Als les opvang gaan we klassiekaal een wedstrijdje houden voor de eer.
Het gaat over Budgetlijnen! Wie weet ben jij vandaag de beste van de klas en wie weet leer je ook nog wat!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij economie-competitie
Als les opvang gaan we klassiekaal een wedstrijdje houden voor de eer.
Het gaat over Budgetlijnen! Wie weet ben jij vandaag de beste van de klas en wie weet leer je ook nog wat!
Slide 1 - Tekstslide
Planning:
Eerst gaan we 15 minuutjes theorie over budgetlijnen doorlezen.
Daarna gaan we in teams de strijd aan!
Slide 2 - Tekstslide
Zelfstudie
15 minuten om dit zelfstandig door te nemen:
http://www.economielokaal.nl/budgetlijn/
Dit zou moeten werken op mobieltjes!
Slide 3 - Tekstslide
Teams
Deel de klas op in groepen van ongeveer 4 personen. (zonder volksverhuizing)
Bedenk een team naam. Schrijf deze ergens op
(liefst op het bord)
Slide 4 - Tekstslide
LessonUp instructie
Kies je teamleider. Hij of zij
1. Download de Lesson Up app.
2. Logt in met de code linksonder in beeld
3. Geeft als naam jullie groepsnaam op.
Slide 5 - Tekstslide
Vanaf nu volgt een wedstrijdje.
De vragen zijn van alle moeilijkheidsgraden dus geen probleem als je ze niet weet. ( je kan altijd nog gokken!)
11 vragen, Veel plezier
Aan het eind kan je de totaalscore zien!
Slide 6 - Tekstslide
onthou dit voorbeeld goed! Succes
Slide 7 - Tekstslide
Een Budgetlijn kan naar rechts verschuiven als:
A
Het budget van de consument daalt.
B
Er meer geproduceerd wordt
C
De consument meer chips koopt
D
De consument de loterij wint.
Slide 8 - Quizvraag
budget=100e. Chips kost E 0.75 en Frisdrank E 1.
Hoeveel frisdrank kan Ismar kopen als hij 25 zakken chips koopt?
A
82
B
67
C
75
D
81
Slide 9 - Quizvraag
Wat kan er gebeurd zijn als het hellingsgetal van de budgetlijn van -0.7 --> -0.6 is geworden?
A
Prijs van het goed op de X-as is omhoog gegaan
B
Prijs van het goed op de X-as is omlaag gegaan
C
het totale budget is toegenomen
D
Prijs van het goed op de Y-as is omlaag gegaan
Slide 10 - Quizvraag
Als er inflatie(stijgend prijspeil) is wat zal er dan met de budgetlijn gebeuren?
A
Verschuift naar links
B
Verschuift naar rechts
C
Blijft gelijk
Slide 11 - Quizvraag
Je tekent een budgetlijn-grafiek wat staat er op de assen?
A
De prijs van de goederen.
B
De prijs van de goederen in % van het budget.
C
hoeveel producten je kan kopen
D
Het evenwicht
Slide 12 - Quizvraag
Denk aan een ProductA/ProductB budgetlijn. Stel de prijs van ProductA verdubbelt. Hoeveel kan je nog van maximaal van productB kopen?
A
de helft
B
ongeveer 3/4de
C
evenveel
D
Niet te zeggen zonder meer informatie
Slide 13 - Quizvraag
Kijk goed naar deze grafiek: De groene lijn is de nieuwe situatie, de prijs van boeken is onveranderd.
Slide 14 - Tekstslide
Welke stellingen zijn (on)juist? Stelling 1: Het budget is gestegen Stelling 2: De prijs van CD's is gedaald
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 en 2 zijn juist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
beide zijn onjuist.
Slide 15 - Quizvraag
Budgetlijn C is de begin situatie.
Slide 16 - Tekstslide
stelling 1: Budgetlijn E (onder C) kan worden verklaard door een prijsstijging Stelling 2: Budgetlijn D (boven C) kan verklaard worden door een budgetstijging met tegelijkertijd een prijsdaling van alleen goed X (x-as)
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
beide zijn juist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
beide zijn onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Stelling: Als een budgetlijn niet veranderd betekent dit altijd dat de prijzen ook niet zijn veranderd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Als de prijzen dalen en het budget daalt ook welke kant gaat de budgetlijn dan op?
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Blijft gelijk
D
Kan je zo niet zeggen
Slide 19 - Quizvraag
De prijs van het product op de X-as is 15,50 euro. De prijs van het product op de Y-as is 7,25. Wat is het hellingsgetal
A
2,14
B
-2,14
C
0,47
D
-0,46
Slide 20 - Quizvraag
Gefeliciteerd winnaars!
Treur niet, hopelijk is iedereen vandaan wat rijker geworden, namelijk kennis. Jullie kunnen (afhankelijk van hoeveel tijd er is) gezamelijk de vragen bespreken.