1 vmbo-bk thema 5.3 Waarneming en gedrag: De oren

Thema 5 Waarneming en gedrag
5.3 De oren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Waarneming en gedrag
5.3 De oren

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les: 5.2 De huid
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 5.3 De oren
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Koppel het juiste begrip aan het juiste voorbeeld.
Geluid
Elektrisch signaaltje
Gehoorzenuw
Smaakknopje
Oor
Zenuw
Zintuig
Impuls
Prikkel
Zintuigcel

Slide 3 - Sleepvraag

Zintuigen
Prikkels
ogen
oren
neus
tong
huid
muziek luisteren
Parfum ruiken
vuurwerk kijken
deken voelen

Slide 4 - Sleepvraag

welke laag is de hoornlaag van je huid?
A
binnenste laag
B
buitenste laag

Slide 5 - Quizvraag

Welke laag van de huid bestaat uit cellen die zich delen?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid

Slide 6 - Quizvraag

In je huid liggen meerdere zintuigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Welke stof houdt haartjes op je huid soepel
A
zweet
B
eelt
C
talg

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de delen van het oor benoemen met hun taak.

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding
Bij oren denk je misschien alleen aan de oorschelpen.
Maar een groot deel van de oren ligt in je hoofd.

Slide 11 - Tekstslide

5.3 De oren
Met je oren kun je geluiden horen.
Geluiden zijn trillingen van de lucht.

De lucht gaat bijvoorbeeld trillen doordat een metalen fietsbel trilt. Ook een luidspreker laat de lucht trillen. Bij sommige luidsprekers kun je dat zien of voelen.

Slide 12 - Tekstslide

De oorschelp is het zichtbare gedeelte van het oor. De oorschelp vangt geluiden op.
Daarna gaan de geluiden de gehoorgang in.

Het andere deel van het oor ligt in de schedel. Dit deel kun je niet zien.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

5.3 De oren
Geluiden zijn trillingen van de lucht. De trillingen gaan door de gehoorgang naar het trommelvlies. Het trommelvlies gaat dan trillen.

In de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes. Deze kliertjes maken oorsmeer. Het oorsmeer houdt het trommelvlies soepel.

Slide 15 - Tekstslide

5.3 De oren
Tegen het trommelvlies liggen de gehoorbeentjes. Als het trommelvlies trilt, doen de gehoorbeentjes dat ook.

De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis.
Het slakkenhuis geeft dan impulsen af aan de gehoorzenuw.

De gehoorzenuw vervoert de impulsen naar de hersenen.
Je hoort dan het geluid.

Slide 16 - Tekstslide

BELANGRIJK!!!

De weg die geluid maakt:
oorschelp -> gehoorgang -> trommelvlies -> gehoorbeentjes -> slakkenhuis met gehoorzintuigcellen -> gehoorzenuw

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

5.3 De oren
De buis van Eustachius verbindt het oor met de keelholte.
Door te slikken of te gapen gaat de buis van Eustachius open.
Er kan dan lucht door de buis.

Daardoor wordt de luchtdruk in je oor gelijk aan de druk buiten je oor.
Soms merk je dan dat je oor 'plopt'.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 22 - Tekstslide

zelf aan de slag
5.3 De oren: lees de tekst en maak de opdrachten

opdracht 1 t/m 6 maken
(vanaf blz. 81)

Slide 23 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de delen van het oor benoemen met hun taak

Slide 24 - Tekstslide