de volgorde van schoonmaken

de volgorde van schoonmaken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

de volgorde van schoonmaken

Slide 1 - Tekstslide

donderdag 14 maart

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

herhalen van hoofdstuk 7 deel 1
schoonmaakdoeken
schoonmaakmiddelen
lesson up: de volgorde van schoonmaken
schoonmaken met een microvezeldoekje
nieuwsbegrip opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

lesdoel
  • je kent  de woorden van schoonmaken 1
  • je kent veiligheidssymbolen op schoonmaakmiddelen
  • je weet welke doeken er zijn in het praktijklokaal en waar je ze voor moet gebruiken
  • je kunt schoonmaken met een microvezeldoek

Slide 4 - Tekstslide

Waarom schoonmaken?
Door schoonmaken zorg je ervoor dat micro-organismen zich niet kunnen verspreiden.
Zo voorkom je dat mensen ziek worden

Slide 5 - Tekstslide

3 soorten vuil
droog vuil, zoals stof, zand en kruimels
licht gehecht vuil, zoals vlekken van koffie en vieze vingers
sterk gehecht vuil, zoals roestvlekken en kauwgom

Slide 6 - Tekstslide

suiker
theevlek
vetvlekken op het fornuis
droog vuil
licht gehecht vuil
sterk gehecht vuil

Slide 7 - Sleepvraag

op welke drie manieren kun je schoonmaken?

Slide 8 - Open vraag

3 manieren van schoonmaken
droog schoonmaken: stoffen, stofzuigen en stofwissen
klamvochtig schoonmaken:  afnemen met vochtige doek, moppen en dweilen
nat schoonmaken: afnemen met een natte doek of schrobben

Slide 9 - Tekstslide

welke doeken zijn er te vinden in het praktijklokaal?
waar gebruik je het voor?

Slide 10 - Tekstslide

welke schoonmaakmiddelen ken je?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Link


werkblad invullen

werkblad invullen

Slide 13 - Tekstslide

welke materialen heb je
nodig als je gaat
schoonmaken?

Slide 14 - Woordweb

Stap voor stap schoonmaken:
Stap 1: opruimen
Stap 2: stoffen met een stofdoek
Stap 3: stofzuigen of stofwissen met stofwisdoekjes
Stap 4: dweilen of moppen met water en sop

Slide 15 - Tekstslide

opruimen
stoffen met een stofdoek
stofzuigen of stofwissen
dweilen of moppen met water en sop
1
2
3
4

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Volgorde van schoonmaken
Juiste volgorde van schoonmaken:
- Eerst droog, dan nat
- werk van schoon naar vies
- Van boven naar beneden

Slide 18 - Tekstslide

Werk van droog naar nat
Doe eerst het droge schoonmaakwerk en dan pas het natte. Zodat je eerst het losse vuil kunt verwijderen.

Slide 19 - Tekstslide

Werk van schoon naar vies

Voorbeeld: maak in de badkamer eerst de wasbak schoon en daarna de wc.

Begin altijd met het poetsen bij de onderdelen die het minst vies zijn. 

waarom?
  


Slide 20 - Tekstslide

Werk van hoog naar laag
=
van boven naar beneden

Voorbeeld: je gaat een kast schoonmaken. Start bovenaan en werk naar beneden. 

Dan kan stof en ander vuil van de kast of tafel naar de grond dwarrelen.

Als je beneden begint en later naar boven gaat, dan kan het onderaan weer vies worden




Slide 21 - Tekstslide

Werk van buiten naar binnen
Je werkt altijd van buiten naar binnen. Dit betekent dat je werkt vanaf de randen en naar binnen werkt.

 (docent doet het voor) 

Slide 22 - Tekstslide

Schoonmaakregels! 

Slide 23 - Tekstslide

maken
opdracht 1 tot en met 10

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide