H4 herhaling drogredenen voor T2/T3

Goedemiddag!
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag!

Slide 1 - Tekstslide

VANDAAG
Stand van zaken
Wat moet ik deze week allemaal afhebben voor Nederlands?
Drogredenen herkennen en oefenen voor T2/T3


Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel boeken heb je inmiddels uit voor lezen voor je lijst?
A
2
B
3
C
4
D
meer

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Link

Afgelopen dinsdag
Begrijpend lezen: kernzinnen


Vandaag:
herhalen van drogredenen
oefenen met drogredenen


Slide 5 - Tekstslide

Drogredenen
  • fouten in redeneringen en argumentaties
  • als je ze herkent, kun je een argumentatie onderuit halen
  • twee soorten drogredenen:                
    1  een argumentatieschema wordt verkeerd gebruikt          2  er wordt eigenljik helemaal geen reden of bewijs gegeven, maar er een discussieregel overschreden


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

  1. Onjuiste oorzaak-gevolg
  2. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
  3. Overdrijven voor- en nadelen
  4. Vals dilemma
  5. Overhaaste generalisatie
  6. Verkeerde vergelijking
  7. Onjuist beroep op autoriteit
8. Persoonlijke aanval
9. Ontduiken van de bewijslast
10. Cirkelredenering
11.Vertekenen van het standpunt
12. Bespelen van het publiek


Slide 8 - Tekstslide

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • de oorzaak-gevolgrelatie is dubieus:
  • drie varianten:


Een voorspeld gevolg  -  een waarneembare oorzaak.

Slide 9 - Tekstslide

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
1  De oorzaak hoeft niet het genoemde gevolg te hebben.


Jeroen zal zijn diploma niet halen, want hij heeft geen computer thuis.

STP  = voorspeld gevolg 

ARG =  een waarneembare oorzaak.

Slide 10 - Tekstslide

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
2  Het genoemde gevolg kan andere oorzaken hebben.

Logisch dat hij is blijven zitten; hij zat immers altijd op zijn mobiel.

STP = waarneembaar gevolg  
ARG = een waarschijnlijke oorzaak.

Slide 11 - Tekstslide

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
3  Er wordt een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.

Het is een drama dat Rutte nog premier is, want sinds zijn aantreden gaat het slechter met de euro.

CORRELATIE IPV CAUSALITEIT

Slide 12 - Tekstslide

Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
Een bepaald kenmerk wordt genoemd, terwijl andere kenmerken niet genoemd worden. 

Van Dam is een goede leraar, want hij kan goed met pubers opschieten.

Conclusie op basis van één eigenschap.
 

Slide 13 - Tekstslide

Overdrijven voor- en nadelen
Een handeling wordt aangeraden, door voordelige gevolgen te noemen / ... afgeraden door nadelige gevolgen te noemen.

Je moet gaan hardlopen want dan word je fitter, populair onder je vrienden en ga je beter op school presteren.
(On)gewenste actie want het gevolg is (on)gewenst.

Slide 14 - Tekstslide

Vals dilemma
Er worden twee mogelijkheden genoemd, terwijl er meer zijn.
Hoezo weet je niet wat je moet stemmen? Je moet gewoon op de SP stemmen, tenzij je een rechtse regering wilt.
STP: Ik vind dat het bepalen van je stem gemakkelijk is.
Arg: Je hebt twee mogelijkheden: SP of rechts.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

4

Slide 17 - Video

00:34
Hoe noemen we anekdotisch bewijs ook wel?
A
overhaaste generalisatie
B
cirkelredenering
C
onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
D
bespelen van het publiek

Slide 18 - Quizvraag

01:47
In dit geval is er sprake van een argument op basis van ..
A
onderzoek
B
autoriteit
C
normen en waarden
D
nut

Slide 19 - Quizvraag

01:47
Waarom geen argument op basis van onderzoek?
Kijk maar:
Tenzij jouw neef vooraanstaand onderzoeker is die in een gerenommeerd onderzoeksinstituut steekproeven uitvoert bij minstens drieduizend proefpersoenen.
1. want mijn neef zegt het en als hij het zegt is het waar
2. want hij is een vooraanstaand onderzoeker
3. want hij werkt bij een gerenommeerd onderzoeksinstituut waar hij ...

Slide 20 - Tekstslide

01:53
Johannesburg is een veilige stad...
want mijn neef heeft daar ook niks meegegemaakt.

Hier baseer je je argument dus niet op het feit dat je neef zo deskundig is, maar dat hij daar niks heeft meegemaakt. 

Een zwaluw maakt nog geen zomer:
overhaaste generalisatie!

Slide 21 - Tekstslide

Overhaaste generalisatie
Overhaaste generalisatie.

Zuid-Europeanen hebben geen respect voor dieren. In Spanje houden ze immers nog altijd stierengevechten. 


De hele groep, want één voorbeeld (algemeen, want voorbeeld).

Slide 22 - Tekstslide

Ajoub wordt een groot schrijver, want hij heeft veel gelezen en bovendien Nederlands gestudeerd.
A
vals dilemma
B
het voorbeeldschema
C
het oorzaak-gevolgschema
D
vertekenen van standpunt

Slide 23 - Quizvraag

Bij hen thuis gaan ze er prat op dat ze zo weinig televisie kijken. Ze zullen zich wel ver boven anderen verheven voelen.
A
cirkelredenering
B
het kenmerk- of eigenschapsschema
C
bespelen van het publiek
D
ontduiken van bewijslast

Slide 24 - Quizvraag

Marcel Proust en Gerard Reve behoren tot de top 10 van Europese Schrijvers. Zie je nu wel dat homoseksuelen veel artistieker zijn dan hetero's?
A
vals dilemma
B
overhaaste generalisatie
C
het voorbeeldschema
D
het vergelijkingsschema

Slide 25 - Quizvraag

Volkswagen heeft met behulp van sjoemel-software de waarden van de CO2-uitstoot te gunstig voorgesteld. Zie je nu wel dat autofabrikanten ordinaire bedriegers zijn.
A
het voorbeeldschema
B
overhaaste generalisatie
C
het vergelijkingsschema
D
persoonlijke aanval

Slide 26 - Quizvraag

Verkeerde vergelijking
Je vergelijkt ten onrechte twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In de bus zitten ze toch ook niet.

De enige manier waarop de economische crisis opgelost kan worden, is een wereldoorlog. In de jaren '30 was dat ook de remedie.

Slide 27 - Tekstslide

Onjuist beroep op autoriteit
  • De autoriteit is onbetrouwbaar (belang bij de zaak).
  • Hij/zij is geen autoriteit op het betreffende gebied.

De Olympische Spelen kunnen beter niet Tokyo gehouden worden, want dat vinden premier Rutte en Najib Amhali.

Standpunt, want autoriteit zegt het.

Slide 28 - Tekstslide

Het huwelijk is een verouderd instituut. Het stamt uit de tijd van publieke onthoofdingen en slavernij. Ook die hebben we al lang afgeschaft.
A
het vergelijkingsschema
B
vertekenen van standpunt
C
ontduiken van bewijslast
D
cirkelredenering

Slide 29 - Quizvraag

Natuurlijk kun je beter vegetariër zijn. Maarten 't Hart is het ook niet voor niets en die is behalve schrijver ook nog bioloog.
A
onjuist beroep op autoriteit
B
het vergelijkingsschema
C
cirkelredenering
D
vertekenen van standpunt

Slide 30 - Quizvraag

Persoonlijke aanval
De persoon wordt aangevallen in plaats van het standpunt (onder de gordel): dom, onbetrouwbaar, lelijk enz.


Geert Wilders: 'Doe eens normaal, man!'


Wat weet jij nu van gezondheid? Je weegt zelf 105 kilo!


Slide 31 - Tekstslide

Ontduiken van bewijslast
Iemand beweert iets om vervolgens de andere partij 'bewijs' van het tegendeel te vragen.

'Bewijs dan maar eens dat het niet waar is!'


Ik laat me niet vaccineren hoor. Laten ze eerst maar eens aantonen dat het werkt.

Slide 32 - Tekstslide

Het spreekt toch voor zich dat mannen met een kaal hoofd oud zijn?

A
ontduiken van bewijslast
B
het oorzaak-gevolgschema
C
bespelen van het publiek
D
het kenmerk- of eigenschapsschema

Slide 33 - Quizvraag

Cirkelredenering
Een standpunt wordt ondersteund door het herhalen van hetzelfde standpunt.


Standpunt, want standpunt.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Vertekenen van standpunt
De andere partij wordt woorden in de mond gelegd.
'Ik heb geen zin in een film.' 'Oh, je zit liever de hele avond op de bank.'
STP spreker 2: Jij hebt geen zin in de film, 
ARG: ... want je zit liever op de bank?
Spreker 2 geeft geen argument, maar verzint een standpunt voor spreker 1; hij legt spreker 1 de woorden in de mond.

Slide 36 - Tekstslide

Bespelen van het publiek
De spreker doet een beroep op de emoties van de luisteraar; het wordt moeilijk om ertegenin te gaan.

Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wilt wonen!

Iedereen snapt dat dit het beste besluit is.

Slide 37 - Tekstslide

Voor wiskunde heb je talent nodig, want je kunt nog zoveel oefenen, bijles nemen enz.,
uiteindelijk moet je het in je hebben.

A
het voorbeeldschema
B
cirkelredenering
C
overhaaste generalisatie
D
het vergelijkingsschema

Slide 38 - Quizvraag

Iedereen weet dat alle literaire prijzen onderling verdeeld worden onder de schrijvers die
ook jurylid zijn.

A
ontduiken van bewijslast
B
vertekenen van standpunt
C
cirkelredenering
D
bespelen van het publiek

Slide 39 - Quizvraag

Als jij sympathiseert met dierenactivisten die 's nachts nertsboerderijen overvallen, ben je in wezen tegen alles wat we als beschaafde samenleving hebben opgebouwd.

A
het kenmerk- of eigenschapsschema
B
vertekenen van standpunt
C
overdrijven van voor-/nadelen
D
vals dilemma

Slide 40 - Quizvraag

Jij wilt gewoon de stemming van het kerstdiner verpesten door te zeggen dat je het liefst vegetarisch eet.
A
het vergelijkingsschema
B
vertekenen van standpunt
C
cirkelredenering
D
het autoriteitsschema

Slide 41 - Quizvraag

Je zegt nu wel dat je tegen geweld bent, maar als je wordt overvallen en je hebt een vuurwapen bij je, schiet je dan je aanvaller neer of laat je je beroven?
A
overdrijven van voor-/nadelen
B
vals dilemma
C
persoonlijke aanval
D
het voorbeeldschema

Slide 42 - Quizvraag

Ik vind dat je die beugel moet nemen. Als je volwassen bent en dan glimlacht, zullen ze om je vechten.
A
vals dilemma
B
het vergelijkingsschema
C
het voorbeeldschema
D
overdrijven van voor-/nadelen

Slide 43 - Quizvraag

Geen enkel weldenkend mens zal de volgende week een reis naar Londen ondernemen.
A
het oorzaak-gevolgschema
B
persoonlijke aanval
C
bespelen van het publiek
D
het voorbeeldschema

Slide 44 - Quizvraag

"Wie niet ziet dat de herinneringskunst van een vader die zijn verongelukte zoon herdenkt, tegelijk ook scheppingskunst is en dat Tonio een intiem verhaal is dat een openbaar verhaal wordt omdat de vader een groot schrijver is, die zou je met alle 633 pagina’s om de oren willen slaan."

Arjan Peters, de Volkskrant, 29 oktober 2011
A
bespelen van het publiek
B
onjuist beroep op autoriteit
C
cirkelredenering
D
vals dilemma

Slide 45 - Quizvraag

"De minister denkt dat kinderen slimmer worden als je de lat lekker hoog legt. Wat een onzin! Als leerkracht heb je de taak om kinderen te ontwikkelen, ook als het niet zulke heel slimme kinderen zijn. Je kunt een bloem niet laten bloeien door aan de knop te trekken. Dan gaat hij stuk en heb je niets."

Noor Hartsuijker, de Volkskrant, 6 oktober 2011
A
cirkelredenering
B
overhaaste generalisatie
C
onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
D
verkeerde vergelijking

Slide 46 - Quizvraag

FORMATIEVE TOETSEN netl
AFMAKEN 
TOT EN MET
WEEK 20

Slide 47 - Tekstslide