Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3M unit 4 and 5 Grammar mix
3M unit 4 and 5 Grammar mix
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3M unit 4 and 5 Grammar mix
Slide 1 - Tekstslide
Today we're going to have a grammar recap...
Slide 2 - Tekstslide
The passive tense
My sister got attacked by pengiuns
Penguins attacked my sister
*Disclaimer: this is not based on true events, no sisters or penguins were harmed in the designing of this lesson*
Slide 3 - Tekstslide
Alle tijden van de passive
Tense Active Passive
Present Simple
I
write
a letter
A letter
is
written
Present Continuous
I
am writing
a letter
A letter is
being written
Past Simple
I
wrote
a letter
A letter
was written
Past Continuous
I
was writing
a letter
A letter
was being written
Present Perfect
I
have written
a letter
A letter
has been written
Past Perfect
I
had written
a letter
A letter
had been written
Future Simple
I
will write
a letter
A letter
will be written
Modal
I
must write
a letter
A letter
must be written
Modal Perfect
I
should have written
a letter
A letter
should have been written
Slide 4 - Tekstslide
Van active naar passive: 4 stappen
Zet het nieuwe onderwerp van de zin voorop: dit was het lijdend- of meewerkend voorwerp van de actieve zin.
Kijk in welke tense (tijd) de actieve zin staat.
Gebruik deze tense (tijd) voor het werkwoord 'to be' in de nieuwe zin.
Zet het voltooid deelwoord erachter van het werkwoord waar het om gaat.
Alleen indien nodig: zet 'by...' erachter
Slide 5 - Tekstslide
In een passive zin is
A
doet niemand iets
B
het onderwerp van de zin passief
C
het onderwerp van de zin actief
D
iedereen heel passievol
Slide 6 - Quizvraag
Een passive maak me met
A
ww + ing
B
to do + past participle
C
to be + past participle
Slide 7 - Quizvraag
Welke zin staat in de passive
A
The bicycle was made from scratch
B
He was building his bycicle from scratch
C
He has built his bicycle from scratch.
Slide 8 - Quizvraag
Which of these sentences is passive?
A
My car was stolen
B
they stole my car
Slide 9 - Quizvraag
Would you rather....
be able to type really fast or be able to read quickly?
Slide 10 - Tekstslide
We hope __________ to be able to emigrate to Australia.
A
accountable
B
steadily
C
ultimately
Slide 11 - Quizvraag
9) Will you
be able
to join us?
A
erkennen
B
in staat, bekwaam
C
misbruik maken van
D
aanpassen, bewerken
Slide 12 - Quizvraag
It's likely that computers will be able to
A
shop your memories
B
store your memories
C
store your rememories
D
store you're memory's
Slide 13 - Quizvraag
Students won’t be able to perform well ...
A
if they have phones in class.
B
unless they use common sense.
C
if they don't sleep well.
Slide 14 - Quizvraag
Future tense
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de Future Tense?
A
Will & Won't
B
To be Going to
C
Present Continuous
D
Present Simple
Slide 16 - Quizvraag
Future tense: Will
Wanneer gebruiken?
A
Gebruik bij plannen of voorspelling met bewijs
B
Gebruik bij beloftes of voorspelling zonder bewijs
C
Spontaan besluit
Slide 17 - Quizvraag
Welk van deze zinnen staat in de future tense?
A
I will go to the supermarket in 5 minutes
B
I am going to have lunch in half an hour
C
I am flying to Lisbon tomorrow
D
The train leaves at 12.45
Slide 18 - Quizvraag
Hoe maak je de 'future Tense'?
A
Met een vorm van 'will'
B
Met een vorm van 'going to'
C
Present continuous: am/are/is + verb+ing
D
Present simple: Verb(+s)
Slide 19 - Quizvraag
De future tense is ....
A
verleden tijd
B
heden
C
toekomst
Slide 20 - Quizvraag
Who <> Which
Who
Gebruik je bij personen.
Voorbeeld: It was
Madison who
was so nice to me.
Which
Gebruik je bij dingen.
Voorbeeld: She finished
the project which
she had to do for English.
Slide 21 - Tekstslide
Is that the laptop who/which got stolen?
A
who
B
which
Slide 22 - Quizvraag
That's the girl who/which lives next door.
A
who
B
which
Slide 23 - Quizvraag
who/which/that/O?
My sister, ... is 11 years old, is smart.
A
who
B
which
C
that
D
O
Slide 24 - Quizvraag
Waarvoor gebruik je who/which?
A
Om iets over het verleden te vertellen.
B
Als je specifieke informatie wilt vragen.
C
Als extra informatie wilt geven.
Slide 25 - Quizvraag
Fill in who/which:
Isn’t he the man .....
was on the news?
A
who
B
which
Slide 26 - Quizvraag
Comparisons
Comparisons
Slide 27 - Tekstslide
Hoe maak je een comparison?
A
er - est
B
er - est/more - most
C
more - most
D
er - more - most
Slide 28 - Quizvraag
Comparisons
A
more narrow
B
narrower
C
much narrow
D
narrow
Slide 29 - Quizvraag
Welke comparison is NIET juist:
A
bad - badder - baddest
B
big - bigger - biggest
C
small - smaller - smallest
D
far - further - furthest
Slide 30 - Quizvraag
Comparisons
A
expensive
B
expensiver
C
more expensive
D
the most expensiver
Slide 31 - Quizvraag
Ik snap de behandelde grammatica onderdelen...
0
100
Slide 32 - Poll
Meer lessen zoals deze
M3A Unit 4
Mei 2024
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
week 4.1-1 futures
Augustus 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3 MAVO 19-03-2021
Maart 2021
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Grammar unit 4 - KGT - New interface - G3C
Maart 2022
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Future
Juni 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Week 48: Passive tense and theatre
November 2022
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Passive tense Present and Past
Juni 2024
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Passive
December 2018
- Les met
45 slides