les 6_ Dieren gedrag en Ethiek

Les 6  dieren welzijn, huisvesting en gedrag
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Levende WereldMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Les 6  dieren welzijn, huisvesting en gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
  • Gedrag onderzoeken
  • Stereotiepe gedrag
  • Huisvesting dieren
  • De 5 vrijheden van Brambell

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ontstaat gedrag?

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht Gerbil observeren
je docent maakt groepjes van 2 of 3

Wat hebben we nodig?
• Een transport bak met 2 cm. Bodembedekker
• een gerbil
• Verschillende materialen
• een A4tje voor aantekeningen
• eventueel opzoekboek hoofdstuk Gerbil

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag:
Deel 1:
Als alles klaarstaat kunnen jullie beginnen met de eerste observatie. jullie observeren 2 minuten de gerbil. Wat doet hij? Staan, lopen graven? Noteer alles!

Deel 2:
Je gaat nu het transportkooitje verreiken!
verrijken met minimaal 5 verschillende materialen die aanwezig zijn in het lokaal.
Welke materialen heb je gekozen, en waarom heb je deze materialen gekozen?

Deel 3: 
Vertoond de Gerbil ander gedrag?  wat zie je?  schijf alle handelingen van de gerbil op!
schrijf alles op jullie papier!

Slide 5 - Tekstslide

Stereotype gedrag
Wat is stereotype gedrag?
Stereotype gedrag is een handeling van een dier, wild of gedomesticeerd, wat vaak voortkomt uit stress en verveling. De dieren maken dan monotone bewegingen.
Steeds hetzelfde rondje rennen, het zogenaamde "weven" (met de kop heen en weer bewegen) en tralies bijten zijn slechts enkele voorbeelden. Verwar dit gedrag niet met ongeduldig zijn! Bijvoorbeeld een hond die elke avond om precies dezelfde tijd uitgelaten wordt, zal, als de baas een keer te laat is, monotoon gedrag kunnen vertonen bij de voordeur. Hij kan dan heen en weer springen, maar dit beschouw ik persoonlijk niet als stereotype gedrag maar als ongeduldig gedrag. Zodra de hond buiten is is het over.





Slide 6 - Tekstslide

4

Slide 7 - Video

00:00

Geen wilde zoogdieren meer in circussen



De Rijksoverheid heeft het gebruik van wilde zoogdieren in circussen verboden. Dit verbod geldt sinds 15 september 2015.
Circussen mogen geen wilde zoogdieren meer gebruiken in hun voorstellingen. Ook mogen zij deze dieren niet vervoeren voor dit doel. Er is een lijst opgesteld met dieren die nog wel in circussen gehouden mogen worden.

Slide 8 - Tekstslide

00:11
Welk gedrag zie je hier?
A
normaal gedrag
B
abnormaal en dus Stereotiepgedrag

Slide 9 - Quizvraag

00:20
Wie gaat er wel eens naar een circus of dierentuin?
Ja wel eens
heel soms
nee nog nooit geweest

Slide 10 - Poll

01:00
Wat vinden jullie hier van?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Opdracht verrijking maken:
kies een dier op school en geef hem een verrijking
(tarwegras of bijvoorbeeld appels ophangen)

Slide 14 - Tekstslide

Dieren en hun verschillende huisvestingsvormen
vrij uitloop 
scharrel en recreatie verblijven

Slide 15 - Tekstslide

Groeps Huisvesting
Ligboxen stal
Koeientuin

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

opvok/loopstal
boxen
en paddock paradise

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

De 5 vrijheden van Brambell
Hoe meet je dierenwelzijn?

  • Vrij van dorst, honger en onjuiste voeding.
  • Vrij van fysiek en thermaal ongerief. (wordt bedoeld de omgevingstemperatuur  waarbij het  dier zich niet prettig voelt, dus erge kou of juist hitte.)
  • Vrij van pijn, verwonding en ziektes.
  • Vrij van angst en chronische stress. 
  • Vrij om natuurlijk gedrag te vertonen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Video

Opdracht 
Wat ga ik doen?
Je gaat controleren bij een aantal diersoorten op school of hun welzijn in orde is. Je gebruikt daarvoor het schema van de 5 vrijheden van Brambell.
Wat heb ik nodig?
• Invulbladen met controlepunten    (afgedrukt!)
• 4 verschillende dierverblijven met daarin verschillende diersoorten (docent verdeelt)
Opdracht
1. Zet de naam van het dier dat verblijft in dat dierenverblijf bovenaan in het schema.
2. Ga naar de verblijven toe. Inspecteer ze grondig!
3. Zet je bevindingen in het schema van het invulblad.


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide