  • Je kunt een aantal verklaringen geven voor de snelle verspreiding van de islam

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan islam
  • In 610 krijgt Mohammed een openbaring van Allah
  • Koran:  woorden van Allah, Mohammed zijn profeet
  • 622  vlucht Mohammed uit Mekka – begin islamitische jaartelling
  • 632 sterft Mohammed, islam belangrijkste godsdienst op Arabische schiereiland

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succesvolle verovering
  • Zwakke lokale bestuurders
  •  Islamitisch geloof bevorderde saamhorigheidsgevoel
  • Plicht van de 'jihad'
  • Religieuze tolerantie
  • Centralisatie: belasting, munt, Arabisch, rechtsregels (= sharia)
  • Wetenschappelijke en culturele bloei

Slide 18 - Tekstslide

De kleine jihad = de gewapende strijd ter verdediging van (het land) van de islam
-> kan ook worden uitgelegd als de plicht nieuwe gebieden te veroveren voor de islam

De grote jihad  verwijst naar de voortdurende innerlijke strijd van de gelovige met zichzelf om als een goed moslim door het leven te gaan. 

Religieuze tolerantie: Bekering niet verplicht, maar niet-moslims moesten meer belasting betalen

Leg uit dat de Islamitische elite misschien niet uit was op het bekeren van overwonnen volken, maar dat het toch waarschijnlijk was dat mensen moslim werden.

Religieuze verdeeldheid
  • Omstreden opvolging van Mohammed zorgt voor een scheuring in de islam

  • Soennisme en sjiisme:
- 90% van de Moslims is Soennitisch
- 10% Sjiitisch 


Slide 19 - Tekstslide

Kalief = opvolger van profeet
Begrippen
  • feodaal stelsel
  • islam
  • kalifaat
  • leenheer
  • leenman
  • sharia
  • sjiisme
  • soennisme
  • vazal

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de opperste leenheer in het feodale stelsel?
A
Koning
B
Vazallen
C
Adel
D
God

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kernbegrip in het feodale stelsel is:

A
macht
B
trouw
C
geld
D
oorlog

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de kenmerken naar het juiste begrip 
Feodale stelsel
Domeinstelsel
Leenheer
Horige
Economisch
Politiek
Herendiensten
Leenman

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren nadelige gevolgen van het feodale stelsel?
A
Koning werd te machtig
B
Versnippering in het rijk
C
Lenen werden erfelijk
D
Er kwam een gebrek aan geld

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke termen horen bij het leenstelsel/feodale stelsel?
A
Adel, horigen, leenheer, herendiensten
B
Adel, leenheer, vazal, leenman
C
Boeren, horigen, landheer, herendiensten
D
Landheer, leenman, boeren, horigen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Examenvraag
Bij de Franken was het gewoonte dat alle vrije mannen zitting hadden in de lokale rechtbanken. Omdat er te weinig vrije mannen beschikbaar waren, werd vanaf de negende eeuw de rechtspraak steeds meer overgelaten aan scabini, meestal adellijke mannen.
2p Leg een verband tussen deze ontwikkeling en:
- de uitbreiding van het hofstelsel in deze tijd en
- de feodalisering van het bestuur.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
• De uitbreiding van het hofstelsel ging samen met een toename van de horigheid / een afname van het aantal vrije mannen dat beschikbaar was voor de rechtbank1
• Door de feodalisering van het bestuur nam de invloed van de edelen toe (waardoor zij ook in de rechtbanken meer plaatsen op konden eisen) 1

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke volgorde verspreidde de islam zich over de drie gebieden?
A
Noord-Afrika – Arabisch Schiereiland – Spanje
B
Spanje – Noord-Afrika – Arabisch Schiereiland
C
Arabisch Schiereiland – Noord-Afrika – Spanje
D
Noord-Afrika – Spanje – Arabisch Schiereiland.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zorgde voor de grote verspreiding van de Islam?
A
Allah
B
Mohammed
C
De volgelingen van Mohammed
D
De volgelingen van Jezus Christus

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was er zo speciaal aan de verspreiding van de islam?
A
Het ging vanzelf zonder slag of stoot.
B
Mensen met een monotheïstische godsdienst, werden gedwongen om Islamistisch te worden.
C
De verspreiding van de islam ging verrassend snel.
D
De verspreiding van de islam was een Aziatisch en Afrikaanse aangelegenheid.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was géén reden voor de succesvolle verspreiding van de islam?
A
Vijandige landen waren verzwakt door slecht bestuur
B
De islam bevorderde het saamhorigheidsgevoel
C
Andere geloven werden vervolgd
D
De verharde handelsroutes in het Midden-Oosten

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies